Zijl, Jan Cornelisz van (ca. 1590-1647/49)

Jan Cornelisz van Zijl, timmerman te Jaarsveld, geboren ca. 1590 te Jaarsveld, overleden 1647-1649

Gehuwd met

Catharina Gerrits Crieck, dochter van Gerrit Cornelisz Crieck en Barbara Adriaans, geboren ca. 1595 te Jaarsveld, overleden < 14 augustus 1659

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Geslachten uit Zuid-West Utrecht. Van Zijll (Benschop-Jaarsveld), E. van Alpen. In: Gens Nostra, jaargang 26 (1971), pag. 303-306, 3) hogenda.nl, 4) Jaarsveld, Oud-Rechterlijkarchief 1635-1643, T. Oskam, 5) Jaarsveld, Oud-Rechterlijkarchief 1646-1653, T. Oskam, 6) Jaarsveld, Oud-Rechterlijkarchief 1653-1660, T. Oskam, 7) Gezinsklapper Lopik / Cabauw, H. de Bruin & A.W. den Hartogh-Zijderveld, juni 2013, 8) rhcrijnstreek.nl

NB: Verschillende genealogieën wijzen Cornelis Willemsz van Zijl en Heilwig van Brederode aan als ouders van Jan Cornelisz van Zijl. Ik heb daar geen bewijs van gevonden. 

Op 21 oktober 1636 verclaert Gerrit Cornelisz Krieck dat hij over seeckere jaren Trijntgen Gerrits, sijne dochter, ten houwelick vuijtgeset hebbende aen Jan Cornelisz timmerman, hij mette selve sijne dochter belooft heeft te geven, gelijck hij geeft mitsdesen aen de voornoemde Jan Cornelisz, sijnen swager, seecker huijsgen en erfgen stande en gelegen aen de Graeff in Jaersvelt, daer O. Jan Claesz en W. Arien Jaspersz, N. de voorweteringe ofte Nieuwevaert van Lopick en Z. de kade mette wetreing van de Graeff naest gelegen sijn.

Op 1 januari 1646 compareerde Gerrit Cornelisz Crieck, dewelcke transporteerde ten behoeve van Jan Cornelisz timmerman, zeker huisinge en erve staande en gelegen omtrent de Driesprong, strekkende van de Graeffe wetering tot de nieuwe vaart van Lopick toe. De comparant bekende betaald te zijn met de somma van 300 gld.

Op 28 februari 1647 ‘Den lesten februarij anno 1647. Bij den inhouden vanden jegenwoordigen instrumente zij eenen ijgelijck kennelijck ende openbaer, dat op huijden den lesten feb. 1647 ouden stijll voor ons schout ende schepenen naer genoempt gecomen ende gecompareert zijn Gerrit Cornelisz Crieck ende Barbara Arijens dr. echteluijden woonende inde polder vande Graeff in dese vrijheerlicheijt Jaersvelt gesont van lichamen ende wel te passen [….] ende comende ter dispositie van de selve hare goederen, soo hebben zij comparanten omme sonderlinge gonsten lieffde ende affectie malcandereninden huijwelijcken state bewesen ende wederover gemaeckt ende besproocken het Usufructum ofte vruchtsgebruijck van elckanderen goederen soo roerende als onroerende [..] zulcx der eerst overlijdene t selve metter doot ruijmen ende achterlaten omme de vruchten vandien bij den langstlevende geproffijteert te werden. Ende dat in rechten lijfftochte ende lijfftochten rechte. Verclarende voorts naer het overleijden van beijden in alle haere naer te latene goederen tot hare eenige ende universele erfgenamen te nomineren hare samentel. kintskinderen ende desselffs descendenten bij representatie zoo wel in svaders als moeders plaetse ende dat naer rechten van Suijthollant. Begeerende nochtans wel expressel. dat de kinderen van Trijntgen Gerrits gewonnen aen Jan Cornelisz Timmerman, mitsgaders de kinderen van Grietgen Gerrits verweckt aen Thonis Jansz timmerman met de kinderen van Maertgen Gerrits geprocreert aen Cornelis Reusen voor haere erffportie zullen hebben ijder een gerecht derde paert in zeeckere vier mergen lants leggende ontrent den driesprant boven de kercke van Lopick, gelijck mede haer Testateuren begeerte is dat de kinderen van Cornelia Gerrits verweckt aen Willem Roockens ofte naer desen noch te procreeren zullen voor haer contingent hebben ende behouden de hoffstede daer zij testateuren op woonen groot zijnde ontrent anderhalff mergen lants, mits dat deselve kinderen daer op zullen moeten wtreijcken ende goet doen aende kinderen van Adriaentgen Gerrits gewonnen bij Pieter Sweren de somme van drie hondert car. gul. te XL grooten t’stuck zonder meer. Willen vorders zij testateuren dat de kinderen van Corsjen Gerrits gewonnen ofte noch te winnen aen Hendrick Aertsz schoenmaecker voor haer erfdeel zullen hebben zeeckere huijsinge ende erve staende tusschen Graven ontrent de hofstede van Gerrit Vrancken daer voor desen zij testateuren op gewoont hebben zijnde erfpacht groot ontrent een hont lants met de lasten van twee gulden jaerlijcx ende daer en boven noch de zomme van vier hondert car. gulden welcke vier honder gulden zullen moeten comen wt de penningen te procederen bij vercopinge van zeeckere huijsinge staende binnen der stede Iselsteijn zijnde de selve huijsinge belast met het capitael van drie hondert ende vijftig gulden die Jan Cornelisz timmerman voorñt daer op spreeckende heeft. Ende wijders is haer testateuren begeerte noch dat de kinderen van Arijaentgen Gerrits dr. za: voor haere erffportie sullen hebben seecker hofstedeken leggende inde polder van de Graef voors. daer zijluijden met Pieter Sweren haer vader jegenwoordich op woonen groot ontrent drie hont lants ende daer en boven noch proffiteren alsulcke drie hondert car. guldens als de kindern van Cornelia Gerrits als hier voren geseijt is op haer erfportie te ruggen sullen moeten keeren. Institueerende d’selve kintskinderen in vougen hier voor verhaelt daerinne met vollen rechte van institutie. Beheltel. nochtans dat de ouders vande zelve kintskinderen als de kinderen van hen testateuren daer van zullen hebben ende behouden haer leven lang geduijrende het usufructum ende vruchts gebruijck van elcx haer gespecificeerde erffgoederen zonder dat zijluijden nochtans d’selve teeniger tijtsullen mogen beswaren ofte veralieneren maer onbelast laten ten behouve vande voors. geinstitueerdens. Ende belangende de andere ende vordere goederen des boedels zoo van huijsraedt als lijnwaet, wolle, beddens, deeckens, ijserwerck, houtwerck als aardewerck met de in ende wtschulden al smede het gunt de huijsinge tot Iselsteijn boven de seven hondert ende vijftich car. guldens voren verhaelt zal comen te gelden. Item het gelt dat naer het overlijden vande langstlevende inden boedel bevonden zal werden, sal gedeijlt ende geerft werden bij haer testateuren tsamentel. kinderen ende bij gebreecke vande selve haere kinderen bij representatie als voren ende dat in voldoeninge vande selfs kinderen legittime portie. Welverstaende ofte het gebeurde dat zij testateuren ofte de langstlevende t’eeniger tijt goet vonde eenige landerijen ofte huijsinge wt noot ofte anders te beswaren, soo zal in zulcke gevalle de geinstitueerde erfgenamen tselve moeten lasten parts parts gelijck. Remitterende wijders zij testateuren den eerst stervende de langstlevende het leveren van staet ende inventaris des boedels […] Ten ware de langstlevende hem wederom quame te begeven in huijwelijcken staet zal in sulcken gevallen gehouden zijn den inventaris des boedels te leveren ende afstandt te doen vande helfte vande goederen ende dat ten behouven vande geinstitueerdens hier voren genoempt zonder nochtans haer testateuren kinderen verder en sullen mogen comen als aende vruchten vandien […] Ten huize van Do. Justus a Velde ten overstaen van drossaert en Symon Willemsz van Eijtteren en Sebastiaen Jacobsz Schalckwijck als schepenen.

