Willemsen, Meerten (ca. 1610-<1667)

Meerten Willemsen, heemraad (1642-1644), schepen (1658-1665) van Everdingen, zoon van Willem NN, geboren ca. 1610 te Boeikop, overleden 1665-1667

Ondertrouwd 7 februari 1636 en gehuwd 18 maart 1636 te Zijderveld (#) met

Maijken Peters, dochter van Peter Jansz en Marrigje Willems van Ommeren, geboren ca. 1615 te Zijderveld, overleden (?) 6 december 1695

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2), hogenda.nl, 3) Everdingen, oud rechterarchief 1644-1661. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) Everdingen, oud rechterarchief 1661-1676. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 5) Everdingen, oud rechterarchief 1633-1727. B. de Keijzer, 5) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1646-1654. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer

Op 28 januari 1641 verklaart Arien Egbertsz schuldig te zijn aan Dirck Roelofsz de Vos als kerkmeester te Zijderveld en Meerten Willemsz als medehelper 150 cg geleend geld. Borgen zijn Reijer Gerritsz en Willem Petersz.

Op 18 oktober 1645 procureren de mede-erven van Willem Janss van Ommeren en Beatrix Jans van Bemmell, in leven echtelieden, zijnde Jutgen Peeters, onmondige dochter van Peeter Janss en Marichgen Willems, kleindochter, Heijman Corneliss wonende te Sijdervelt, de mondige kinderen van Peeter Janss en Marichgen Willems, Meerten Willemss x Maychgen Peeters, Reijer Jacobss x Anthonia Peeters, Willem Willemss x Celichgen Peeters, en Gerrit Willemss van Ommeren wonende te Coten, Cornelis van Coesfelt, procureur hove van Utrecht, tot transport en overdracht van hun aandeel in de nalatenschap van hun grootouders ten behoeve van Willem Corneliss van Ommeren en Cornelis Corneliss van Ommeren, broers.

Op 7 juli 1650 transporteren Meerten Willemss x Maeijcken Peters aan Tonis Rutten de helft van 13 hont op Lakervelt en gemeen met Arien Janss op de polder Over Heicoop,
strekkende van de middelwetering van Over Heicoop af tot de Middelcoopse kijlspit toe.

Op 1 december 1653 Teuntge Jans x Willem Berentss van Veen zaliger geassisteerd met haar broer Cornelis Janss, te eenre, en Hendrick Berentss van Veen als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van de voornoemde Willem Berentss zaliger x Maeijke Willemss zaliger en van Willem Berentss zaliger x Mechtelke Cornelis zaliger en van Willem Berentss zaliger x de voornoemde Teuntge Jans, met Meerten Willemss als oom en voogd van de kinderen van Maeijke Willems zaliger met nog Cornelis Corneliss als oom en voogd van het onmondige nagelaten kind van Mechtelke Cornelis zaliger, tesamen erfgenamen van de voornoemde Willem Berentss zaliger heurlieder vader. Deling als volgt:

  • Teuntge Jans: de helft van huis en berg en 4m genaamd “de Brenck” en waarvan de wederhelft toebehoort aan Dirck Janss Schoenmaecker en gelegen in Schoonrewoert; nog 13 hont op Nieuw Schaijk achter in de tuijn aaan de Diefdijk; nog de helft van 4 morgen 1½ hont op Loosdorp gemeen met de voornoemde Dirck Janss en genaamd “de Else hoeff”; nog 9½ hont op Middelcoop gemeen met Zijne Hoogheid,
  • Meerten en Geertge Willemss zijnde kinderen van Maeijke Willems: huis en land op Nieuw Schaijk volgens accoort dd 4 maart 1653; nog 4 morgen op Over Heicoop,
  • Annichien Willems zijnde het kind van Mechtelke Cornelis: het nieuwe huis staande aan de noordzijde van de kerkweg met de kleine berg aan de Wiele etc (accoort 4 maart 1653); 2 campkens op Nieuw Schaijk groot 2 morgen; nog het Geercampke in de Geeren groot 10 hont,
  • Beerent, Aeltge en Joost Willemss kinderen van Teuntge Jans: het land achter het huijske op ’t Sant; nog “de Hooge camp” op Nieuw Schaijk groot 2 morgen; nog “de Steenhoven” groot 2½ morgen op Over Heicoop.

