Voorst, Joost van (ca.1500-1562/65)

Joost van Voorst, tinnegieter, bakker, zoon van Willem van Voorst en Joostgen Willems van Velpen, geboren ca. 1500, overleden 1562-1565 te Utrecht

Gehuwd met

Wendelmoet Zanders van Rodenburch, dochter van Sander Hendricksz van Scherpenzeel en Margriet NN, geboren ca. 1505, overleden > 30 maart 1570 te Utrecht (haestelijck op ’t Begijnhof)

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) razu.nl, 3) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) Genealogische aanteekeningen op oude Utrechtsche en Hollandsche geslachten: van Voorst, Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins. In: Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 24e jaargang, 1906, pag. 51-53, 5) Fragment-genealogie van het uitgestorven geslacht van Voorst (Utrecht), M. G. Wildeman. In: Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 44e jaargang, 1926, pag. 2-12

Op 21 juni 1541 Sander Hendrickx van Scherpenseel testeert op Gerijt Sandersz, zijn zoons kinderen en op Weijntgen Joest van Voorsten wijf, zijn dochters kinderen.

Op 24 oktober 1552 Joest van Voerst en Bruijn Jansz die Visscher, Jacob Gerritsz presbijter vicaris St Marie en Wouter Schaeij Adaemsz, waren over de huwelijkse voorwaarden van Aert Roelofsz van Volpen, Claes Gerritsz van Overmeere en Oeijgen met Geertruijt hun dochter. Aert is weduwenaar van ene Margriet en heeft een dochter bij zijn eerste vrouw Marigen Ewoutsdr geheten Anna Aert van Volpensdr. 

Op 25 mei 1562 laten Joost en Weijntje hun testament opmaken waarbij ze alle roerende en onroerende goederen nalaten aan de langstlevende van de twee.

Weijntje neemt op 28 november 1565 een plecht over van f 90 met 5½% losrente, die haar zwagers Bernt, Willem en Cornelis op 3 juli 1543 hadden afgesloten.

Op 15 februari 1567 doet Weijntje een plecht over aan haar zoon Cornelis van ‘7 Rhijnsche guldens en 16 Badensche braspenningen of 16 nieuwe Hollandsche stuivers sjaars losrente’ oorspronkelijk afgesloten op 18 maart 1505.

Op 30 maart 1570 sluit Weijntje twee plechten af bij Mechtelt, Gerrit Jacobsdr van Selmonts, weduwe van Willem Gijsberts, te weten een plecht van f 352 met 6¼% rente ‘gevesticht op vierdalven mergen mijn een houtlands in de gerecht van Odijk ten laste van Jan Harbartss wonende in Odijk van dat 17-12-1565’ en een plecht van f 450 tegen 6% losrente rustend op ‘alinge huijsinge en de hoffstede’ aan het St Jansvelt.

 

Uit dit huwelijk:

Cornelis van Voorst

Jan van Voorst, overleden < 1570 ‘sterft zonder heir’

Joost van Voorst, schrijnwercker, overleden augustus 1596. Gehuwd met NN. Gehuwd met Maria Dircx van Sass, overleden november 1601 te Amersfoort

Marten van Voorst. Gehuwd met Sophia van Schaijck, overleden 1602 ‘die sterft ande pest met alle kijnderen’. Gehuwd 1602 met Dirckgen NN

Hendrick van Voorst, tinnegieter in de Schoutensteeg te Utrecht, geboren 1548-1549, overleden 10 november 1595 te Utrecht. Gehuwd met Anna Cornelis de Brure, dochter van Cornelis Fransz de Brure, overleden 26 november 1610 te Utrecht

Willem van Voorst

Heijltgen van Voorst, ‘een huijsbegijn’

Grieta van Voorst, ‘een huijsbegijn’