Baerle, Emont van (1515-1589)

Emont van Baerle, heer van Overen, Berckt en Roesdonk, lid van het Ridderschap van Overkwartier (1555-1579), zoon van Peter van Baerle en Anna van Dursdael, geboren 20 december 1515, overleden 3 juni 1589

Gehuwd (huwelijkse voorwaarden 24 oktober 1554) met

Agnes van Eijl, dochter van Willem van Eijll en Christina van den Sande, geboren 1523, overleden 9 oktober 1602

 

Bronnen: 1) archieven.nl, 2) geldersarchief.nl, 3) archiefroermond.nl, 4) genwiki.nl, 5) Bijdragen tot de geschiedenis der Graven van Kessel, Ed. Rosenkrantz. In: De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal en Letterkunde, 23e jaargang, 15 maart 1901, no. 5, 6) Eene scheidsrechterlijke uitspraak in een geschil tusschen de ingezetenen der kerspelen Baarlo en Maasbree over eene weide 1561 mei 20, P. Doppler. In: De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche Geschiedenis, Taal en Letterkunde, 48e jaargang, november-december 1928, no. 11-12

Op 11 mei 1535 vindt te Roermond de deling plaats van goederen uit de nalatenschap van Emont’s vader Peter van Baerle tussen Emont en zijn zuster Eva van Baerle. Eva verkrijgt onder andere de hof Westering te Maasbree. Getuigen zijn Rabet van Dursdael, grootvader, Jan Moreel, Henrick, Christoffer, Arnt en Wijnand van Dursdael, ooms, Derick van Cruchten, schout van Roermond, Dederick Houfft, Lambert van Cruchten en Mechteld van Cruchten, weduwe.

Op 8 juli 1544 en 21 april 1556 verheft Emont van Baerle Overen. Emont’s opa, Rabeth van Dursdael sterft in 1544.
Van 18 oktober 1544 ‘op sente lucasdach des heijligen evangelisten’ dateert de brief van scheiding en deling tussen Johan van Lom en Emont, handelend over de goederen, die na hun de dood van Rabeth toegevallen zijn. Zelf moeten ze die verdelen in twee gelijke delen. Deze brief wordt bezegeld door Willem van Hushaeven en Arnt van Dursdael, schepenen van Roermond. De erfenis bestaat uit Rabeths’ huis, op de Dries gelegen, de huidige Voogdijstraat, ‘mitten huysen darover gelegen’, de pacht en de hof Ter Beke te Grefrath, 11 bunder land voor de stad Roermond, 10 morgen land in de Weerd, 20 goudgulden jaarlijks op het land van Horn en 4 gougulden ieder jaar van de stad Roermond. Het halve huis in de Steegstraat en daarbij nog de ‘clumpemekers Schruyre’.

In 1548 worden Emont van Baerle en Anreas Pollart verzocht als scheidsmannen te fungeren in een erfeniskwestie.

Op 18 februari 1551 verkoopt Mathias Vinck, deken van de Heilige Geest, voor zich en namens Emont van Barle c.s., hun recht op een huis in de Oliestraat tussen Goessen van Dulcken en wijlen Johan van den Grient, aan Goessen van Dulcken voornoemd.

Op 8 mei 1553 ruilen Johan van Lomme en Mathias Severijns, schepenen van Roermond, provisoren van het gasthuis op de Steenweg, met toestemming van de raad der stad met Emont Baerle de erfrente van 2½ malder rogge, die Emont aan het gasthuis schuldig is, gaande uit het goed ‘der alder off wuester schueren’ te Averen, tegen een erfrente van 2 malder rogge gaande uit het goede ‘die Slaij’, en een van 1 malder gaande uit 2 morgen beemd van Leonart Huijlartz in de Oe onder de dingbank Herten en Ool, volgens de akten die de provisoren hebben ontvangen. Op 8 oktober 1592 vindt aflossing plaats.

Op 22 april 1554 verklaren Jan Kuper, Gijs Rameck van Lijn, Jan Rameck van Lijn en Daniel van Lijn schuldig te zijn aan Emont van Barle 40 daalders wegens hout, te betalen voor St Jan a.s. 20 daalders en 20 op Remacli e.k. Borgen zijn Peter van Kessel de timmerman en Herman Kee van Lijn.
Op 24 oktober 1554 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld tussen Emondt van Barle en Agnes van Eijll. Het huwelijkscontract wordt bezegeld door Johan van Lom, Christoffer van Dursdael, Arnt van Dursdael, Johan van Stalbergen, die getrouwd is met Catharina van Lom, Jacob van Eijll, Johan van Wijttenbhorst, Frederick Schellart van Obbendorp en Thomas van Apeltheren.

