Corssen, Willem (ca. 1505-1567)

Willem Corssen, bouwman (1557, 1562), gezworene van Naaldwijk (1540), welgeborene en negenman van Naaldwijk (1565), zoon van Kerstant Jacobsz en Machtelt Meesen van Dorp, geboren ca. 1505, overleden 22 januari 1567, begraven in de kerk te Naaldwijk

Gehuwd ca. 1530 met

Pietertgen Adams, geboren ca. 1505, overleden 1582-1584, begraven in de kerk te Naaldwijk

 

Bronnen: 1) Bij een grafzerk in De Lier (Aantekeningen betreffende Ton van der Burch en van Vliet van der Woert), D. van Baalen. In: De Nederlandsche Leeuw, 1953, 70ste jaargang, 2) Van Dorp een schets van een oorspronkelijk Westlands geslacht. Genealogie (deel 2) en parenteel, Mr. J.J.F. Lots en Drs. P. van der Hoeven. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 71 (2016), 3) hogenda.nl, 4) 10e penning Naaldwijk 1544, F.J.A.M. van der Helm, 5) Begraaflijsten Naaldwijk (Westland) 1587-1700, J.H. Brakke. In: Ons Voorgeslacht’, jrg. 28 (1973), 6) Register van de Heilige Geest te Naaldwijk, C. Hoek. In: Jaarboek Ons Voorgeslacht 1961, 7) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1555-1565) inv. 1. Historisch Archief Westland, Naaldwijk. Bewerkt door Pieter van der Hoeven, 8) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1566-1574) inv. 2. Historisch Archief Westland, Naaldwijk. Bewerkt door Pieter van der Hoeven, 9) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1581-1587) inv. 4. Historisch Archief Westland, Naaldwijk. Bewerkt door Pieter van der Hoeven, 10) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1587-1595) inv. 5. Historisch Archief Westland, Naaldwijk. Bewerkt door Pieter van der Hoeven, 11) Oud rechterlijk archief Naaldwijk (1595-1604) inv. 6. Historisch Archief Westland, Naaldwijk. Bewerkt door Pieter van der Hoeven, 12) Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de Ned. Herv. Kerk te Naaldwijk, Mr. P.C. Bloys van Treslong Prins. In: “Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zuid-Holland” (A. Oosthoek, Utrecht 1922), 13) Huwelijkse voorwaarden, verleden voor schepenen van Delft 1536-1594 (O.R.A. Delft, inv. no. 305), Mr. O.A. van der Meer. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 26 (1971), 14) Huwelijkse voorwaarden verleden voor schepenen van Delft 1536 (1519) – 1586 (1594, 1601, 1687) (Gemeentearchief Delft, Inv. O.R.A. 305 en 306). Bewerkt door dr. P.C.J. van der Krogt. Delft, januari 1990, 15) 10e Penning De Lier 1543. Nationaal Archief, Staten van Holland voor 1572, inv. nr. 279. Bewerkt door Krijn van Dijk, 16) 10e Penning De Lier 1557. Nationaal Archief, Staten van Holland voor 1572, inv. nr. 1015. Bewerkt door Krijn van Dijk, 17) 10e Penning De Lier 1561. Nationaal Archief, Staten van Holland voor 1572, inv. nr. 1334. Bewerkt door Krijn van Dijk

Op 27 juli 1535 schenkt Willem Korssen een pillegift van 32 stuivers aan Machteld, dochter van Adriaen Claesz van Adrichem, wier oom en peet hij is.

In het kohier van de 10e penning van De Lier uit 1543 is opgenomen: Willem Kors bruijckt XVI hont gheft daer of te huer VI kals. g. De selve noch eijghen ghetackseert V hont voer II½ kals. g. De selve noch VI margen XVIII kals. g. XV st.

In het kohier van de 10e penning van Naaldwijk uit 1544 is opgenomen: Willem Korsz acht ende twintich morgen den hoop tsjaers voir hondert ende acht karol guldens compt 108 karol gld.

