Vosch, Peter (ca. 1540-1602)

Peter Vosch, herbergier in “De Hulck” en in “De Sluetel” bij de St. Jansbrugge, wijnkoper (1587), schepen van Utrecht (1597), cameraar, impostmeester, zoon van Balthasar Vosch en Cornelia Wouters Vervoort, geboren ca. 1540 te Utrecht, begraven 27 november 1602 in de Buurkerk te Utrecht

Gehuwd ca. 1570 met

Alijdt Uttewael, dochter van Jan Jansz Utenwael en Anna Aelbert Foecken, geboren ca. 1550, begraven 19 november 1610 te Utrecht

 

Bron: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Recepta ex pulsatione campanarum in funeribus defunctorum. Archief domkapittel no 651 (fabrieksrekeningen) en 702, Simon den Daas. Utrecht, 2012, 3) Overluidingen, Cor Snabel. Uit: De Navorscher deel 36 (1886) tot en met deel 51 (1901) en geindexeerd, 4) Genealogische aanteekeningen op oude Utrechtsche en Hollandsche geslachten: Vosch, Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins. In: Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 24e jaargang, 1906, pag. 49-50, 5) van Hollandt. In: Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 26e jaargang, 1908, pag. 89-90

Op 12 mei 1576 sluit Peter Vosch een huurcontract met Agniese, Willem Hubertsz van Waerts weduwe, voor de huur voor een huis gelegen ‘op ten houck van de Viebrugh, gehuurt ende bewoont door Peter Voss voor fl 66,- s’ jaers’.

Op 20 februari 1579 wordt hij eigenaar van het naastgelegen pand genaamd “De vergulde Sleutel”, ‘alinge huijsinge, hoffstede, kelder, cluijs, aan Viebrug, naest de huijsinge van Aelbert Huijgens van Aucoop en Peter Vosch, boven en achter Anna Bollen, weduwe van Jan Roecken, met overeenkomst’. De overdracht van de overeenkomst vindt al plaats op 11 augustus 1578. Het betreft een huurovereenkomst van 17 februari 1567 ’tusschen Claes Gerritss van Rhijn en Haesgen, vorige eigenaar van den huijsinge die vergulde Sleutel, en Johan Roeck en Anna Bolle, betreffende de camer, gente, etc. Dit sal ten eeuwigen dage blijven’. Op het huis rusten twee plechten van totaal f 900 en een oude rente van ‘8 halve Loenensche Peters of f 10 derde dalve s’jaers’.

Op 28 februari 1580 vindt het transport plaats van een plecht uit de boedel van de overleden Johan Bolle op een ‘huijsinge aaen de Hoech Zuijlensteech’, een ‘camer ende hoff aen de Zuijlensteech’ en een ‘huijsinge ende hoffstede aen de Nijenstraet op de zuidhoeck van de Zuijlensteech’.

Op 9 mei 1587 sluit Peter Vosch, wijnkoper, een plecht af bij Lambert Adriaensz van Boort, snijder, van f 400 op ‘een huis aan de zuidzijde van de Steenweg. 

Op 1 februari 1588 is Peter Vos crediteur van Frederick Scholtz. Samen met andere crediteuren constitueren zij Jan van der Saffele, advocaet hove van Hollandt, om geld te vorderen uit de nalatenschap van Frederick Scholtz, in leven ritmeester.
Op 11 april 1588 benoemen dezelfde crediteuren Johan Mathijsz van Heijnsberch om geld te vorderen uit handen van Dirck van Holsteijn als executeur van de nagelaten goederen van ritmeester Frederick Scholtus.

Op 6 juli 1597 vindt het transport plaats van een plecht van 8 mei 1587 van f 75 met 6¼% rente op een huis aan de Winsensteech, van Johan van Medenblick aan Peter Vosch. De plecht gaat op 26 februari 1600 over naar Gerrit Willemss Ploos.

Op 1 mei 1598 sluiten Peter Vosch en Aeltgen Wtenwael een plecht af van f 400 met 6¼% rente op het huis.

Item XXVII Novembris 1602 in obitu et funere Petri Vosch, Maria bis (rekening Buurkerk: in de Buerkerck begraeven), VIII flor.

Op 20 mei 1603 draagt Alidt, weduwe van Peter Voschen, het huis “De Sleutel”, gelegen aan de oostzijde van de Oude Gracht bij de Viebrug, over aan Mr Dirck van Leeuwen, canonick van de Oude Munster, en Peter van Leuven, raadt en procureur. Op het huis rust op dat moment plechten van totaal f 1300 en een oudteijgen van f 10,10 en 8 penningen. 

Op 19 juli 1606 transporteert Alidt Jan Uittewaelsdr, weduwe van Peter Vosch, als erflater van Jan Jans Uittewael, een plecht naar Anthonis Anthoniszn van de Waell en Sophia Ambrosiusdgt van f 64 met 6¼% rente, zijnde het restant van een grotere plecht dd 29 maart 1519 op een huis bij de Tolsteegpoort. Eigenaar van het huis is Albert Adriaensz Raijmaecker.

Op 12 november 1610 stelt Alidt Jan Jansz Wte Waelsdr, weduwe van Peter Vosch, haar testament op. Genoemd worden Elijsabeth Wten Wael, Balthasar Vosch, Bruijning Vosch, Cornelia Vosschen, Anna Vosschen, Jan Vosch, Jacobus Taurinus en Herman Gerritsz.
Item XIX Novembris 1610 in obitu et funere Aleijdis Uuijttenwell, vidue quondam Petri Vosch, Maria bis (acq: Aeltgen Wtenwaell, weduwe van Peter Vosch, in sijn leven schepen deser stadt), VIII fl.

 

Uit dit huwelijk:

Balthasar Vosch van Roelingsweert, kanunnik van ’t Oud Munster, overleden > 16 juni 1651. Ondertrouwd op 17 april 1611 te Utrecht en gehuwd te Wijk bij Duurstede met Anna van Hollandt, dochter van Jorriaen van Hollant en Alith van Leuwen, overleden juni 1651 (aangetekend 16 juni 1651), begraven St. Servaes te Utrecht

Bruijn Vosch van Roelingsweert, herbergier, brouwer, hopman, wijnkoper, raad van Utrecht (1601-1605, 1610-1611), overleden < 22 november 1646. Gehuwd op 7 juli 1593 voor het gerecht te Utrecht met Catharina Jacobs van Asch, begraven 10 maart 1595 te Utrecht. Gehuwd met Maria Cornelis de Moolre, begraven 22 november 1646 in de Oude Kerk te Amsterdam

Cornelia Vosch, overleden 23 mei 1671 te Utrecht

Anna Vosch van Roelingsweert, begraven 29 augustus 1618 in de Domkerk te Utrecht. Gehuwd op 27 januari 1605 te Utrecht met Philips Ram (zie links schilderij door Paulus Moreelse – Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / AA5826), wijnkoper, rentmeester van de abdij van Oostbroek, raad en schepen in de vroedschap van Utrecht, ontvanger van de gemene landsmiddelen van Utrecht en hoogheemraad van het Hoogheemraadschap van Lekdijk Bovendams, lid Staten van Utrecht en gedeputeerde bij de Staten-Generaal, hoofdman van de schutterij, zoon van Johan Ram en Maria Bruininks, geboren 3 januari 1585 te Utrecht, overleden 15 december 1632 en begraven 17 december 1632 te Utrecht

Jan Vosch