Sneeck, Jan Meertensz van (ca. 1510-1577/78)

Jan Meertensz van Sneeck, raad van Utrecht (1560-1568, 1575), barbier, diende bij de Wijbisschop, wijnkoper, wijntapper op het Oude Kerkhof in het huis Montfoort, burger van Utrecht (1536), geboren ca. 1510, overleden 1577-1578, begraven in de Buurkerk te Utrecht

Gehuwd met

Alijt Adrijaen Thomas, overleden < 22 oktober 1534

Gehuwd met

Maria Franck Folperts, dochter van Franck Claes Folpertsz en Margriet Dirck Sassen

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) Recepta ex pulsatione campanarum in funeribus defunctorum. Archief domkapittel no 651 (fabrieksrekeningen) en 702, Simon den Daas. Utrecht, 2012, 3) Overluidingen te Utrecht. Overgenomen uit De Navorscher deel 36 (1886) tot en met deel 51 (1901). Oorspronkelijk gepubliceerd in 1881 onder de titel Necrologie de differ. personnes illustres des Pays-Bas 1614-1651, 4) voormalige website van Franz Salzborn, 5) razu.nl, 6) NT00061_7. Nadere Toegang op inv. nr 7 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Op 22 oktober 1534 acte van afstand van de boedel van Alijt Adrijaen Thomasdr, in leven gehuwd met Jan Meertijnss van der Sneeck, door Janna Adrijaens Thomasweduwe, getrouwd met Jacob Gijsberts, ten behoeve van Jan Meertijnss van der Sneeck, barbier.

In 1539 erfpacht Jan van Zwol geeft in erfpacht Mr. Jan Meertens het huijs aen zuijdsijde van ‘t oud kerckhoff genaemt Forstenburch.

Op 14 april 1545 transporteren Margriete Dirck Zassen dochter Franck Claes Folpertsz weduwe, ook als momber van haar zonen Dirck en Gijsbert, Folpert Franckensz haer soon Lijsbeth sijn wijf, Cornelis van Oudewater voor hem en voor Alijt sijn wijf, Jan Wasman Anna zijn wijf, Meijster Jan Meertijnsz van de Sneeck voor hem en voor Maria sijn wijf, Claes Jacobsz van Vijanen voor hem en voor Janna zijn wijf Adriaen Franck Claes Folpertsz dochter, de helft van “huijsinge ende hofstede aan de Oost Zijde van de Oude Grafte tusschen St. Maartensbrugge en de Visbrugge daer Alit Jans Sijmonss de wederhelfft aff toebehoert” aan Alijt Jans Sijmons de weduwe van Cornelis Jacobs van Rodensteijn.

Op 15 april 1556 een plecht op “alinge huijsinge en hofstede in de straat waar men gaat van de Wittevrouwenpoorte naar de Bijscops Stallen, f.100 tegen 6%” verkocht door Lucia van Werden, alias van Brugge, aan Jan Mertenss van der Sneeck, wijncoper.

Op 27 februari 1559 transport van Plechten gevestigd op “erven en huijsinge in de Zuijlensteech” verkocht door Willemtgen Willems weduwe van Diemerbroek, en Peternel van Diemerbroek weduwe van Jacob Beijnops, aan Jan Martenss vanden Sneeck, wijncoper.
Op 25 augustus 1559 Jan Maertensz van Sneeck hospes in Montfoort, transporteert een hortus buiten Wittevrouwen aan Jan Jansz scriba wten Waell.

Op 3 januari 1560 transport van plechten door Janna van Jutphaas weduwe van Aelbert Beijnops aan Jan Mertens van Sneeck.
Op 6 juni 1560 is Mr. Jan van Sneek te Montfoort, burger van Utrecht, beleend voor Maarten van Sneek Jansz met 2 morgen in Outena, strekkend van de voorste 6 morgen tot de Bolgerijse kade, b
ij overdracht door Cornelis Hubertsz. In 1569 Maarten Jansz, kanunnik van St. Pieter te Utrecht. Op 4 oktober 1575 François van Sneek, burger van Utrecht, bij dode van Maarten, zijn broer.

Op 10 mei 1561 transport van “alinge huijsinge ende hofstede in de Voerstraet achter ‘t Vleijshuijs” verkocht door Jacob Wouters en vrouw Lijsbeth aan Jan Maertens van der Sneeck en vrouw Maria.
Op 21 juni 1561 transport van “alinge huijsinge ende hofstede, kelders, cluijsen aan de Zuid Zijde Oude Kerkhoff gelegen tussen oostwaards Willem Taets van Amerongen, Deecken van Oude Munster, westwaards Jan Maertens van der Sneeck met de huijsinge Martijns Toorn” verkocht door Johan van Zwol, gehuwd met Janna Wouter Bogertsdr aan Jan Mertens van der Sneeck, wijncoper.