Op 30 oktober 1553 Korstiaen Willemsz, vergeselschapt van zijn vader Willem Korstiaens, maakt huwelijkse voorwaarden met Margriete Pietersdr, vergeselschapt van haar vader Pieter Pietersz Sasbout. Willem Korstenz belooft met zijn zoon Korstiaen te geven 2000 Kar. gld. aan gereed geld of goederen, te betalen of leveren binnen een jaar. Pieter Pietersz  Sasbout belooft met zijn dochter Margriete te geven 2000 Kar. gld. in geld of goederen, waarmoe de toekomstige echtelieden afstand doen van verdere successie van vader en moeder. De jonggehuwden zullen de kost hebben ten huize van Pieter Pietersz Sasbout tot meidag toekomende en langer indien het hen gelieft. Indien een van hen overlijdt met of zonder kind(eren) krijgt de langstlevende van hen zijn kleren, juwelen e.d. en de erfgenamen van de overledene diens kleren, juwelen, harnas, boeken e.d. De rest wordt gedeeld naar costume van dit land. Indien zij geen kind(eren) nalaten gaan de aanbestorven goederen naar de zijde vanwaar ze gekomen zijn, maar laten ze kind(eren) achter dan zullen deze mede gedeeld worden, mits dat de goederen na het laatste kind tot in de derde graad naar schependoms recht vererven. Indien Korstiaen vooroverlijdt dan krijgt Margriete een douarie van 600 Kar. gld. Willem Korstenz en Piterken zijn huisvrouw, en Pieter Pietersz Sasbout en Margriet Lucasdr zijn huisvrouw bepalen dat hun goederen naar schependoms recht vererven tot in de derde graad.

Op 20 maart 1555 stilo co(mmun)i Willem Korsz onsen buijerman ende bekende vercoft te hebben Cornel(is) Huijgez zijn dochters man een wonijnghe huijs bijhuijs bargen geboemten boemgaert en(de) erff tsamen groet wesende vier hont lants vrij eijghen onbelast mit al datter aertvast en(de) nagelvast is en(de) daer toe noch die cijnghel legghen(de) aende westzijde suijtzijde en(de) oesteijn(de) van tvoirn. huijs welck voirn. huijs erff en(de) cijnghel belent zijn mit dat oesteijnde en(de) noertzijde mit seecker weijlant toebehoeren(de) sinte Katherijnen gasthuijs tot Leijden en(de) den heijligh(en) gheest inden Haghe ant westeijnde zeecker teellant toebehoeren(de) den voirn. gasthuijse en(de) heilig(en) gheest die zuijtsijde die Groene Lierwech noch daer toe vijftiendalff hont pachtlants den hoep sonder maet leggen(de) inden ambochte van(de) Lier ande suijtsijde van(den) voirn. Groenewech. [marge: ten tijde dat desen brieff gemaect en(de) verleden werde en hielt men noch gheen protocol maer Cornel(is) Huijgez heeft naderhant die selfde va(n) mij(n) begheert in dit protocol gestelt te werden.] 

Op 27 maart 1557 vermaakt Willem Korssz, oud omtrent 52 jaren, en Pietertgen Aemendr, zijn huisvrouw mede oud 52 jaren, aan de Kerk en de Heilige Geestarmen van Naaldwijk, tesamen tien pond Hollands ’s jaars, waarvoor op de Zonnendach van de roes aan de armen vijftig broden ’tstuck van een oert stuijvers’ uitgedeeld moeten worden en nog een rentebrief van ‘achtalve’ stuivers ’s jaars, waarvoor een waslicht ontstoken behoort te worden.

In het kohier van de 10e penning van De Lier uit 1557 is opgenomen:

Noch bruijct hij van Willem Kors wonende tot Naeldwijc de helft van XIII½ marghen lants oeck geleegen in de Lijerpolder voers. om XXXIIII £ X st. siaers hier van de huijercheel vertoent
compt den Xen pen. III £ IX st.

Item Willem Korstijnsz heeft V hont eijghen lants geleegen bij de Munnickelaen geschat de margen up V £ V st.
compt den Xen pen. VIII st. X½ d

