Schuijren ter Horst, Evert (ca. 1520-1597)

Evert van Schuijren ter Horst, heer van Horst (1552), beleend met Steinhaus (Kleefs leen) (1582), zoon van Adolf van Schuren en Anna van Diepholt, geboren ca. 1520, overleden 21 mei 1597, begraven te Essen (D)

Gehuwd met

Veronica Knipping, dochter van Albert Knippinck en Margareta van Calenberg van Westheim, geboren ca. 1540, overleden 4 mei 1621, begraven te Essen (D)

 

Bronnen: 1) wiki-de.genealogy.net/Herrlichkeit Horst, 2) Westphälischen Geschichte mit vielen kupfern, dritter teil, Johann Diederich von Steinen, 1757

NB: Het merendeel van onderstaande akten zijn vertaald uit het duits. Vertaalfouten zijn mogelijk. De originele Duitse omschrijvingen zijn te vinden op bovengenoemde wiki pagina.

Links het huis Horst aan de Roer. Het huis ligt cirac 3 kilometer ten zuidoosten van Essen-Steele, aan de noordoever van de Roer.

Van 7 juli 1550 dateert een missive van het Hof van Gelre en Zutphen aan de schout van Barneveld dat hij het verzoekschrift van Evert van der Schueren aan Lubbert Wolffs moet voorhouden en diens antwoord daarop vernemen. Van 18 november 1550 dateert een missive van het Hof van Gelre en Zutphen aan de schout van Barneveld, dat Lubbert Wolffs des verkiezende binnen 14 dagen op de hierbij gaande declaratie van kosten van Evert van der Schueren mag diminueeren. Op 16 februari 1560 verzoekt de stadhouder aan de weduwe van Johan Schrasser, Evert van der Schuijr en Evert van Nulde, dat zij afstand moeten doen van de door ten onrechte van de gravin van Benthem gepachte tienden en die overlaten aan de vrouw van Batenburg en den heer van Anholt.

Op 10 december 1561 geeft Neijse, weduwe van Elbertz ter Lunen, burgers van Essen, Everdt van Schuijren ther Horst het terugkooprecht van een rente. In 1562 vindt de erfdeling plaats na de dood van Bruen van Schüren tussen Evert van Schüren als broederkind en Johann van Aldenbockum als zusterkind. In 1562 verwisselen Diderich van Asbeck tot Berge en zijn echtgenote Anna een haag tegen de berging met een weiland achter de berging met Evert van Schuiren ter Horst. In 1563 verkoopt Evert van Schuijren ter Horsth op de Roer aan Metten, weduwe van Wenemars Fuijlramens, een in Essen betaalbare rente uit het goed Weientorp in het sticht Essen. Op 22 februari 1564 staat Irmgard, gravin van Diepholz, abdis van Essen, het echtpaar Dirichen van Nijrenkreij en Elsen de verkoop toe van een graanrente uit het Hof Nijrenkreij in het bisschop Essen, die behoort aan het Hof Eickenscheidt, aan Evert van Schuiren van Horst op de Roer.

Op 10 maart 1565 verpacht Irmgard, gravin van Diepholz, abdis van Essen, aan Evert van Schuren van Horst op de Roer, de beide visserijen in de Roer, waarmee het pachtverdrag van 14 oktober 1504 van de abdis Metta van Oberstein met Herman Smidtz, Everdt Steelman en Johan Feggeler van Steele, beëindigd is. Op 24 maart 1565 geven Elisabeth en Elsbeth, gravinnen van Manderscheidt en Blanckenheim, Pröpstin en Dechantin, en Margaretha, gravin van Honstein, hun toestemming aan de verpachting van de visserij op de Roer bij Steele door de abdis Irmgard van Diepholz aan Evert van Schuren waarmee het pachtverdrag met Herman Smidt, Everdt Steelman en Johan Feggeler eindigt.

