Barten, Joost (-1624/26)

Joost Barten, zoon van Bart Cornelissen en Adriaentgen Joosten, overleden 1624-1626

Gehuwd met

Fijken Govers, dochter van Govert Dircxsz en Marike Frans, overleden 1653-1654

 

Bronnen: 1) hogenda.nl, 2) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1602-1611. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 3) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1614-1618. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 4) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1615-1627. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 5) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1628-1646. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer, 6) Leerdam, oud-rechterlijk archief 1619, 1663-1726. Ir. A.I. Grabowsky m.m.v. B. de Keijzer

Op 21 december 1605 transporteren Anthoni ter Lauw Fransz als oom en voogd van Grietgen Rutgersd zijnde zijn broers weeskind; Adriaen Dircxsz van Slingerlant als oom en medevoogd van voornoemd kind, aan Joost Barten en Lenaert Fransen als oom en voogd van Metge Govertsdr voor de ene helft en Otge Jansd x Jan Aertsz zaliger voor de andere helft, 268 roeden land op Oosterwijk buitendijks.

Op 19 maart 1614 transporteren Anneke Thonisdr weduwe van Cornelis Florissen van Diemen met haar gekozen voogd haar schoonvader Geraert van Rooijen, mitsgaders Herberen Flooren als voogd van de nagelaten weeskinderen van eerst genoemd echtpaar, met name Anthonette, Geertgen en Jenneken Cornelis Floriszdrs, aan Adriaentgen Joosten weduwe van Bart Cornelissen en haar zoon Joost Barten 2½ morgen ½ hont op Nieuw Schaik, strekkende van de halve Diefdijkse sloot tot de middelwetering.

Op 23 maart 1615 vindt de deling van een boedel plaats tussen Joost Barthen x Fijke Cornelis, te eenre en hun zwager en zuster Peter Janss x Metghen Cornelis, te andere, uitgesondert dat wat Govert Dircxs x Marike Frans reeds aanbestorven is en wel als volgt:

  • Joost Barthen 7½ hont op Oosterwijk, strekkende van de heijnthuijn tot de gemene weg; nog 1 morgen aldaar, strekkende van Leenert Franss tot de tiendweg; nog ½ morgen als boven gemeen met Peter Janss in 1 morgen op Klein Oosterwijk, strekkende van de griendtsloot tot de tiendweg toe; nog een boomgaert als boven; nog 14 hont in de Meijnt, strekkende van de Meijntse dijk tot de meulensloot; nog 10 hont op Nieuw Schaijk, strekkende van de middelwetering af tot Willem Aelberss,
  • Peter Janss 7½ hont op Oosterwijk, strekkende van Jasper Melchiorss grient tot de tiendweg; nog als boven, strekkende van Leenert Franss tot de broekgraeff; nog ½ morgen gemeen in ’t Smaelweer, strekkende van de oelsloot tot de tiendweg; nog 1 morgen op Hoog Oosterwijk in de “Nootenboomen hoeff”, strekkende van de grientsloot tot de tiendweg; nog een huis te Leerdam over de Vliet

Op 15 mei 1619 transporteert Hendrick Aartss, wonende te Culemborg, aan Joost Barten 7 hont op Nieuw Schaijk, strekkende van de middelwetering tot de dwarssloot. Het land wordt gevrijwaard met een weerke op Loosdorp, strekkende van de Meijntse kilspit af tot de Middelcoper kilspit.

Op 4 juni 1630 transporteert Adriaen Jan Segerse, oud burgemeester van Leerdam, aan Fijken Goevers x Joost Bartten zaliger de helft van 6½ hont onverdeeld met koper op Nieuw Schaijk, strekkende van de Middelwetering tot de dijksloot.

Op 30 juli 1635 Fijke Ghoverts weduwe van Joost Bartten zaliger, te eenre en Govert Joosten en Gijsbert Jansen x Aertien Joosten, beiden kinderen van eerst genoemd echtpaar, te andere, deling als volgt:

  • de weduwe: de helft van huis en hofstad aan de Diefdijk, strekkende van de dijksloot tot de Geersloot; nog 16½ hont op Nieuw Schaijk, strekkende van de dijksloot tot de middelwetering; nog 13 hont in de Meijnt strekkende van de Meintse dijk tot de Molensloot; nog 2 morgen op Acquoij genaamd “Jan Brienenss” camp, strekkende van de dwarssloot tot de weg; nog 1 morgen op Oosterwijk, strekkende van de heijnthuijn af tot de tiendweg; nog ½ morgen gemeen met Metien Goverts op Oosterwijk,
  • Govert Joosten: 10 hont op Nieuw Schaijk, strekkende van de middelwetering tot de dwarssloot; nog 7½ hont op Acquoij, strekkende van de weg tot de dwarssloot; 7½ hont op Groot Oosterwijk, strekkende van de Heijnthuijn af tot de tiendweg,
  • Gijsbert Jans: 1 morgen op Clein Oosterwijk, strekkende van de grientsloot tot de tiendweg; nog 7 hont op Nieuw Schaijk, strekkende van de dwarssloot af ttot de wetering toe; nog 2½ hont op Acquoij gemeen met de kinderen van Cornelis Bartten; nog 7½ hont aldaar, strekkende van de dwarssloot af tot de Kuijlenborgse Vliet. Bovendien ontvangen de 2 kinderen de andere helft van de hofstede a/d Diefdijk

Op 29 december 1640 testeert Fijke Goverts, weduwe van Joost Bartense zaliger. Zij benoemt tot haar erfgenamen:

  • haar zoon Govert Jooste: de helft een hofstede met huis etc. staande aan de Leerdamse Diefdijk waarvan hij de andere helft reeds bezit; nog 4½ hont op Nieuw Schaijk; nog 2 morgen 1 hont in de Meijnt,
  • Joost, Maeijke en Johan Gijsbertss zijnde kinderen van haar dochter verwekt door Gijsbert Janssen: 2 morgen op Acquoij; nog 1 morgen op Hoog Oosterwijk; nog ½ morgen aldaar.

 

Uit dit huwelijk:

Govert Joosten

Aertge Joosten, overleden < 18 augustus 1650. Gehuwd met Gijsbert Janssen van Santen, overleden > 22 april 1654