Op 11 maart 1560 stilo co(mmun)i Cornel(is) Huijgez oudt ontrent XXVI jaren rechtel(icken) daer toe gedaecht sijnde ten versoucke van W(ille)m Korssen sijn schoenvader eertijts was soe heeft hij comparant ten heiligen verclaert dat ontrent vier jaren geleden is dat hij deposant den voirs. Willem Korssen gevonden heeft tot Delff totten welcken hij seijde: Vader, Cornel(is) Pietersz leijt mij en quelt om huijer te maecken van tlant van Anneken Fransdr daer op die voirn. Willem seijde: Wat Cornel(is) Huijgez het waer beter dat ghij tlant kofte, daer Cornel(is) Huijgez seijde: Ick macht noch nijet vervallen dus gaet toch mit mij en(de) helpt mij dat ick huijer mach krijgen. Ende doer veel biddens is ten laetsten Willem Korssen mit hem gegaen.
Op 25 juli 1560 Cornel(is) Huijgez onsen buijerman en(de) bekende vercoft te hebben Willem Korssen een huijs erff en(de) boemgaert leggen(de) binnen den dorpe van Naeldwijck teghen de Conijnckstraet over.
Op 9 september 1560 Dirck Cornel(is)z out ontrent XLVI jaren en(de) IJsbrant Ph(ilip)sz oudt ontrent XXVI jaren beijde negens en(de) welboren mannen van Naeldwijck, Claes Cornel(is)z gesworen van Naeldwijck oudt ontrent XL jaren, Pouwels Huijgez oudt ontrent tnegentich jaren, Willem Korssen oudt ontrent LV jaren, Sijmon Heinricxz oudt ontrent LII jaren en(de) Louris Jacobsz oudt ontrent LVI jaren alle inwoenders vanden baelijuschappe van Naeldwijck rechtel(icken) daer toe geroupen zijn(de) ten versoucke van Cornel(is) Corvijn Heinricxz, als gemachtich en(de) procuratie hebben(de) vanden ingeerfden en(de) regierders van Naeldwijck soe hebben die voirn. comparanten verclaert dat van outs altijts gewoenl(ick) es geweest dat alle beden en(de) subventien ordinaris en(de) extraordinaris gheset ofte geeijscht opte schilttalen gegadert zijn geweest van alle de geerfde ghelegen onder die prochie en(de) baelijuschappe van Naeldwijck groote vandien en(de) nijet opte cleijnheijt vanden schoutambacht. 

Op 25 mei 1561 Willem Korssen onsen buijerman ende bekende vercoft te hebben Jan Willemsz zijn soen zijn wonijnghe huijs bijhuijsen barghen ende geboemten en(de) tilbaer
haeff mit al dat daer aertvast en(de) naghelvast an is de welcke hij comparant tot deser tijt toe selfs bewoent en(de) beseten heeft gehat mit noch daer toe tien margen vier hont eijghen lants daer dit voors. huijs (enz.) op staen(de) is alle legghen(de) binnen den ban van Naeldwijck. Jan Willemsz onsen buijerman en(de) bekende schuldich te wesen Willem Korssen zijnen vader die somma van ses en(de) tseventich hond(er)t karol(us) guld(en) ter cause van(de) coep van des voorn. Willem Korssens wonijnghe. 

In het kohier van de 10e penning van De Lier uit 1561 is opgenomen:

Item Willem Korstijnsz. tot Naeldwijck bruijckt III½ marghen eijghen telants de marghen getaxeert VI £
facit XXI £
compt den Xen pen. II £ II st

Jan Willemsz de soen van Willem Korstijnsz voers. bruijckt van Sint Aechten ende Sint Ursulen conventen binnen Delft nu VII marghen lants soe sij seggen al telant sonder een vlietgen leggende ant oestent van tselfde lant siaers voer XXXVIII £ X st. vrijs gelts
compt den Xen pen. III £ XVII st.
[marge: bij Willem Korstijnsz voers. angebrocht alsoe Jan sijn soen voernt. crepel sat, sulcx bij hem bij ede verclaert] 

