Zeeuw, Lenert Dircksz de (-1619/22)

Lenert Dircksz de Zeeuw, zoon van (?) Dirck de Zeeu, overleden 1619-1622

Gehuwd met

Grietje Jans

 

Bronnen: 1) stadsarchiefdelft.nl, 2) hogenda.nl, 3) Bewerkte en op alphabetische volgorde geplaatste lijst van gezinnen uit Nootdorp 1583-1695, F.J.A.M. van der Helm, 4) Rechtelijk archief Stompwijk. Transporten, hypotecaties e.d. Inventarisnummer 57, 206 dubbele folio’s, 20-05-1599 t/m 31-03-1604. Bewerking door Anthonius van der Tuijn te Rhoon, 5) Rechtelijk archief Stompwijk. Transporten, hypotecaties e.d. Inventarisnummer 58, 216 dubbele folio’s, 04-04-1604 t/m 04-05-1608. Bewerking door Anthonius van der Tuijn te Rhoon, 6) Rechtelijk archief Stompwijk. Transporten, hypotecaties e.d. Inventarisnummer 61, 287 dubbele folio’s, 07-05-1614 t/m 07-12-1616. Bewerking door Anthonius van der Tuijn te Rhoon, 7) Stompwijk. Protocol van opdrachten en rentebrieven 1619 – 1621. HGA – Rechterlijk archief van Stompwijk inv. 3. Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d. 8-4-2021), 8) Stompwijk. Protocol van opdrachten en rentebrieven 1621 – 1623. HGA – Rechterlijk archief van Stompwijk inv. 4. Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d. 18-3-2021)

Op 9 januari 1603 hebben Robbrecht Pietersz Schilperoort, Antonis Jansz Back, Willem en Dirck Jorisz van Vliet opgedragen ten behoeve van Lenert Dircxz d’Seeu en Mees Claesz wonende Nootdorp, een stuk tijnsbaar land, genaamd de Molencamp groot 3 of 2½ morgen in Tedingerbroek. Mits dat de kopers geen zwarigheid zullen hebben dat het voorsz. stuk land met 7 morgen mede in Tedingerbroek gelegen, beneffens de voorsz. 3 of 2½ morgen van de Staten van Holland gekocht, nog in het geheel zijn belast met de helft van een losrente van f 75 per jaar, spruitende uit de koop door de comparanten. Zij bekennen hiervan voldaan te zijn, de laatste penning met de eerste.
Op dito zijn Lenert Dircxz de Seeu en Mees Claesz wonende Nootdorp, elk als principaal schuldig aan Robbrecht Pietersz Schilperoort, Tonis Jansz Back, Willem en Dirck Jorisz van Vliet de somme van f 750 ter zake van de koop van 3 of 2½ morgen land. Zij beloven te betalen met f 300 gereed, welke zij op rente zullen behouden tegen de penning 16, af te lossen op 3 jaar, de rest te betalen met f 100 per jaar. Zij verbinden hieraan het voorn. land in Tedingerbroek.
Eveneens op dito hebben Robbrecht Pietersz Schilperoort, Antonis Jansz Back, Dirck en Willem Jorisz van Vliet opgedragen ten behoeve van Louris Adriaensz Moijman voor de ene helft. Lenert Dircxz de Seeu en Mees Claesz, allen wonende Nootdorp, voor de wederhelft van een stuk tijnsbaar land genaamd de Groote Margen in Tedingerbroek. Mits de kopers geen bezwaar zullen hebben dat het voorsz. stuk land met 9 morgen beneffens de voorsz. Groote Margen, van de Staten van Holland gekocht, nog geheel zijn belast met de helft van een losrente van f 75 per jaar. Zij bekennen hiervan voldaan te zijn, de eerste penning met de laatste. 

Op 3 juni 1605 heeft Henrick Dircxz Bogge brouwer in de Drie Haringen te Delft verkocht aan Catharina Jansdr weduwe Doemen IJsbrantsz ⅔ parten en Lenert Dircxz de Seeu het resterende ⅓ part van 6 hond land in Tedingerbroek. Vrij als buurland. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met een kustingbrief heden verleden.
Op dito Catharina Jansdr weduwe Domen IJsbrantsz geassisteerd met Lenert Dircxz de Zeeu haar gekozen voogd voor ⅔ parten en Lenert Dircxz de Zeeu voor het resterende ⅓ part zijn schuldig aan Henrick Dircxz Bogge brouwer in de Drie Haringen te Delft de somme van f 460 ter zake van de koop van 6 hond land in Tedingerbroek. Zij beloven te betalen met f 50 op Bamisdag 1605, Bamisdag 1606 f 150 en de rest op f 100 per jaar.

Op 29 november 1606 Lenaert Dircxz de Zeeu wonende Nootdorp heeft verkocht aan Claes Jansz wonende Nootdorp 2 hond slagturfland, zijnde ⅓ part van 1 morgen land waarvan de andere ⅔ parten toekomen Trijntgen Jansdr weduwe Andries Jorisz, gelegen in Tedingerbroek. Deze 2 hond is tijnsbaar land, voorts vrij en niet belast. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met een obligatie heden verleden, inhoudende de somme van f 147, te betalen Mei 1607 f 54 en de rest op f 30 per jaar.
Op 13 december 1606 Louris Arijensz Moijman heeft verkocht aan Lenaert Dircxz de Zeeu en Jan Dignaertsz Blanck 1½ hond land, zijnde de zuidelijkste helft van 3 hond waarvan de andere helft toekomt Adriaen Lourisz. De zuidelijkste helft is 2 roeden langer dan de andere helft, gelegen in Tedingerbroek. Vrij land en niet belast. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met een obligatie heden verleden, inhoudende de somme van f 100.