Op 7 maart 1568 getuitgt Jürgen Schell uit naam van Evert van Schuren van Horst op de Roer voor Herman Marck, richter te Rellinckhausen, en notaris Weirich Hiltropf, klerk van het gerecht Keulen, dat hij met Herman Brinck, burger van Essen, bij de Kapitularen van Rellinckhausen en de gedeputeerde Herman Voellhaever, pastoor, en Johan Cappert, vicaris, een losbrief betreffende een rente uit Spillenborgs Mollen, overgedragen heeft, die echter niet aangenomen is. Op 10 juni 1569 verkopen Hinrich Bierman, burger van Essen, en zijn echtgenote Fie, aan Eberhardt van Schüren, heer van Horst op de Roer, en zijn echtgenote Veronika Knippinck, de stichtse Essensche hoeve Biermanshoeve in het ambt Blankenstein, die tot de hof Eickenscheidt behoort, met toestemming van de abdis Irmgard gravin van Diepholz. Op 26 juli 1569 toont Eberhard van Schüren, voor Dieterich Kuleman, notaris, en Johann Schmeling, afgevaardigde van de abdis van Essen, aan dat Adolff Steinhaus het goed op de Hüls en de Woppenberg bezeten heeft, en later diens echtgenote Stephana op de Berg zonder erfgoed overleden is, en die goederen aan Albert Knippinck tot Dickern toegevallen zijn. Hij verlangt namens zijn zwager en zijn eigen vrouw Veronica Knippinck, eigendom over de goederen, waarvan Goswin van Raesfeld van Eill direct gebruik heeft. Op 3 augustus 1569 toont Eberthardt van Schüren, heer van Horst, tevens als gevolmachtigde van zijn zwager Albert Knipping tot Dinkkern, aan, dat Adolph van Steinhaus van Essen zonder erfgoed overleden is, en dat deze goederen als erve van zijn echtgenote Steffanie op de Berghe aan Albert Knipping toegevallen zijn, met een volmacht van Melchior van Delwigh, drost van Bochum, met betrekking tot overdracht van de eigendom, waarop deze aan het Schultengoed van Varenholte, waar Jürgen Schulte woont, toebedeeld wordt.

Op een onbekende datum in 1569-1570 worden afspraken gemaakt over de aflossing van een rentebrief van Everd van Schüren aan M. Herman Brinck, burger van Essen in de Borgh, die ten gunste van het sticht Rellinghausen is afgesloten, waarbij Herman Voelhaever, pastoor, Johan Capp, Johan Knop en de kanunnik Henrich … en Joist … toebedeeld zijn. Op 11 maart 1570 is een verdrag gesloten tussen Fredtreich van Pallant, heer van Varst en Keppel, als erven van Steffane op de Berge, weduwe van Adolf Steinhaus, en Wilhelm en Gerdruid van Tillen enerzijds, en Evert van Schuren, heer van Horst op de Roer, in plaats van Albert Knippinck en Veronica Knippinck, zijn vrouw, anderzijds, waarbij Wilhelm van Til afstand doet van het goed Vaihrenholte in het ambt Boickum, evenals het goed Ockelburg in het sticht Essen, het land Voisskule dat Heinrich Steinhausen in Ludenscheit in eigendom had, het tiend van Wechman van Brandorff, en waarbij Evert de rente uit het Steinhauskamp aan de kanunnik van Essen zal betalen.

Op 3 oktober 1570 bevestigen Gertrudt van Tijll, weduwe van Johans ingen Haiff, en hun dochter Anna van Loin, echtgenote van Liffs ingen Haiff, dat laatstgenoemde als voogd en gevolmachtigde benoemen bij het afsluiten van een verdrag met Everhardt van Schuren, heer van Horst. Op 10 oktober 1570 toont Loiff ingen Haiff, als gevolgmachtigde van Gertrud van Tijll weduwe van Johan ingen Haiff, zijn moeder, en zijn vrouw Anna van Loin, een volmacht van de bisschop van Berck (Rheinberg), Johan ingen Have en Adam ten Wege, en verkoopt aan Everdt van Schüren, heer van Horst op de Roer, en zijn vrouw Veronica, het goed Hüls en de Ockelburg en het land de Vosskuhle in het sticht Essen en gericht Volmestein, welke goederen hen door vererving van wijlen Stephanie op de Berge, weduwe Steinhaus, toebedeeld zijn.