Op 27 januari 1562 stilo co(mmun)i Jan Tomasz out ontr(ent) L jaren en(de) Pieter Hugez Schout out ontrent LIIII jaren rechtel(icken) daer toe geroepen zijn(de) omme der waerheijt getugenis te geven ten versoucke van Willem Korssen onsen buijerman soe hebben die voorn. comparanten bijden eedt dien zij solempnel(icken) als recht es daer toe met
opgerechten vijngeren doen(de) waren verclaert warachtich te wesen dat zijl(uijden) binnen den ambachte van Naeldwijck die nerijnge en(de) handelij(n)ge van boemgaerden te huijeren gedaen hebben den tijt van twintich jaren en(de) langher en(de) dat heml(uijden) nijet en ghedenct dat den Broeckboemgaert toebehoeren(de) desen requirant binnen den naestleeden tien ofte twaelff jaren meer op een jaer gegouden heeft dan vier ofte vijff pont groot vlms. ten hoechste maer heeft den meesten tijt gegouden vijftien ofte twaelff karol(us) guldens sijaers.
Op 20 juni 1562 schenkt Willem Korssz ‘onsen buijerman, den ambachte ende gemeen ondersaten der baelijuschappe van Naeldwijc ende dit ut songerlijnghe gunste ende liefte dien hij totter selver gemeenten dragende is een seecker, leech eff leggende binnen den dorpe van Naeldwijc belegen hebbende an de oestzijde die husinghe van Floris Cornelissz tot Vlaerdijnck, tsuijteijnde hij comparant selver mit huijs en de erve die westzijde ende noerteijnde des Heerenwech, omme op het selve erve tot gerijve en de commoditeijt der selver gemeenten te moge timmeren een gemeen raet of dijnghuijs. Aldaer men tallen tijden justitie sal moge administeren reeckenijngen van Kercke, Heilige Geest, Weeskinderen ende andere diergelijcke te hoeren en de sluijten. Op welcke voornoemde erve hij comparant anders geen lasten en laet dan twintich brabantse stuvers sjaers eeuwighe renten toecomen de jaerlijcx den pastoor van Naeldwijc indertijt ende verschijnende alle jare opten Heiligen Paescach, waarvoor die pastoor indertiit gehouden sal wesen ten eeuwigen dagen, alle Vrijdaechs inde vasten beginnende van Vrijdaechs nae den eersten sondach inde vasten totten goeden Vrijdach toe excluijs te doen tsermoen bij hem selven of te laten doen bij eenen anderen ende dat naer het offertorium inder hoechmissen. Desgelijcx sal noch die voorschreven pastoor indertiit gehouden wesen mede ten eeuwicren dagen alle jare te doen ofte laten doen een sermoen swoensdaechs inde quatertemporen voor kersmisse onder die gulde misse. Ende soe wanneer die voornoemde pastoor indertitt die voornoemde sermoenen nijet en doet ofte bii eenen anderen alet doen, soe zellen die van Naeldwijc ongehouden wesen hem van dat betaling van de voornoemde twintich stuvers te doen’.
Op 26 december 1562 Barbera Jansdr wed(uw)e wijlen Beuckel Cornel(is)z. z:me: mit Cornel(is) Corvijn haren gecoren voocht in dese saecke ende bekende dat Beuckel Cornel(is)z haer man in zijn leven wel en(de) wettel(icken) vercoft heeft gehat Willem Korssen onsen buijerman een seecker stuck erfs strecken(de) van sHeerenwech suijdwaert op soe lanck als des voorn. Willem Korssens erff strecken(de) is.
Op 28 december 1562 Cornelis Hugez onsen buijerman ende bekende dat hij opten XXVIIen dach van maert a° seven en(de) vijftich gestelt heeft in handen van Huijch Dircxz zijnen vader z:me: Pieter Jacobsz en(de) Pieter Engelsz sijn swaghers en(de) stelt in handen van henl(uijden) midts desen zeeckere vier vijfden deelen van die helft van sestiendalff margen lants gelegen inden ban van Naeldwijck inde wonijnghe va(n) Cornel(is) Hugez voors. midtsgaders noch sijn wonijnghe huijs bijhusen bargen en(de) geboempten daer hij thans op woent … beloft niet te vercoepen belasten noch te vervreemden dan bij expres consent vanden voors. persoenen ten ware zijl(uijden) all vooren en(de) eerst gevrijt en(de) ontlast waren van alsulcke borchtocht als zijl(uijden) te samen mit eenen Willem Korssen tot Naeldwijck voorden voorn. cocmparant gedaen hebben gehat voor die betalijnge van driemael drie ponden grooten vlms. sjaers losrenten. 

