Duijfhuijs, Henrick Petersz (1568/69-1630)

Henrick Petersz Duijfhuijs, zoon van Peter Cornelisz Duijfhuijs en Elsge NN, geboren 1568-1569, overleden juli-augustus 1630 (aangetekend 2 augustus 1630), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht (#)

Ondertrouwd op 9 juli 1592 te Utrecht (#) met

Dirckgen Cornelis de Cruijff, dochter van Cornelis Dircksz de Cruijff, geboren ca. 1570 te Dwarsdijk, overleden december 1654-januari 1655 (aangetekend 2 januari 1655), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht (#)

 

Bronnen: 1) Het geslacht Duyffhuys te Utrecht, J.D. van Voorst van Beest. In: De Nederlandsche Leeuw, jrg. 62 (1944), 2) hetutrechtsarchief.nl, 3) razu.nl, 4) NT00061_10. Nadere Toegang op inv. nr. 10 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) NT00061_27. Nadere Toegang op inv. nr. 27 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Op 24 mei 1596 transporteren Aert de Cruijff en Henrick Peters Duijfhuijs een huis, erf en kamer aan de oostzijde van de Nijeuwstraat te Utrecht aan Aert de Cruijff.
Op dito transporteert Aert de Cruijff een bouwhuis met erf en camer, het erf streckende van de halve path tot aan Goort Segers erf. Teerlingsteech aan Henrick Petersz Duijfhuijs.

Op 20 oktober 1598 Cornelis de Cruijff gedaagde versus Gerit Jansz de Cruijff impetrant; Anna Dirck de Cruijfsdr 60 jaar oud en huijsvrouw van Jan Jansz opde Eersbil verklaart dat de moeder van gedaagde [ook moeder van haar getuige en bestemoeder van de impetrant] heeft op 80-jarige leeftijd gedeeld; impetrant was knecht bij gedaagde, zijn oom; Henrick Petersz Duijffhuijs oud 29 jaar en Gerrit Jansz de Cruijff voorschreven zelf is ook 29 jaar.

Op 8 december 1599 wordt een testament opgesteld van Elsgen Peter Cornelisz Duijffhuijs weduwe, sieck te bedde leggende, ‘nochthans het gebruijck haerer redenen en verstandts volcomelick magtigh’. Genoemd zijn de heeren van St. Jan en haar zeven kinderen Adrijaen Duijffhuijs, Thomas Duijffhuijs, Cornelis Duijffhuijs, Henrick Duijffhuijs, Christoffel Duijffhuijs, Anna Duijffhuijs, Bartgen Duijffhuijs, alle zeven geprocreert bij Peter Cornelisz. Duijffhuijs, haren man.

In het register van Oudschildgeld van Cothen uit 1600 wordt genoemd Hendrick Peterss Duijfhuijs als gebruiker van 22 morgen.

Op 24 februari 1606 treedt Henrick Petersz Duijffhuijs op als voogd over het onmondige kind van zijn overleden zuster Jannichjen Duijffhuijs. Op 3 augustus 1614 compareert Jan Lachmondt voor het Gerecht van Witte Vrouwen om te getuigen, dat oom Duijffhuijs het momberschap naar behooren heeft waargenomen en dat hij de administratie en verrekening zijner revenuen in orde uit zijn handen heeft ontvangen.

Op 6 januari 1610 hypothekeert Henrick Petersz Duijffhuijs Sr, erfgenaam van Peter Cornelisz Duijffhuijs wonende buijten Tollesteech 2 morgen geheten de Rijnacker in Jutfaas Overeind.

Op 11 juli 1614 transporteren de erfgenamen van Adriaen Willemsz Keijser een morgen land, gelegen op Covelswade, aan Hendrick Duijffhuijs den Oudsten.

Op 2 februari 1626 transporteren de erfgenamen van Aelbert Janszoon de helft van 5 morgen bouwland op de ,,cleijne covelsweijde” aan hem en aan Willem~ Adriaensz van Werckhoven. Ook gebruikte Hendrick de Oudste nog 4 morgen land gelegen op Hoograven, hetgeen blijkt uit een acte van 3 juli 1626.

Op 29 februari 1629 stellen Henrick en Dirckgen in hun woning in Tollesteeg hun testament op. Daarin worden hun zonen Aert en Cornelis genoemd.

Op 28 januari 1641 legateert Dirckgen Cornelis de Cruijvendr weduwe van Hendrick Petersz Duijffhuijs jegenwoordig wonend Utrecht, het zoontje van Jannichge Duijfhuijs haar dochter bij Meerten van Zuijlen, Hendrick van Suijlen 600,-. Het zoontje van Baetje Duijfhuijs haar dochter bij Jorifaes Jansz, Henrick Jorifaesz; het zoontje van Gijsbertgen Duyfhuys haar dochter bij Eelgis Willemsz, geheten Hendrick Eelgisz en de zoon van Aert Hendrickx Duijfhuijs haar zoon ook geheten Hendrick, elk 100,- Evt voogd haar broeder Cornelis de Cruijff.
Op 14 april 1641 Meerten Cornelisz van Suylen wonend buijten de Wittevrouwenpoort noemt Dirckgen de Cruijff weduwe Hendrick Peterss Duijffhuijs zijn schoonmoeder.

