Langelaar, Mattheus Gerritsz van (ca. 1560-<1622)

Mattheus Gerritsz van Langelaar, zoon van Gerrit Matheusz van Langelaer en Reijertje NN, geboren ca. 1560 te Scherpenzeel, overleden < 13 december 1622

Gehuwd ca. 1590 met

Ariaentje Sander Marcelis van Wolfswinkel, dochter van Sander Marcelisz van Wolfswinkel en Wilhelmina Jans, geboren ca. 1565 te Scherpenzeel, overleden 1629-1637

 

Bronnen: 1) oudscherpenzeel.nl, 2) Langelaar, Henk van Woudenberg, januari 2009, 3) Wolfswinckel, Henk van Woudenberg, december 2018, herzien augustus 2019, herzien februari 2023, 4) NT00064_140_147. Nadere Toegang op inv. nrs 140-147 uit het archief van de Dorpsgerechten, 1515-1813 (64), H.J. Postema, juni 2013. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) NT00061_36. Nadere Toegang op inv. nr 36 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F.Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) Slaperdijkgeld Woudenberg, Leusden c.s., Renswoude 1653. Historische toegangen van de Gelderse Vallei, deel 19. Bureau voor Familie-Historie, Woudenberg, 2000, 7) Luid- en begraafgelden te Veenendaal 1574-1812. Historische Vereniging Oud Veenendaal nr. 3, 8) hogenda.nl, 9) Repertorium op de lenen en tijnsen van de hofstede Amerongen, 1392-1796, J.C. Kort. In: Historische reeks Kromme-Rijngebied deel 11 (Houten 2010). Historische Kring Tussen Rijn en Lek

Mattheus en Ariaentje erven een hofstede op de Holevoet van haar broer Jan Sandersz van Wolfswinkel.

In 1615 tekent Mattheus als ‘Matheus Gerritsen’ eigenhandig een akte betreffende een geschil tussen de Heer en de kerkmeester, schepenen en gemeensluiden van Scherpenzeel.
In 1615 Joost Roelofsz Hoots x Elisabeth Hendricksdr transporteren aan Mattheus Gerritsz van Langelaer x Adriaentgen Sandersdr een stuck landts sant mit heij water ende weij huijs ende getimmer ende het houtgewas daerop staende zoals het tegenwoordig door Peter Reijersz Bosch wordt gebruikt, met nog een akker land zw van het voorschreven goed strekkende tot in de Amersfoortse grift toe.
Op 9 december 1615 transporteert Gerrit Wteweerdt als boederharder van zijn overleden huisvrouw en namens zijn kinderen bij haar geprocreëerd aan Mattheus Gerritsz van Langelaer een ackerken veenlant eensdeels aengemaeckt ende anderdeels noch aen te maecken inde Ginckel, lest gebruijckt bij Cornelis Corneliss Oudenhoorn, groot 0,5 morgen.

Op 13 december 1622 is Adriaan van Langelaar beleend met het erf Groot Dashorst in Renswoude, na dode van zijn vader Matthijs Gerritsz van Langelaar.

Op 13 april 1628 staat in het lidmatenregister van Scherpenzeel opgetekend: ‘Adriana, Matheusen wede’.

Op 11 juli 1629 is Ariaentje Sanders, weduwe Matheus Gerritsz van Langelaer, beleend na dode van haar neef Willem Jansz van Wolfswinckel met de tiend van Abbelaar onder Renswoude.

Op 2 november 1637 wordt Jan Matheusz van Langelaer beleend na dode van zijn moeder Adriana Sanders met de tiend van Abbelaer.

Op 7 januari 1648 Jan Matheusz van Langelaer te Woudenberg, Willem Matheusz van Langelaer lakenkoper en borger Amersfoort voor hemzelf en voor Adriaen Matheusz van
Langelaer zijn broer te Renswoude, en voor Rijck Gerritsz van Blootenburch wonende op Geresteijn als vader en ohem resp van de 4 onmondige kinderen van Rijck bij zaliger Reijertge Matheusdr van Langelaer zijn huijsvrouw; Jacob Gerritsz van Blootenburch te Woudenberg x Willemtgen Cornelisdr [sic] van Langelaer, noch voor Gerrit van Langelaer Matheusz zijnen ohem [swager is doorgehaald!] wonend in de Betuwe, allen erfgenamen ab intestato van Jannitgen Matheusdr van Langelaer in leven huijsvrouw van Jacob van Zijll wonende Rhenenseveen stichtse zijde, constitueren Gerard van Lienden procureur Hof van Utrecht.
Op 29 juni 1648 Adriaen Matheusz van Langelaer wonend opt erve de Grote Dashorst gelegen te Renswoude, is op 15 november 1644 vermits overlijden van zijn vader Matheus Gerrits beleend met stuk veen, thinsweer van de Dom als heren van de Nathewisch int Amerongerveen, eertijts gecomen van Willem Vonck zaliger, strekkend van de Oude Groep tot het Emmichuijserpat, oost de weduwe van zaliger Gerrit Matheusz van Langelaer met veen geheten het Kijffveen, west Roelof Roelofs, noord de Groep. Hij heeft de helft, de andere helft is verdeeld onder de onmondige kinderen van Rijck Gerritsz van Blootenburch bij zaliger Reijertje Matheus van Langelaer, ¼ deel en Jacob Gerritsz van Blootenburch en huisvrouw het andere ¼ gedeelte, waarvan acte.

Op 3 juni 1651 hebben Adriaen Matheus van Langelaer, Rijck Gerritsz en Jacob Gerritsz, gebroeders, getransporteerd aan Peter Meusz een erf en goed in de Groep.

 

Uit dit huwelijk:

Adriaen Mattheusen van Langelaar

Gerrit Matheusz van Langelaar, overleden < 29 juni 1648. Ondertrouwd op 5 juni 1617 te Scherpenzeel en gehuwd in Geldermalsen met Jacobje Jansen, dochter van Jan Rijcksz, geboren te Geldermalsen, overleden > 29 juni 1648

Cornelis Matheusz van Langelaar, overleden < 1648. Ondertrouwd op 17 januari 1619 en gehuwd op 14 december 1619 te Scherpenzeel met Wouterghen Wilmsen, geboren te Emmikhuizen, overleden > 1653

Sander Matheusz van Langelaar, lakenkoper te Veenendaal, begraven 1636 te Veenendaal. Gehuwd met Maria Marcelis, overleden > 24 september 1636

Reijertje Mattheus van Langelaar, overleden < 7 januari 1648. Gehuwd met Rijck Gerritsz van Blotenburg, landbouwer op Klein Geeresteijn, zoon van Gerrit Rijcksz en Ariaentje Fransen van Triest, overleden 1652-1653

Jannetje van Langelaar, overleden 1640-1648. Gehuwd in oktober 1640 te Veenendaal met Jacob van Zijll

Willem Matheusz van Langelaar, lakenkoper te Amersfoort (1648) en te Woudenberg (1653), gerechtsbode te Woudenberg (1675), overleden > 21 november 1667. Gehuwd met Jacquemine Anthonis van Triest, dochter van Anthonis van Triest en Heiltje Cornelis Lombaert

8   Jan Matheusz van Langelaar, schepen te Woudenberg (1669-1671), overleden > 5 juni 1671. Gehuwd met Meijntje Evers, dochter van Evert Lambertsz en Meijntje Frans van Triest, gedoopt 16 februari 1616 te Amersfoort, overleden > 9 augustus 1667