Op 9 juni 1563 Reijer Adamsz van der Burch, vergeselschapt van zijn moeder Adriaentge Willemsdr, weduwe van Adam Heijndricxsoon van der Burch, maakt huwelijkse voorwaarden met Baertgen Willem Corssendr, vergeselschapt van haar vader Willem Cornelisz. Adriaentge Willemsdr geeft met haar zoon 1800 Kar. gld. binnen een half jaar. Willem Corsz belooft met zijn dochter 2400 Kar. gld. te geven binnen een jaar. Indien een van hen overlijdt kind(eren) nalatend dan krijgen de kind(eren) de inbreng van de overledene, diens aanbestorven goederen en kleren, juwelen, harnas e.d. en de helft van de winst en verlies, mits deze goederen naar schependoms recht zullen vererven. Indien een van hen overlijdt zonder kind(eren) dan krijgt de langstlevende en de erfgenamen van de overledene elk de inbreng, aanbestorven goederen, en lijfgoed en wordt de winst en verlies gedeeld. Indien Baertgen de langstlevende is, zonder kind(eren), krijgt zij als douarie 40 Kar. gld. per jaar of 40 £ Vl. ineens daarvoor. Adriaentge Willemsdr en Willem Corsz bepalen dat de kind(eren) van hun zoon of dochter met representatie van hen erven. 

Op 30 juni 1564 W(ille)m Korssen oudt ontrent LX jaren en(de) Cornel(is) Hugez out ontrent XXX jaren rechtel(icken) daer toe gedaecht zijn(de) ten versoucke van Dirck Pietersz rentmr. van der Lee soe hebben die voors. comparanten verclaert hoe dat zij daer bij aen en(de) over geweest zijn (geleden ontrent acht ofte neghen jaren) dat eenen Floris van Dam z: in zijn leven schout vanden Hage desen requirant in erffhuere gegeven heeft een parceel lants leggen(de) tot Naeldwijck achter aen des requirants huijs dwelck bij eenen Cornel(is) Aelbrechtsz Ruijs (soe Floris van Dam doen ter tijdt segghen wilde) versuijmpt en(de) verbeurt was en(de) dat soe groet en(de) in sulcken schijn als Ruijs en(de) voor Ruijs eenen Dirck Jacobsz z: tselfde lant plach te gebruijcken ende weten zij deposanten wel dat Dirck Pietersz den selven van Dam daer voor een som van penn(ingen) most gheven maer hoe veel es heml(uijden) vergheten.
Op 18 oktober 1564 Heinrijck Korsz wonen(de) op tWout ende bekende vercoft te hebben Willem Korsz zijnen broeder vijftalff hont lants den hoep sonder maet leggen(de) binnen den ban van Naeldwijck in een stuck lants genaempt het Dorslant strecken(de) suijden en(de) noerden. Ende hebben dese voors. vierdalff (sic) hont beleghen ande westzijde tconvent van Loosduijnen die oestzijde Willem Korsz. voors. tsuijteijn(de) joncker Ot van Egmont.

Op 5 maart 1565 stilo co(mmun)i Machtelt Tonisdr poertersche der steede van Delff wed(uw)e wijlen Claes Tou z:me: mit Dirck Tonisz haren broeder en(de) gecoren voocht in dese saecke ende bekende vercoft te hebben Willem Korsz onsen buijerman een zeecker rijstuijncken den hoep sonder maet soe dat thans daer leijdt binnen den ban van Naeldwijck oestwaert vanden Broeckboemgaert.
Op 5 april 1565 stilo co(mmun)i Willem Korssen out ontrent LX jaren, Dirck Corn(elis)z oudt ontrent LIII jaren, Dirck Pietersz out ontrent XLIIII jaren alle neghen en(de) welboren mannen van Naeldwijck en(de) Joris Lambrechtsz out ontrent LXVIII jaren alle rechtel(icken) daer toe gedaecht zijn(de) ten versoucke van Pieter Aemz, Heinrick Jansz en(de) Lambrecht Jansz alle wonen(de) op Honsholredijck en(de) hebben die voors. comparanten verclaert dat tot Naeldwijck een recht es dat alle goeden en(de) erffenissen succederen en(de) besterven nae trecht van aesdom.
Op 6 april 1565 Jacob Vranckesz schuijtvoerder tot Naeldwijck ende bekende schuldich te wesen W(ille)m Korsz en(de) Joris Doez onse buijerl(uijden) tsamen die somma van vier
pont groot vlms. ter cause van geleende penn(ingen).
Op 12 augustus 1565 Dirck Corn(elis)z en(de) Dirck Pietersz beijde neghens en(de) welboren mannen van Naeldwijck, Maertijn Gerritsz weesmr. van Naeldwijck en(de) W(ille)m Korssen mede wonen(de) tot Naeldwijck out ontrent LX jaren rechtel(icken) daer toe gedaecht zijn(de) ten versoecke van Lenaert Corn(elis)z snijer soe hebben die voers. comparanten verclaert dat zijl(uijden) wel eertijts op vuijtcoepen ofte reecken(en) geweest zijn daer zulcx ghebruijct es geweest dat soe wanneer daer eenige kinderen zijn die haer
ouders gestorven zijn en(de) onder de selve kinderen eenige out en(de) bequaem genoech waren haer broet te winnen en(de) sommighe vandien noch jonck en(de) onbequaem dat in sulcken gevalle die oude kinderen souden moeten helpen draghen tghene die jonge kinderen verteeren.