Op 16 januari 1655 cedeert mr Gerbrand Schagen, ‘syndicus’ der stad Wijck en rentmeester van Maria Magdalena Convente aldaar, tbv Meerten Willemsz won op Zijderveld in Bolgrij, 6m aldaar te Zijderveld.

Op 10 oktober 1665 verklaart Maeijcken Reijers, mondige nagelaten jongedochter van zaliger Reijer Jacobsz x zaliger Teuntgen Peters, geassisteerd met haar neef van vaderszijde Reijer Cornelisz, dat alhoewel haar oom en naaste bloedvoogd Meerten Willemsz, voor schout en schepenen, haar landen in ‘t openbaar verpacht had, maar daar geen afrekening van bijgehouden had, zij toch haar oom bedankt en ontslaat als voogd.

Op 28 juli 1682 testeert Maijken Peters, weduwe van Merten Willems, erfgenamen Geertien Mertens, huijsvrouw van Aert van Wijck, Maria Mertens, huijsvrouw van Jasper Teunisz, Willem Mertens, Jan Mertens ende 3 onmondige kinderen van haar overleden oudsten zoon Pieter Mertense met namen Merten, Jannigjen en Jan Peters, ieder voor 1/5e part, en nog de voorschreven Merten Peters als oudste soon van Peter Mertens ingevolge de erfpacht brieven voor een seckere hofstede, groot 4 morgen, gelegen op Bolgerij onder Zijdervelt, tegen de kerck, sijnde erfpachtgoet een St. Pieter te Utrecht.

Op 24 juni 1686 testeert Maeijcken Peters, weduwe van Merten Willems, wonende op Bolgery onder Zydervelt, en verwijst naar octrooij leenkamer Leerdam dd 7 februari 1652, en uijtcoop met hare kinderen dd 17 april 1668. Zij institueert Cornelis Aertse van Wijck, naergelaeten oudsten soon van haer overleden dochter Geertie Mertens, in leven huijsvrouw van Aert Cornelisz van Wijck, en Jan Peterse, soon van haar overleden soon Peter Mertens tot erfgenamen. Zij legateert aan Cornelis Aartse 4 morgen leenland op Boeijcoop onder
Leerdam, en Jan Peterse seecker hofstede op Bolgerij onder Zijdervelt, tegenover de kerck, groot 4 morgen, in erfpacht van St. Pieter tot Utrecht, hare ouders bij contract van uijtcoop voorts toebeschreven. 

Op 11 augustus 1691 testeert ten huijse van Willem Mertense, heemraat, wonende Zijdervelt, Maeijcken Peters, weduwe van Meerten Willems. Zij verwijst naar testament d.d. 28 juli 1682, hare neve Meerten Aertse van Wijck, Ariaentgen, Gerrichgen, Maria en Jan Aertsen van Wijck, kinderen van Geertien Meertens, haar zaliger dochter, geprocureert bij Aert van Wijck, en zij stelt haer 2 soonen Willem- en Jan Meertens tot administraterende voogden aan over de goederen. Zij legateert nog aan Maria Willems de jongste dochter van Willem Mertense.

Op 5 april 1700 benoemt Jan Mertens, wonende op Bolgerij onder Zijderveld, tot erfgenaam zijn broeder Willem Mertens, en oudste leenopvolger van de leengoederen, de overige goederen aan Willem Mertens, Maria Mertens, weduwe van Jasper Antonis Cool, de naergelaeten kinderen van Peter Mertens, verwekt aan Maria Jans van Bronkhorst, en de kinderen van Geertje Mertens, verwekt aan Aert van Wijck, ieder voor 1/4e part. 

 

Uit dit huwelijk:

Pieter Mertense, geboren ca. 1638, overleden 1680-1682. Gehuwd met Maria Jans van Bronkhorst, dochter van Jan Hermans van Bronckhorst en Jannigje Hermans Bijl, gedoopt juli 1642 te Lexmond, overleden < 24 maart 1698

Geertie Mertens

Maria Meertens

Willem Meertensz

Jan Mertens, overleden > 5 april 1700