 |
Jillis Adrianus Brouwer, schilder, schoenmaker, lantaarnopsteker, zoon van Jillis Brouwer en Alida Johanna Houtkamp, geboren 4 januari 1873 te Utrecht (#), overleden 3 september 1954 te Montfoort (#/#), begraven op het RK kerkhof te Utrecht
Gehuwd op 27 januari 1899 te Oudenrijn (#) met Geertruida Elisabeth van Vessum, dochter van Dirk van Vessum en Maartje Nunnink, geboren 15 februari 1875 te Heemstede (#), overleden 20 mei 1939 te Utrecht (#/#), begraven 24 mei 1939 op het RK kerkhof te Utrecht |
 |
| Jillis helpt als jongen zijn vader bij het werk van huisschilder. Op 17 maart 1890 verhuizen ze naar de Abstederdijk 117 (zie foto). Jillis gaat werken als schoenmaker. Wanneer hij in 1892 wordt ingeschreven voor de lichting van 1893 van de Nationale Militie, wordt hij vrijgesteld ‘uit hoofde van eenige wettige zoon te zijn. Hij is dan 1,676 meter lang en heeft bruin haar (#).
In 1893 verhuist het gezin Van Vessum van Heemstede naar Oudenrijn. Geertruida volgt pas 1½ jaar later, op 31 augustus 1894. Mogelijk werkte ze in 1893 nog als dienstbode. Geertruida verhuist op 9 februari 1898 van Oudenrijn naar Utrecht. |
 |
|
 |
Na hun huwelijk gaan ze wonen op de Abstederdijk 171 in Utrecht, om de hoek bij Jillis’ ouders. Jillis gaat werken als lantaarnopsteker bij de gemeente Utrecht. In die tijd worden gaslantaarns gebruikt, gestookt op steenkoolgas. Het aansteken van de openbare verlichting gaat in die tijd op een bijzondere wijze. Dagelijks wordt vanaf het stadhuis het startsein gegeven door de lantaarn van het stadhuis aan te steken. Voor de dichtstbijzijnde opstekers was dit het teken om hun werk te doen. Zo verspreidde het licht zich binnen een half uur over de hele stad. De lantaarnopstekers doven om half 12 weer de helft van de lantaarns. ’s Ochtends vroeg wordt de rest gedoofd. Op de tekening een lantaarnopsteker rond 1890. In 1923 worden alle openbare gaslantaarns vervangen door elektrische lantaarns, waardoor veel lantaarnopstekers werkeloos worden. Enkelen konden nog aan het werk blijven omdat de elektrische lantaarns in de begintijd handbediening hadden. Waarschijnlijk zit Jiilis bij de groep die werkeloos wordt, want hij krijgt in dat jaar een gemeentelijk pensioen van 703 gulden. | |
| Op 24 maart 1903 verhuizen ze van de Abstederdijk naar de Hazelaarstraat (#). Op 8 februari 1911 verhuist het gezin naar de Catharijnesteeg 1, direct naast het Catharijneconvent. Ze wonen tot 1937 op de Catharijnesteeg, aanvankelijk op nummer 1, maar vanaf 1931 op nummer 2bis. In 1937 verhuizen Jillis en Geertruida naar de Gouwestraat 9 en aansluitend naar de Abel Tasmanstraat. Daar komt Geertruida te overlijden op 20 mei 1939 op een leeftijd van 64 jaar. Ze wordt begraven op het Rooms Katholiek Kerkhof St. Barbara in Utrecht. Na de dood van zijn vrouw, verhuist Jillis in 1940 naar de Kanaalstraat 235. Kort daarna gaat hij wonen bij zijn zoon Piet in de Semarangstraat. Als Piet in 1948 naar Limburg verhuist, gaat Jillis naar het St. Antoniuspension in Montfoort. Daar overlijdt hij op 3 september 1954 op 81-jarige leeftijd. Hij wordt begraven op het Rooms Katholiek Kerkhof St. Barbara in Utrecht. Hij schrijft zijn laatste wens aan zijn zoon Jan en schoondochter Stien (#). | ||
|
Uit dit huwelijk: |
  |