Op 6 januari 1571 stilo co(mmun)i Ph(ilip)s Jansz coman onsen buijerman ende bekende schuldich te wesen Pieterken Amen wed(uw)e wijlen W(ille)m Corssen z:me: de somme van vier en(de) dertich karol(us) gl. acht sts. ter cause van deuchdel(icke) schult en(de) bereecken(de) penn(ingen). 

Op 3 juni 1578 Anthoenis Cornelisz van Brouwershaven, met tussenspreken van Govert Willems Brasser en Govert Pieters Beaumont, maakt huwelijkse voorwaarden met Margaretha Christiaensdr, vergeselschapt van haar schoonbroeder Ariaen Ariaens en haar voogden Pieter Jacobs van Varick, Claes Adriaens en Dirck van der Hooch. Anthonis Cornelisz brengt in alle landen, huis, huisraad, schepen, inschulden als bij cedulle door hem ondertekend overgeleverd wordt. Margarita Kristiaensdr brengt in alle goederen haar
aanbestorven van haar vader en moeder Corstiaen Willemsz en Margarita Pietersdr, en nog van haar bestevader Pieter Pietersz Sasboudt. Indien een van hen overlijdt krijgen de langstlevende en de kind(eren) of erfgenamen van de overledene elk de inbreng, aanbestorven goederen en kleren, juwelen e.d. Indien Anthonis vooroverlijdt wel of geen kind(eren) nalatend, dan krijgt Margarita als douarie 1200 Kar. gld. De winst en verlies wordt gedeeld. Als zij kind(eren) nalaten moeten hun goederen van kind op kind besterven en na het laatste kind vererven aan de zijde vanwaar ze gekomen zijn. Indien Margarita Kristiaensdr niet te Brouwershaven zal willen wonen, dan komt Anthonis met haar in Delft wonen.
Pietergen Aemen, grootmoeder van Grietgen Kristiaendr (sic) bepaalt dat Grietgen Korssendr (sic) of haar kind(eren) met representatie van haar erven naar schependoms recht.

Op 12 augustus 1582 maakt Pietertgen Adamsdr, weduwe van Willem Corstiaensz, wonende te Naaldwijk, haar testament. Ze weet dat haar kleinkinderen zouden worden uitgesloten van de goederen die onder aasdomsrecht vallen. Omdat ze wil dat al haar kinderen en kleinkinderen gelijk bedeeld zullen worden, bepaalt ze dat de kinderen, die bij haar overlijden nog in leven zijn, en de kindskinderen en andere wettelijke descendenten van haar overleden kinderen bij representatie, ‘in stirpis’ haar erfgenamen zullen zijn in gelijke delen. Alleen voor haar kleindochter Machtelt Corstiaensdr, dochter van wijlen Corstiaen Willemsz, haar overleden zoon, die getrouwd is met Adriaen Adriaensz den Dorst maakt ze een uitzondering. Deze Machtelt krijgt een bedrag van 50 gld. en mocht haar erfdeel volgens de Politieke Ordonnantie van 1 april 1580 hoger uitvallen, dan gaat het meerdere bedrag naar haar kinderen. Indien Adriaen den Dorst eerder overlijdt, krijgt Machtelt het vruchtgebruik van het erfdeel van haar kinderen.

Op 16 juli 1585 draagt Jan Thouw Arentsz wonende opt Zweth als man en voocht van Neelge Willemsdr op aan Dirk Jansz Vercroft een perceel land, groot omtrent “sestalff” morgen, die “hem comparant inde qualite voors(chreven) bij dode en (de) overlijden van Pietergen Aemendr weduwe wijlen Willem Corss zijns voorn(oemde) huysvr(ouw) vader en (de) moeder was za te lote ende cavel gevallen is in de schiftinge en(de) scheydinge desselfs boels”.