Op 9 mei 1649 is de weduwe van Jan Cornelisz genoemd als belender.

Op 14 augustus 1659 compareerde Cornelis Jansen van Zijl voor hem zelf voor een derde part, Huijbert Strick als getrouwd hebbend Aeltgen Jans voor een gelijk derde part, mitsgaders Jan Jansen Bode als vader en de voorschreven Van Zijl als oom en bloedvoogd over de kinderen verwekt aan Pietertgen Jansdr. voor het resterende derde part, allen kinderen en kindskinderen en dienvolgend universele erfgenamen van wijlen Jan Cornelisz van Zijl en Trijntgen Gerritsdr, beide zaliger. Dewelke in die qualite hebben getransporteerd aan Michiel Evertsz zeker huis en erf staande en gelegen ontrent de driesprong, strekkende van de Graafse wetering tot de nieuwe vaart van Lopik toe. Daar boven de zelve Jan Jansen en beneden Cornelis Jansen Posthoorn. Zijnde vrij van hoge dijk en gemeenlands ongelden. Zij bekennen betaald te zijn met de som van 240 gld contant en met een coopcedulle van eveneens 240 gld, te betalen mei aanstaande.

Op 17 januari 1661 een overeenkomst tussen Jan Jansen Bode als vader over de kinderen verwekt bij Petergen Jans en tussen Cornelis Jansen van Sijll en Huijbert Strick als omen en voogden over de kinderen, betreffende de erfenis de kinderen aangekomen uit het overlijden van Gerrit Cornelisz Crieck en Barbara Adrijaens de overgrootouders als van Jan Cornelisz van Sijll en Trijntgen Gerrits Krieck.

In 1669 komt in de Weeskamer en schenenboeken van Jaarsveld voor de boedelscheiding van Jan Cornelis van Sijl Sal. en Triintie Sal. Gerritsdr, waarbii vermeld worden Cornelis Jans van Ziil als rechthebbende voor een derde part en Aaltje Jans, getrouwd met Huibert Strick en Jan Jans (Bode).

 

Uit dit huwelijk:

Pietertje Jans van Zijl, geboren ca. 1618, overleden < 6 september 1657 te Jaarsveld. Ondertrouwd op 28 november 1641 en gehuwd 19 december 1641 te Jaarsveld met Jan Jansz de Boode, snijder, geboren ca. 1615 te Jaarsveld, overleden < 14 februari 1691 te Jaarsveld

Cornelis Jansz van Zijl

Aaltje Jans van Zijl, geboren ca. 1623, overleden 23 juli 1675 te Benschop en begraven 26 juli 1675 in de kerk te Benschop. Ondertrouwd op 9 april 1643 en gehuwd op 23 april 1643 te Jaarsveld met Huijbert Pietersz Strick, geboren ca. 1620 te Haastrecht, overleden 7 september 1668 te Benschop, begraven 14 september 1668 in de kerk te Benschop