Op 16 februari 1642 Dirckgen Cornelisdr de Cruijff weduwe van Hendrick Petersz Duijffhuijs, met Aert Hendrickx Duijffhuijs haar zoon, met Dirck Harmensz Kip x Petertgen Hendrickx Duijffhuijs haar dochter die aanvaard heeft 7 ½ hont op Covelswaede etc.

Op 13 april 1643 transporteert Dirckgen Cornelisdr de Cruijff weduwe Hendrick Petersz Duijffhuijs aan Dirck Harmansz Kip x Petertgen Hendrickx Duijfhuijs haar dochter 1 morgen op de Gansweijde gerecht Tollestege, geheten die Beste Morgen etc; genoemd de swagers etc; zij testeert weer 31 mei 1643.

Op 30 oktober 1646 benoemen Aert Henricxss, schoenmaecker, en zijn echtgenoot Anna Gijsbertsdochter Cleutingh, hun zwagers Jorifaes Janss van Mourick en Elias Willemss tot voogd over de na te laten onmondige kinderen en erfgenamen. Op 5 november 1650 benoemt Aert Henricxss zijn zwagers Dirck Harmanss Kip en Marten Gijsbertss tot voogd over de na te laten onmondige kinderen en erfgenamen naast langstlevende.

Op 14 november 1648 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld voor het huwelijk tussen Marten Ghijsbertss van Coten, jongman, en Gijsbertgen Henrix Duijffhuijs, weduwe van za. Elias Willemss van der Hoeff. Marten wordt geassisteerd door Cozin en Jan Ghijsbertss van Coten, zijn broeders. Ghijsbertgen wordt geassisteerd met Aert Henrixs Duijffhuijs haren broeder, Joriphaes Janss van Maurick, Dirck Hermanss Kip en Marten van Suijlen, hare zwagers, en Cornelis de Cruijff haren oom.

Op 31 december 1650 protesteren de onmondige kinderen van Jannichgen Henrix Duijffhuijsch, in leven weduwe van Marten van Suijlen, geassisteerd door hun grootmoeder Dirckgen de Cruijff en oom Aert Henricxx Duijfhuijs, tegen de aanvaarding van de nalatenschap van hun moeder.

Op 14 mei 1652 stelt Dirckgen Cornelisdochter de Cruijff haar testament op. Op 18 januari 1653 voegt zij hier een codicil aan toe met herroeping van de prelegatering aan de kinderen van dochter Jannichgen Henricx Duijfhuijs, verwekt door Marten van Suijlen, uitgezonderd het jongste kind Peter van Suijlen.

Op 26 juli 1655 vindt de scheiding plaats van de nalatenschap van Henrick Peterss Duijfhuijs ende Dirckgen Cornelis de Cruijf, in leven echtelieden. Erfgenamen zijn Aert Henricxx Duijfhuijs zoon, zijn onmondige kinderen, Bartgen Henricx Duijfhuijs dochter en weduwe van Joriphaes Janss van Mourick, haar mondige en onmondige kinderen, Marten Gijsbertss van Cothen gehuwd met Gijsbergen Henricx Duijfhuijs dochter, haar mondige en onmondige kinderen, de kinderen van Marten van Suijlen en Jannichgen Henricx Duijfhuijs, en Dirck Kip gehuwd met Petertgen Henricx Duijfhuijs dochter. De nalatenschap bestaat uit 7½ hondt bouwlandts genaamd de Ganseweij liggende in de gerecht Tollesteech in Covelswaeij – naar Dirck Kip en zijn vrouw, 1 mergen bouwlandts genaamd den Besten Mergen liggende op de Ganseweij in het gerecht Tollesteech. Enige posten waaronder een akker land van 2 morgen genaamd de Rijnacker gelegen in Jutphaas en een grafstede in de Nicolaaskerk in Utrecht, blijven gemeen. Op 26 november 1656 lenen Marten Gijsbertss van Cothen, Aert Henricxss Duijfhuijs en Bartgen Henricx Duijfhuijs f 300 van hun zwager Dirck Kip vanwege een lening ter aflossing van een schuld van f 400 aan Willem Gijsbertss Verhaer met machtiging aan Dirck Kip om bij wanbetaling de Rijnacker, groot 2 morgen gelegen onder Jutphaas, te verkopen. Op 7 april 1661 benoemen de (klein)kinderen en mede-erfgenamen van Dirckgen de Cruijff, in leven weduwe van Hendrick Peterss Duijffhuijs, Aert Duijffhuijs om met de overige mede-erfgenamen 2 morgen land genaamd De RIjnacker te Jutphaas te transporteren aan Dirck Hermanss Kipp wonend in de Tolsteeg en Petertgen Hendricx Duijffhuijs. Als erfgenamen zijn mede genoemd Bartgen Hendricx, Joost Joriphaess onmondige zoon van Bartgen Hendricx, mondige kinderen van Bartgen Hendricx zijnde Thomas, Annichgen, Weijntgen en Hendrick Joriphaess, Marten Ghijsbertss van Cothen, Wouter Egbertss van Cothen gehuwd met WIlhelmina Eliss, en Dirck Janss van Montfoort gehuwd met Cornelia Eliss.