Op 31 mei 1586 Jan Thouw Arentsz van der Burch als man en(de) voocht van Neelgen W(ille)msdr voir hem selven, de selve als oom en(de) voocht van(de) achtergebleven weeskinderen wijlen Baertgen Willemsdr mitsgaders de selve Jan Thouw vervangende en(de) hem starck maeckende voir de kinderen van Maritgen W(ille)msdr, Lucas Corstiaensz
wonen(de) tot Delff voir hem selven en(de) hem selven starckmaeckende voir zijn broeder en(de) zusters, kinderen van Corstiaen Willemsz, Boeckel Reijersz mede tot Delft voirs. als man en(de) voocht van Trijngen P(iete)rsdr vervangen(de) Jan Huijgensz van Rijck als man en(de) voocht van Maritgen P(iete)rsdr, kinderen wijlen Machtelt Willemsdr, en(de)
Trijngen Corn(elis)dr wed(uw)e wijlen Jan Willemsz mit haer voochts hant in desen Jan Thouw Arentsz voirs. en(de) de selve Jan Thouw mede als voocht des selfs Jan Willemszoons achtergebleven weeskinderen, alle erffgen(amen) wijlen Pietergen Aemendr wed(uw)e wijlen Willem Corssen in haer leven wonen(de) tot Naeldijck voirs. en(de) bekenden zij comparanten respective en(de) elx van hemluijden bijsonder in zijne qualite voirs. vercoft te hebben Sijtgen Ariensdr alsulcke twee cameren ofte huijsen mettet erff dair die up staende zijn als hemluijden aengecomen waren bij dode en(de) overlijden van Pietergen Aemendr voirnt. za:ge: staende en(de) gelegen binnen den dorpe voirs.
Op dito Dirck Jansz Vercrocht onsen buijerman en(de) bekende sculdich te weesen Jan Thouw Arentsz als man en(de) voocht van Neelgen Willemsdr de somme van derthijenhondert vijftich gulden ter cause van coop van lant van ontrent sestalff mergen lants bij de hoop sonder maet sulx tselve den voirs. Jan Thouwensz aengecomen was bij dode en(de) overlijden van zijns huijsvrouwen vader en(de) moeder.

Op 21 april 1618 is begraven te Naaldwijk Willemken Pouwels weduwe van Pieter Maertens Clooten in het graf van Jan Jans Cuip haar 1e man terzijde van de grafstede van Pieterken Willems Corsse voor de preekstoel, 4.-.-. Op 17 augustus 1633 is begraven te Naaldwijk Reijer Franckensz van Adrichem onder de zerk van Willem Corsse, 4.-.-.

In de Protestantse kerk te Naaldwijk zijn de volgende grafstenen aanwezig:

Hier leijt begrave[n] Willem Corssenz va[n] de[n] Vliet en stierf de[n] XXIIen Januarij ao. XVC LXVII
Hier leit begrave[n] Anneetgen Willem Corsse[n]dochter huisvrou va[n] Cornelis Huichgesz was e[n]de starff de[n] XXVe Januarij an[n]o XVC LVI.

 

Uit dit huwelijk:

Maritgen Willems, overleden < 31 mei 1586. Gehuwd met Dirck NN

Korstiaen Willemsz van Vliet van der Woert, brouwer te Delft, overleden 1574. Gehuwd (huwelijkse voorwaarden 30 oktober 1553) met Margriete Pieters, dochter van Pieter Pietersz Sasbout en Margrieta Lucas

Jan Willemsz, heilige geestmeester van Naaldwijk (1580, 1582), overleden 1582-1585. Gehuwd met Trijntgen Cornelis, begraven 21 september 1609 in de kerk te Naaldwijk

Machtelt Willems, overleden < 31 mei 1586. Gehuwd met Pieter Claesz, zoon van Claes Pietersz en Quirijntgen Jans

Baertgen Willem Corssen, overleden < 31 mei 1586. Gehuwd (huwelijkse voorwaarden 9 juni 1563 te Delft) met Reijer Adamsz van der Burch, zoon van van Adam Heijndericksz van der Burch en Adriaentgen Willems. Gehuwd met Jan Werpijn, geboren te Luik (B)

Neeltgen Willems Corssen van Vliet

Annetgen Willem Corssen, overleden 25 januari 1556, begraven in de kerk te Naaldwijk. Gehuwd met Cornelis Huijgen, zoon van Huijch Dircxz, geboren ca. 1534, overleden > 23 september 1567