Pels, Gijsbert Ariaen (-<1539)

Gijsbert Ariaen Pels, zoon van Ariaen Pels en Merieken NN, overleden < 10 mei 1539

Gehuwd met

Katarina Claes Jan Marcelis, dochter van Claes Jan Marcelisz en Elisabeth Erbert Loijen, overleden 1557-1562

 

Bronnen: 1) vpnd.nl, 2) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1538-1542. Jan Toirkens, 3) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1557-1566. Jan Toirkens

Op 10 mei 1539 zijn voor Joest Gerits van de Venne en Mathijs Willems van Beeck, schepenen van Gestel bij Herlaer, verschenen Aert en Jan, broers en wettige zonen van Ariaen Pels en van diens vrouw Marieken, verder Herman zoon wijlen Jan Hermans als man van Lijsbeth dochter van Ariaen Pels, verder Katarina weduwe van Gijsbert zoon Ariaen Pels met haar voogd, Anna weduwe van Henrick van den Eijnde dochter van Ariaen Pels met haar voogd en hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze hebben geerfd na de dood van hun ouders, zijnde een huis, erf, hofstad, hopveld etc. gelegen op de Hoge Poeldonck in de vrijheid van Den Bosch. Nog een huis, tuin, hofstad etc. met een malder en 4 lopenzaad land genoemd de Oude Ecker, de voorste en achterste heide en het ploegrecht op de Bleken, een weiland genoemd de Moesschoot, het land op Heesakker, het hooi in de Rumelsche beemd en een akker genoemd Sleuwenhoeve, samen gelegen in de parochie Gestel zoals hun vader dat steeds heeft gebruikt gehad.
Katarina weduwe van Gijsbert zoon wijlen Ariaen Pels met haar voogd en haar wettige kinderen krijgen een akker genoemd de Oude Ecker, gelegen in de parochie Gestel te Rumel aan de Plack, b.p. de erfgenamen van Wouter van Beeck, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt ze de achtsterste heide, b.p. de Branssche heide, de heide van Dries Wouter Driessen. Nog krijgt ze 15 karolusguldens elk van 20 stuivers uit het gemeenschappelijke nagelaten bezit, nog 11 karolusguldens uit het huis van Aert Pels op de Poeldonk. Nog krijgt ze een stuk land van 6 lopenzaad gelegen in de parochie Gestel op Heesecker, b.p. Willem Henrick Rutten, Lenaert Aerts, welk stuk land Arien Pels had verkregen van Gijsbert Jan Pels en diens mede-erfgenamen. Uit dit erfdeel moet ze anderhalve oude grote en een slipaert (munt, JT) betalen aan de heer van Herlaer en daarvoor krijgt Katarina een half weiland.

Eveneens op 10 mei 1539 verklaren Joest Gerits van de Venne en Mathijs van Beeck schepenen van Gestel bij Herlaer, dat zijn verschenen Aert en Jan, broers en wettige kinderen van wijlen Ariaen Pels, Herman zoon wijlen Jan Hermans als man van Lisbeth dochter van wijlen Ariaen Pels, verder Katarina weduwe van Gijsbert zoon wijlen Ariaen Pels en Anna weduwe van Henrick van den Eijnde, dochter van wijlen Ariaen Pels met haar voogd en verkopen aan Agnes dochter van wijlen Jan Reijners, een stuk hooiland gelegen op de Dungen in de vrijheid van Den Bosch genoemd de Grote Beemd, b.p. Aert Willems, Willem Jan Haijwighen. Dat stuk land had Ariaen Pels eerder gekocht van Roelof Roelofs volgens de schepenbrief. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen.

Op 4 april 1542 vindt de erfdeling plaats van de 5 kinderen van wijlen Adriaen Pels en diens vrouw Merieken. Daarbij krijgen de 4 wettige kinderen van Gijsbert Pels zoon wijlen Adriaen Pels, te weten Matheus, Lisbeth, Yda en Gijsbert, het land genoemd de Slouwenhove gelegen in de parochie Gestel met het hooiland in de Rumelsche Beemden met de pachten daar uit gaande, zoals Adriaen Pels die Slouwenhove in gebruik had, b.p. Jan Claes Janssen, Gerit de mesmaker, de zusters van Orthen. Hieruit jaarlijks 2 oude groten te betalen aan de heer van Herlaer als grondchijns. Verder krijgen ze uit het huis en de hoeve op de Poeldonck 50 karolusguldens van elk 20 stuivers.

Op 16 januari 1562 verklaren Henrick Jan Emonts en Goijaert Willems van de Merendonck, schepenen dat eerder Jan zoon wijlen Claes Janssen, Mechteld weduwe van wijlen Willem van Beeck, Chatarina weduwe van Gijsbert Pels met hun voogden daarin, verder Joost zoon wijlen Jacop Janssen Verhoeven door deze Jacop verwekt bij diens vrouw Elisabeth dochter van genoemde Claes Janssen, welke Mechteld en Chatarina wettige dochters zijn van Claes Jan Mercelis door deze Nicleas verwekt bij Elisabeth dochter wijlen Erbert Loijen, op 11 februari 1557 een ontwerp voor een boedeldeling laten maken, vanwege het bezit dat ze na de dood van Claes Jan Mercelis hadden geerfd, maar welke akte vanwege een onderlinge twist toen niet was gepasseerd zoals blijkt uit dat protocol destijds.
Chaterijn weduwe van Gijsbert Adriaen Pels kreeg een huis, tuin, etc. met een korenberg en erf, ter plaatse genoemd aan de Beeckant, b.p. Jan Claessen, de gemeenschappelijke straat, Henrick Martens. Nog krijgt ze het vierde deel van een weiland gelegen in de jurisdictie van Schijndel genoemd het Wout, b.p. Jan van Helmont, de erfgenamen van Hubrecht Corstiaens, Jan Claessen. Hieruit jaarlijks aan de heer van Herlaer 12 oude groten op St. Michielsdag te betalen, nog jaarlijks 3 lopen rogge aan diegene die er recht op hebben, nog het derde deel van een malder rogge.
Vandaag zijn voor ons opnieuw verschenen Jan zoon wijlen Claes Janssen, Mechteld weduwe van Willem van Beeck met haar zoon Jan, verder Matheus zoon wijlen Gijsbert Adriaen Pels door deze Gijsbert verwekt bij genoemde Chatarina, verder Joost zoon wijlen Jacop Janssen en doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven op onderpand van hun persoon en bezit de eerdere deling alsnog goed te keuren. Ieder zal de lasten op het eigen erfdeel verder zo betalen dat de erfdelen van de anderen daarvoor zijn gevrijwaard. Verder zal men elkaar overpad verlenen waar nodig en ieder moet een deel van 2 roeden dijk onderhouden op de Herlaersche dijk en genoemde Joost is daarvoor vrijgesteld. Verder zullen ze binnen nu en een jaar een rogpacht aflossen van een malder die Jan Bruesten jaarlijks van hen ontvangt. Nadat zulks is gebeurd hebben wij hieraan ons schependomszegel bevestigd.

 

Uit dit huwelijk:

Matheus Gijsbrecht Pels

Lisbet Gijsbrecht Pels

Yda Gijsbrecht Pels

Gijsbert Gijsbrecht Pels