Buijser, Harman Willemsz (ca. 1595-)

Harman Willemsz Buijser, zoon van Willem Jansz Buijser en Cunera Harmans van Valckenborch, geboren ca. 1595, overleden < 5 juli 1634

Ondertrouwd op 30 mei 1619 en gehuwd op 9 juni 1619 in de Jacobikerk te Utrecht (#) met

Mechtelt Jacobs van Herwijck, dochter van Jacob Jacobsz van Herwijck en Hendrickien van Oosterhout, geboren ca. 1595, overleden <5 juli 1634

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) stadsarchief.rotterdam.nl

Op 20 februari 1619 wordt te Rotterdam de boedelinventaris opgemaakt door Franssoijse Frapp weduwe van Michiel Block Oppert. Genoemd wordt Harmen Willemsz Buijser. Op 21 november 1619 draagt Franssoijsgen Trappe weduwe van Michiel Block, over aan Joost Willemsz Remmerswael, sijdenlaeckencooper in Utrecht, haar vorderingen op Willem van Nack, Isaack Sneewijns, Joris Otten, Fransoijs Stapert en Cornelis Olijfierse sijdenlaeckencoopers in ’s Gravenhagen; op Hans Horijons, Pieter Aelbertsz, Cornelis Tack en Robbert Jansz, allen cramers te Utrecht, de registers hiervan berusten bij Jacob Heijnricksz ijsercooper in Schenckan in Utrecht, verder een vordering op Croes in Utrecht, een obligatie ten laste van Harmen Willemsz Buijser en een obligatie t.l.v. Adrijaen Boot te Utrecht, een vordering op de heer Westreenen te Utrecht dan nog een bedrag dat haar man betaald heeft als borg voor Jeronimus Dane coopman te Oijrlijens in Vranckrijck, een vordering op Jaccques Larmijt, coopman in Middelburch, een obligatie ten laste van Jonker Arent van Ples in Arnem in Gelderlant die berust onder Jan Smidt in Arnem en een obligatie ten laste van Jonker Brouckhorst in Nimmegen, die bij Stephen van Loon, procureur aldaar berust.

Op 5 juli 1634 stelt Willem Harmanss Buijser zijn testament op. Hij benoemt zijn grootmoeder Cunera Harmansdr van Valckesteijn tot erfgenaam. Na het overlijden van zijn grootmoeder successie op neef Peeter Janss Buijser en nicht Aeltgen Jans Buijser. Op 27 november 1634 wijst Cunera Harmans, weduwe van Willem Janss Buijser, prelegaat toe aan Willem Harmanss Buijser, zoon van Harman Buijser, en bepaling met betrekking tot het verband op de erfporties van de kinderen van beide haar overleden zonen (verwijzing naar het testament van dd 10 oktober 1629). Op 2 mei 1639 stelt Cunera Harmans van Valckenborch, wonende in de Joffrouwenstraet te Utrecht, haar testament op. Zij benoemt tot erfgenamen Willem Harmanss Buijser, zoon van Harman Buijser en Mechtelt van Harwijck, de kinderen van Johan Buijser en Hillichgen van Wijck, Peeter Buijser en Aeltgen Buijser.

 

Uit dit huwelijk:

1  Willem Harmansz Buijser