Op 9 maart 1555 verkopen Thijs Boetzkens van Breij en Luijte, echtelieden, een plaatsje in het vierkant met kelder aan zijn huis op de Swalmerstraat, uitgaande aan Emont van Barle achterste muur zoals is afgepaald, aan Emont van Barle. Emont moet een muur vanaf de straat achterwaards optrekken tot 45 of 46 voet, waar Thijs bij herbouw mag inbalken en nadere voorwaarden.
Op 14 december 1555 zegelt Emondt van Barll bij de huwelijkse voorwaarden tussen Godaert Pannekoeck, raad van Philips II als koning van Engeland, en Elisabeth van Eijll, dochter van wijlen Wilhelm en Christina van den Sandt.

Op 5 april 1557 Emondt van Baerle, Meester Gaert Pannenkoick en Joffer Jan van Eijll potentiaverunt Meester Cornelis van der Borch en Jan Becker alle hun zaken, die zij alhier binnen Arnhem aan de rechten te doen hebben of krijgen mogen, met recht daarom te vorderen of met vriendschap te winnen, te verliezen.
Op 19 november 1557 wordt te Roermond geboren Anna van Baerle, dochter van Emont en Agnes van Eijll. Doopheffers zijn Emonts neef Henrick van Barick, zoon van Hendrik van Balderick genaamd Barick en van Eva van Brede uit 2e huwelijk, die 1 daalder en 1 nobel pillegift geeft, en ‘ons moen van Bavilo’.

Op 17 november 1559 machtigt Emont van Barlo, Willem Botz in alle zaken voor het gerecht Roermond tot wederroepens.

Op 18 februari 1560 beleent Sijbert van Berensou, leenheer van het Huis Bree, Emondt van Baerll met de hof Braukshoiff angenn Broich, gelegen in het kerspel Bree.

Op 20 mei 1561 wordt een scheidsrechterlijke uitspraak gedaan in een geschil tusschen de kerspelen Baarlo en Maasbree over eene weide, toegewezen aan Maasbree tegen schadeloosstelling aan Baarlo, gemeenschappelijke plaatsing der palen op ’t Broek enz., door Sijbert van Bernsouwen, Reijner Hillen en Lambrecht van Cruchten, burgemeester van Roermond, geërfden, en schepenen Driesken Jacops en Peter Thijss, namens Maasbree, en Johan van Eijll te Baerllo, Johan van Holtmoelen, Emondt van Barlle, geërfden, en schepenen Peter van der Boedunck en Henrich Sphede, namens Baarlo, bijgestaan door Johan van Wijttenhorst, heer ter Horst, drost van het land van Kessel, Johan van der Voort, schout van dat land, en Adolph van Ghoer als “Bavenlude”.
Op 10 juli 1561 dragen Eva van Impell en Marten van Oienn de jonge, aan Johan van Wijck, stadhouder der lenen van het huis Huis Broekhuizen, verschillende leengoederen onder andere hoeve Enckevoirt te Baarlo op, die daarmee Emoendt van Barloe ten behoeve van die van Barick en die van Impell beleent.

Op 2 oktober 1563 ‘des anderen daghs nae senct remeijsdach episcopi’ oorkonden Johan van Lom en Wijhelm van Hushaven, schepenen te Roermond, dat Emondt van Baerle een zekere som mag aflossen aan Cathrijn, huisvrouw van Godert Houffts.
In 1563 beleent Goessen van Raesfeldt zu Eijll, Emundt van Barle mede ten behoeve van Johan van Eill zo Baerlo met het goed Koesdunck en het goed zom Berckten.

Op 6 december 1564 op dach Nicolai Episcopi voor richter en schepenen van Ophoven en Geistingen inzake een som geld uit te betalen aan Emondt van Bairle en diens vrouw Agnes van Eijll. Daarbij is ook sprake van de familie Heister.