Op 21 mei 1562 transport van “alinge huijsinge en hofstede Z.Z. Oudkerkhof genaamd St Maartenstoorn tussen westwaards ‘t huijs den Engel van Johan Soetermond en oostwaards Jan Martens van der Sneeck. plecht van f.80-5% ten behoeve van Jan Pas, plecht van f.500-6% ten behoeve van Jan Maertens van der Sneeck” verkocht door Dirck Jacobs goutsmit aan Jan Martens van der Sneeck en zijn vrouw Marie Franck Folpertszdr. Dirck Jacobs heeft het huis in erfpacht. Zodra de plecht is afgelost wordt het huis getransporteerd naar Dirck Jacobs.

In 1563 belooft Johan, burggraaf tot Montfoort, aan Johan Martensz van Sneeck, wijnkooper en burger te Utrecht, dat, wanneer de opbrengst der 6 morgen land in Blocklandt, die de burggraaf hem overgedragen heeft, niet voldoende mocht compenseeren de jaarlijksche rente van 40 Karolus guldens 12½ stuiver, door hem aan den burggraaf overgedragen, de burggraaf hem met het ontbrekende in andere goederen vestigen zal.

Op 27 november 1564 plecht op “cameren aan de Gansmerckt” verkocht door Huijck Pott aan Jan van Sneeck op ‘t Oude Kerckhof daer de Montfoirst uijthangt.

Op 27 maart 1566 transport van viervijfde deel van een plecht van f.650-5 1/2% sjaars gevestigt op de huijsinge en hofstede gelegen aan de Stadtplaets genaamd Cleijn Hazenberch,  verkocht door Alijdt weduwe van Cornelis Oudewater, Jan Wasman en vrouw Anna, Claes Jacobs en vrouw Janna, Adriaen Nenninck en vrouw Adriana die dochters zijn van Franck Folpertsz, aan Jan Mertens van Sneeck.

In 1567 bekent S. van Grovestein, kanunnik van de Dom, 123 gulden schuldig te zijn aan Johan Sneeck voor geleverde wijn.
Op 15 december 1567 plecht op “alinge huijsinge en hofstede op ‘t Oud Kerckhof genaamd de Montfoert uithanckt, oostwaards Willem van Amerongen, westwaards voor Adolph van Ruijtenberch, achter Jan Soetmont” verkocht door Anthonia Sass weduwe van Jacob Stellen aan Jan Martijnss van Sneeck.

1567 Thinsgoederen tot Bunnick Mr. Jan Mertenss van Sneeck xiii m vi l – ii l xiiii s. 

Op 5 maart 1569 plecht op “alinge huijsinge ende hofstede West Zijde Nijenstraat tegens Convent van Sinte Catrijn over” verkocht door Jacob van der Borch glaescrijver aan Jan Mertenss van Sneeck.

Op 8 april 1575 transport van “alinge huijsinge ende hofdtede gelegen aan de Oost Zijde van de Corte Minnebroederstraat genaamd den Braessem, gelegen tussen Gerrit Heeren en Dominicus de Pasteijbacker” verkocht door Jannige Franckendr weduwe van Claes Jacobs van Vianen aan Johan Mertenss van Sneeck, belast met oudteijgen 3 1/2 stuiver s’jaers ten behoeve van St. Joesten Gasthuijs buijten Utrecht, en een plecht van f.400-6 1/4% ten behoeve van Mr. Jan van Cootwijck.

Op 7 juni 1577 plecht op “helfte van Huijsinge erve ende hofstede, cleijn huijs daerboven aan de W.Z. Oude Graft” verkocht door Emmichen Jacob Lammendr weduwe van Floris Foeijt aan Johan Martensz van Sneeck, borgstaende een plecht f.600-6 1/4% ten laste van IJsbrandt Ham en Johan Bogaert, een plecht van f.16 jaars losrente ten behoeve van Catrijna Roeloffsdr.

Op 1 februari 1578 (1587 ?) transport van een coopmansbrief uit de boedel van Mr. Jan van Sneeck door zijn erfgenamen Franchois van Sneeck en Mr. Lijbrecht van der Muelen terugverkocht aan Emmichgen weduwe van Floris Feijten ter waarde van f.37.50 s’jaers ten laste van Johan Boghert en IJsbrant Lam.
Op 2 april 1578 constitueren Franchoijs van Sneeck, borger van Utrecht, en Christina zijn zuster met Mr. Librecht van der Moelen onse mede-schepen, kinderen en erfgenamen van zaliger Jan Mertensz van Sneeck.

 

Uit het (?) 1e huwelijk:

Meerten Jansz van Sneeck, kannunik van de St. Pieter te Utrecht, geboren 1534-1535 te Utrecht, overleden 1569-1575 te Utrecht

Uit het 2e huwelijk:

Aefgen Jans van Sneeck, geboren 1542-1543 te Utrecht

Francois van Sneeck

Christina van Sneeck, geboren 1546-1547 te Utrecht, overleden juli 1619 (overluid 10 juli 1619 te Utrecht). Gehuwd met Lijbrecht van der Muelen, advocaat, schepen van Utrecht (1576-1578), overleden september 1592 (overluid 26 september 1592 te Utrecht)