Op 15 augustus 1607 Mees Claesz wonende Nootdorp heeft verkocht aan Doe Pietersz waard in de Drie Haringen te Nootdorp de helft van 3 morgen land in Tedingerbroek waarvan de andere helft toekomt Lenert Dircxz de Zeeu. Belast in het geheel met een hoofdsom van f 300, toekomende Dirck Jorisz c.s. wonende Delft en nog een oortje herentijns. De helft van deze last komt aan de koper en de andere helft de voorsz. Lenert Dircxz de Zeeu. Hij bekent hiervan voldaan te zijn met ene obligatie van f 272m te betalen met f 47 gereed en meidag 1608 de resterende f 225.

Op 26 april 1609 compareert te Delft Leendert Dirxz de Zeeuw, lantman wonende tot Nootdorp. Hij verklaart schuldich te zijn aan Dirck Jorisz van Vlijet de somme van twee hondert ende veerthijen car gulden.

Op 25 februari 1615 Mees Pietersz heeft verkocht aan Joris Huijgensz wonende in Tedingerbroek in Stompwijk omtrent 1,5 hond slagturfland hem comparant bij koop aangekomen van Lenert Dircxsz de Zeeu die hetzelfde gekocht had van Antonis Jansz Back cum socijs, wezende een gedeelte van een stuk tijnsbaar land genaamd de Groote Mergen gelegen in Tedingerbroek voorsz.
Op 8 april 1615 Claes Jansz wonende te Nootdorp heeft verkocht aan Lenert Dircxsz de Zeeu omtrent 1,5 hond slagturfland gelegen in de Heulcamp in Tedingerbroek.

Op 8 december 1618 compareert te Delft Lenert Dirxz de Seeuw, lantman tot Nootdorp, en verklaart schuldig te zijn ‘drije hondert vijftich car gulden’ aan Dirck Jorisz van Vlijet.

Op 18 december 1619 Leendert Dircxsz de Zeeu wonende te Nootdorp bekende verkocht te hebben aan Annittgen Cornelisdr weduwe van Jacob Adriaensz Sman omtrent 1 morgen land. Op dito Cornelis Wolfertsz van Leeuwen wonende te Wilsveen in de ban van Stompwijk bekende schuldig te wezen aan Leendert Dircxsz de Zeeu die overwijzing deed aan Dirck Jorisz van Vliet de som van 288 car. gld. over de koop en opdracht heden gedaan door de weduwe van Jacob Adriaensz Sman van omtrent 1 morgen land in Tedingerbroek in de ban van Stompwijk.

Op 14 mei 1622 Ghijsbrecht Jacobsz Sman wonende in Tedingerbroek in Stompwijk belooft te indemneren Jan Leenertsz Mondius van de drie termijnen elk van 43 car. gld. die
hij Mondius schuldig is aan de erfgenamen van Leenert Dircxsz de Zeeu over de koop van 1,5 hond slagturfland met een schuur daarop staande.
Op 18 mei 1622 Jan Leendertsz Mondius wonende in Vrijenban principaal, Gerrit Maertensz en Claes Jacob Harmansz beide wonende te Nootdorp borgen zijn door overwijzing van de erfgenamen van Leendert Dircxsz de Zeeu schuldig aan Dirck Florisz van Vliet wonende te Delft de som van 336 car. gld. vanwege koop van 2 morgen slagturfland met de schuur daarop staande gelegen in Stompwijk in Tedingerbroek. Compareerden mede Dirck Leendertsz de Zeeu en Cornelis Leendertsz de Zeeu en beloofden voor de betaling in te staan als haar eigen schuld.
Op 18 mei 1622 Dirck Leendertsz en Cornelis Leendertsz voor haar zelf mitsgaders Joris Arentsz als voogd van Leentgen Leendertsdr en Joppe Leendertsdr onmondige kinderen en erfgenamen beneffens Dirck en Cornelis voorsz., van Leenert Dircxsz de Zeeu en Gerritgen Jansdr zaliger overleden te Nootdorp verkopen aan Jan Leendertsz Mondius omtrent 10,5 hond land in Tedingerbroek.

 

Uit dit huwelijk:

Pieter Lenertsz de Zeeuw, bouwman, overleden > 26 mei 1638. Gehuwd met Grietje Lenerts, overleden < 3 juli 1621

Dirck Lenertsz de Zeeuw

Cornelis Lenertsz de Zeeuw, gedoopt 11 januari 1598 te Nootdorp (get: Leendert Cornelisz, Adriaan Jacobsz, Marietje Pietersdr)

Jopgen Lenerts, gedoopt 3 december 1600 te Nootdorp (get: Crijntje Ariaansdr, Arie Jansz, Sijtje Ariaans)

Leentje Lenerts, gedoopt 26 oktober 1606 te Nootdorp (get: Jan Jacobsz van Delft, Judith de vrouwe in de Bril te Delft, Neeltje Willemsdr tot Nootdorp)