Op 9 augustus 1566 verklaart Simon Dorman genaamd Bruijn, dat hij op een huis op den Oeveren gelegen heeft gebouwd en getimmerd toebehorend aan Emont van Barloe en geeft garantie. Staat garant met al zijn goed te Roermond.
Op 12 oktober 1566 is Henrich van Doren betaald wegens de plaats Achter de Luif die Emond van Barloe van hem gekocht had voor 120 gulden brab, onder voorbehoud dat 9½ gulden brab die Emond inhoudt tot Henrich met de parochiekerk tot een accoord is gekomen, vermoedelijke over de aflossing van een rente.

Op 30 september 1570 attesteren Willem van Merwijck, drost van Montfort, en Emondt van Barloe, als leenmannen en Lambrecht van Cruchten en Gerart van Hamerstein, schepenen van Roermond, dat op verzoek van jonkvrouw van Wittenhorst, vrouwe van Hemert, aan Lutger van Vlodorp, erfvoogd van Roermond, betaling van hoofdsom en verlopen rente is gevorderd vanwege de overeenkomst eertijds gesloten tussen Gerart van Vlodorp, vader van Lutger, en Lubbert Torck, waar op Lutger geantwoord heeft dat de zaak ook anderen betrof waaronder de heer van Schinnen, Wijnck Kellener en ander niet aanwezigen.

Op 12 februari 1571 verklaren de gezamenlijke schepenen van het ambt Montfort de leden van de ridderschap van het ambt Willem van Merwick, drost, Willen Frijmersum, Emont van Barle en Johan van Houlthousen, die zich garant hebben gesteld voor betaling van schatting aan de koning in 1571-1574 van het ambt, schadeloos te zullen houden.

Op 5 januari 1572 is Emont van Barle aanwezig bij het opstellen van het huwelijkscontract tussen zijn nichtje Johanna van Lom nagelaten dochter van wijlen Johann en Eva van Bairle, en Dederich Pollart zoon van Andries en Anna van den Wijse.

Van 26 maart 1582 dateert een brief van het Hof aan de prior van het klooster te Sint Odiliënberg houdende dagvaarding naar aanleiding van een rekest van Emond van Baerle aangaande het teruggeven van de in gebruik gegeven Duivenbeemd, behorend bij het leengoed Overen.
Op 4 juli 1582 Jonffr. Agneta van Eijll genaamd van Baerl voor haar zelf en mede als gemachtigde van haar L. eheman Emont van Baerl, van wie haar L. een volmacht, voor richter en schepenen der stad Hensbergh op 31 mei 1582 op haar gepasseerd, toonde, heeft gesubstitueerd de Erentfeste Cornelis van Gendt, Mr. Henrick Wissinck, Gerard van de Paeverdt en Mr. Jacob Praist in de zaak, zo zij e.l. als medeerfgenamen van Jonffr. Johanna van Eijll, hun L. zuster, tegen Johan van den Sande te doen hebben, en voorts in omnibus.
In 1582 op sant Johans decollationis avent verklaren schepenen en richten van Vlodrop en Posterholt, dat jor. Emondt van Barle met toestemming van zijn vrouw Agnies van Eijll heeft ontvangen van C. Dahmen, burger te Roermond en diens vrouw, de som van 200 daalders.

In 1609 is een overeenkomst gesloten tussen Christina van Baerloe, Anna van Baerloe, Jor. Godart van Hardenraidt, Lijsbeth van der Boije dochter van wijlen Lijsbeth van Baerloe, en Niclaes Spee, scholtis van Dalenbroeck, ‘als van wegen de nagelatene kinderen van Wilhelm van Baerloe en Anna van Spee’.

 

Uit dit huwelijk:

Peter van Baerle, geboren 8 september 1555 te Roermond, overleden 1556

Christina van Baerle, geboren 25 september 1556, overleden 13 september 1622

Anna van Baerle, geboren 19 november 1557 te Roermond, overleden > 1609

Wilhelm van Baerle, heer van Overen, geboren 25 oktober 1559, overleden 13 mei 1602. Gehuwd op 8 mei 1593 met Anna van Spee, dochter van Nicolaes Spee en Maria de Heijster

Elisabeth van Baerle

Eva van Baerle, geboren 12 juni 1563 te Roermond

Agnes van Baerle, geboren 28 mei 1568 te Roermond, overleden 1 september 1602. Gehuwd in 1594 met Godfried van Hardenraet