Boije, Arnold van der (-1610)

Arnold van der Boije, ridder (1592), eerste rekenmeester te Roermond (1585), raad van Keizer Rudolf II te Praag, zoon van Boudewijn Willemsz van der Boe en Alidth Booth, overleden in 1610 te Praag (CZ)

Gehuwd met

Anna van Lerchevelt

Gehuwd in 1592 (huwelijkse voorwaarden 3 juni 1592) met

Elisabeth van Baerle, dochter van Emont van Baerle en Agnes van Eijl, geboren 10 maart 1561, overleden 21 mei 1594

 

Bronnen: 1) archieven.nl, 2) De Navorscher, 42e jaargang. H.C.A. Thieme, Nijmegen, 1892, 3) Register op de Leenaktenboeken van Gelre en Zutphen. Het Kwartier Arnhem, J.J.S. Sloet en J.S. van Veen, 1917, 4) collectieoverijssel.nl, 4) www.users.on.net/~fsalzbor/, 5) Vermeldingen van Boudewijn Willemsz van de Boe. Franz Salzborn Mei 2011, 6) Bijdrage tot de geschiedenis der Graven van Kessel. Medegedeeld door Ed. Bosenkrantz. In: De Maasgouw. Opgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde, 15 Maart 1901, N° 5, 7) geldersarchief.nl, 8) verenigdebooten.nl

In 1567 doet Boudewijn van der Boe, rekenmeester van Gelderland te Arnhem, zijne twee zoons Arnold en Willem, ieder voor 44 Caroli-gulden bij Mr. Dirk van der Goude, schoolmeester van de St. Hieronymusschool te Utrecht, op school en in huis. Voor de som werd ieder kind onderhouden “in havenen van ’t lichaem, wormcruijt geven ende in lappen, benaijen, wasschen, vier ende licht, eeten, drinken, besorgen van voor ijder een bedde en decxelen”.

Op 12 februari 1574 missive van het Hof aan Requesens. Sedert de inneming van Zutphen zijn alle privelegien, renten enz. der stad in handen van Z.M. waarvan de rekenkamer de administratie heeft. Daaronder zijn ook 3 praebende in de St. Walburgskerk aldaar. Hiervan is een vacant. Willem van Gendt, raadsheer, en Boudewijn van der Boe solliciteeren voor hunne zonen. Het Hof verzoekt voor ditmaal Arend van der Boe met de vacantie praebende te begiftigen en bij gelegenheid van een nieuwe vacature den zoon van van Gendt.

Hij volgt zijn vader in 1585 op als eerste Rekenmeester van de Habsburgse Hollands-Gelderse Rekenkamer te Roermond en is daarmee belast met de financiële zaken van alle Noord Nederlandse gebieden die nog onder Spaans gezag staan.

Op 13 maart 1592 wordt hij tot ridder verheven door Keizer Rudolf II.
Op 3 juni 1592 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld voor het huwelijk van Arnold vander Boije, zoon van Baldervijns vander Boije en Jonffer Aluth Boot, met Elisabeth van Baerle. Arnold brengt in o.a. het huis “De Gulden Spijker” te Arnhem, land in St. Jacobswoude (nu Woudbrugge) en een landgoed “de Loo” op de Veluwe.

In 1609 is een overeenkomst gesloten tussen Christina van Baerloe, Anna van Baerloe, Jor. Godart van Hardenraidt, Lijsbeth van der Boije dochter van wijlen Lijsbeth van Baerloe, en Niclaes Spee, scholtis van Dalenbroeck, ‘als van wegen de nagelatene kinderen van Wilhelm van Baerloe en Anna van Spee’.

Arnt van der Boe, erve sijnes vaders Boudewijns, erft op Willem van der Boe, sijnen soon, die beleent is 12 Martii 1612 met ’t Huijsken, genoemt den Gulden Spijcker, met allen sijnen toebehoren, gelegen buijten der stadt Arnhem in den lande van Gelre.
Het Gulden Spijcker lag in het huidige Sonsbeekpark te Arnhem ter hoogte van de grote vijver (zie afbeelding links tekening van Jacob van Deventer, circa 1560-1570).

 

Uit het 1e huwelijk:

Arnoldus van der Boije

Maria Mechtild van der Boije. Gehuwd met Nicolaes von Schradeck, kolonel, gouverneur van Regensburg, keizerlijke majoor, kamerheer

Philips Emanuel van der Boije

Willem van der Boije, raad van de keizer in het parlement van Bohemen (CZ), overleden 1658. Gehuwd met Elisabeth von Bergh

Uit het 2e huwelijk:

Elisabeth Alita van der Boeije