Op 12 februari 1571 verkopen Wenemar van Hoentzeler en zijn echtgenote Catharina, een rente uit het goed van burgemeester Jürgen Wijsman en zijn echtgenote Catharina, aan Everdt van Schuren, heer van Horst op de Roer en zijn echtgenote Veronica. Op 29 december 1573 draagt Henrick Eixkens een rente uit het goed van Evert van der Schueren, heer van Horst, over aan Marten van Broickum. Op 22 maart 1574 geven Christoffer Luekens, burger van Essen, en zijn echtgenote Alheidt, aan Eberdt van Schüren, heer van Horst op de Roer, en zijn echtgenote Veronika, het recht tot terugkopen van een rente op het goed Weijentorp in het gericht Essen, waarop Bernd nu woont. Op 8 november 1575 geven Andries Zanders en zijn echtgenote Jasper, aan Eberhardt van Scheuren, heer van Horst, en zijn echtgenote Veronica Knipping, het recht tot terugkopen van een rente. Op 13 juni 1580 belenen Eberhard van Schüren van Horst op de Roer en zijn echtgenote Veronica Knippinck, Eberwin op de Brinck en zijn echtgenote Grete, met het goed op de Brinck bij Langenberg in de heerlijkheid Langenberg.

Op 10 november 1580 wil Jorgen Scheel, burger van Essen, uit naam van Evert van Schüren, heer van Horst, 12 rijksdaalders overdragen aan Dietrich Kuilman, rentmeester van de abdij van Essen, als pachtgeld voor de visserij op de Roer, maar deze weigert. Ook de richter van Essen, Evert van Eickell, wil het geld niet in bewaring nemen voordat de abdis is teruggekeerd. Op 10 januari 1581 oorkonden burgemeester en de gemeente Steele dat de op 28 juni 1575 overleden abdis Irmgard gravin van Diepholz, de armen van Steele 200 daalders nagelaten heeft, welke som heden door de executeur testamentair van de abdis, Dietrich van der Horst, ambtman van Düsseldorf en Angermund, Hinrich Knippinck van Grimberg, Everhard van Schüren van Horst op de Roer en Thomas Reppelmundt, is uitbetaald en waarvoor Everhard van Schüren een rente verkoopt.

Op 10 mei 1585 verkopen Franciscus Kartz van Linnich, pastoor, Elbert Kolman, Johan Raetman, kerkmeester, Henrich Tossen en Henrich Schmidt, burgemeesters van Scheele, Eberdt Dorneman, Johan van Velde, Henrich Schulte van Issingk, Eberdt Kallepell, Jürgen Schulte van Schonscheidt, parochieleden, Herman op de Brinck, Dieterich in de Stein, Laurenz Bierman, Eberdt Wijtken, Eberdt Bierman, Johan Schundt, Eberdt Schomecher, burgers van Steele, aan Eberhard van Schüren, heer van Horst op de Roer, en zijn echtgenote Veronica Knipping, een kamp in Boeler Aijen.

Op 8 juli 1589 geeft Arndt van de Vitinckhoefe aan Everd van Schüren van Horst op de Roer het recht om een rente terug te kopen. Op 22 juli 1591 oorkondt Dithmar van Dinsing van Berentopf, richter van Bochum, dat Eberhard van Schüren van der Horst op de Roer, en zijn echtgenote Veronica Knipping, het allodiaal goed Hinderfeld in het ambt Bochum, aan Jürgen Borcherics, burgemeester van Hatneggen, verkocht hebben. Op 30 juli 1592 verpachten Eberhard van Schüren van der Horst op de Roer en zijn echtgenote Veronika Knipping, het goed in de Dornen aan Johan in de Dornen en zijn echtgenote Niesen.

Op 5 september 1597 sluit Veronica Knipping, weduwe van Schüren van Horst op de Roer, een verdrag met Dietrich Tossen van Boel, Ebert Wijtkhens en Johan in de Haekhe, burgers van Steele, waarna de weduwe het land in Boeler Aijen op de Wehrsbrinck op de Hanenkhamp aan Dietrich Tossen overdraagt en daarvoor land in de Boeler Mark, land op de Hohnholte, op de Edelchloe, op de Hülsberge en op de Holteijerkamp tussen de vertakkingen van de Roer behoudt. Op een onbekende datum omtrent 1597 bekent Veronica Knipping, weduwe van Eberhard van Schüren van Horst op de Roer, een schuld tegenover Gertgen Scheel, burger van Essen, en zijn echtgenote Anna Gossens.

 

Uit dit huwelijk:

Margareta van Schuijren van der Horst

Everhard van Schuren tot Horst, heer van Horst (1604)