Op 15 februari 1665 stelt Petertgen Duiffhuijs, gehuwd met Dirck Kip en wonende in de Ganssteech buijten de Tollesteechpoort, haar testament op. Als erfgenamen benoemt zij de kinderen van Bartgen Henricx Duijffhuijs weduwe van Joriphaes van Maurick, de kinderen van Gijsbertgen Henricx Duijffhuijs gehuwd met Meertgen Gijsbertss, Johan Duijffhuijs zoon van Aert Duijfhuijs, en de kinderen van Jannichgen Henricx Duijffhuijs in leven gehuwd met Marten van Zuijlen. Op last van lijftocht voor haar echtgenoot, met benoeming van haar echtgenoot tot executeur en voogd.

Op 26 september 1671 attesteren Joannes Hermss Heuverman, Henderick Andriess van Rees en Krijn Andriess van Rees over de rechtmatigheid van de voogdij van Aert Henderickss Duijffhuijsch over de onmondige kinderen van Meerten van Zuijlen en Jannichie Henderickss Duijffhuijsch, requirants zuster, opdat requirant in het Oost Indiens huijsch te Amsterdam gage van één van hen, Arien van Zuijlen, kan gaan innen. De overgebleven kinderen zijn Peter van Zuijlen oud 22 jaar, en Maria van Zuijlen oud 20 jaar. Jannichie Henderickss Duijffhuijsch en requirant zijn kinderen van Henderick Peterss Duijffhuijsch en Dirckje Cornelis de Cruijff, in leven echtelieden.

Op 8 november 1679 Weijntje Joriphaesdr van Maurick voor haarzelf en vervangende Henrick Joriphaesz van Maurick en Peter Brouwer gehuwd met Annichje Joriphaesdr van Maurick, samen kinderen van Bartje Henrickx Duijfhuijs, Dirck Jansz van Montfoort gehuwd met Cornelia van der Hoeff voor hemzelf en vervangende Wouter van Heerden weduwenaar Willema van der Hoeff, kinderen van Gijsbertje Hendricks Duijfhuijs, Johannes Duijfhuijs zoon van Aert Duijfhuijs, Frans ter Laeck gehuwd met Teuntje van Zuijlen voor henzelf en vervangende Maeijchje van Zuijlen en Peter van Zuijlen, kinderen van Jannichge Hendrickx Duijfhuijs, en Meerten van Zuijlen, samen erfgenamen van Petertgen Duijfhuijs in leven huisvrouw van Dirck Hermansz Kip, constitueren.

 

Uit dit huwelijk:

Cornelis Henricksz Duijfhuijs, overleden 1632-1633. Gehuwd met Maijchgje Jans, dochter van Jan Gerritsz van Odick, overleden augustus 1667 (aangetekend 26 augustus 1667), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Bartgen Hendricx Duijfhuijs, overleden 4 september 1685, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Ondertrouwd 30 januari 1625 en gehuwd 16 februari 1625 in de Geertekerk te Utrecht met Joriphaes Jansz van Mourick, houtkoper, geboren te Biest, overleden januari-februari 1650 (aangetekend 4 februari 1650), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Jannichien Henricks Duijfhuijs, overleden december 1650-januari 1651 (aangetekend 1 januari 1651), begraven in de St. Jobskerk te Utrecht. Gehuwd op 15 november 1628 voor het gerecht te Utrecht met Marten Cornelisz van Zuijlen, zoon van Cornelis Tonisz van Zuijlen en Jannichgen Meerten Cornelis, overleden februari 1649 (aangetekend 6 februari 1649), begraven in de St. Jobskerk te Utrecht

Gijsbertgen Hendricks Duijfhuijs

Petertjen Hendricks Duijfhuijs, overleden november 1669 (aangetekend 8 november 1669), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 1 juni 1633 voor het gerecht te Utrecht met Dirck Harmansz Kip, zoon van Harman Dircxsz Kip en Maijchgen Gerrits, overleden maart 1674 (aangetekend 9 maart 1674), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Aert Henricksz Duijfhuijs, schoenmaker, huidenkoper, overleden 15 maart 1696, begraven in de Buurkerk te Utrecht. Gehuwd op 25 januari 1640 voor het gerecht te Utrecht met Annichgen Gijsberts Cleutingh, dochter van Gijsbert Jansz Cleuting, overleden november 1646 (aangetekend 23 november 1646), begraven in de Buurkerk te Utrecht. Gehuwd op 16 januari 1647 voor het gerecht te Utrecht met Grietgen Crijnen, overleden 26 februari 1690, begraven in de Buurkerk te Utrecht