Gerrit Hendriksz van Overeem, boer, ouderling te Woudenberg (1669), zoon van Hendrik Fransen van Overeem, geboren ca. 1615, overleden 1688-1689
Gehuwd met
Heiltje Willems
Gehuwd ca. 1645 met
Lijsje Dirks, geboren ca. 1620, overleden 1694-1695
Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) archiefeemland.nl, 3) oudscherpenzeel.nl, 4) Overeem, Henk van Woudenberg, november 2022, 5) Familiegeld 1675 (-1724) in Eemland. Eemlandse klappers 29, 1998, 6) De Sint Anna Broederschap van Woudenberg. A. van Gent, 1987, 7) Oudschildgeld Woudenberg en Geerestein 1536-1775. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 13. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1993, 8) Slaperdijkgeld Woudenberg, Leusden c.s., Renswoude 1653. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 19. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 2000, 9) Huisgezinnen Woudenberg en Geerestein 1675. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 11. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1990, 10) Haardstedengeld gerecht Woudenberg. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 12. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1990, 11) De voorvaders van Hendrick Gerritsz. van Overeem, W. Spies. In: Gens Nostra, jaargang XLVII, februari 1992, blz. 61-72
In de rekering van de rentmeester van St. Aagt te Amersfoort is in 1649 en 1652 opgenomen ‘Gerrit Hendriksz in plaats van de weduwe van Henrick Fransz sijn moeder, heeft in huijre 11 morgen lands tot Woudenbergh voor 6 jaren ingegaan’. In het overzicht van Slaperdijkgeld uit 1653, bedoeld voor het beheer en onderhoud van de Slaperdijk, is opgenomen ‘Gerrit Hendricksz op de Wetering. Gerrit Hendriksz van Overeem huurt van het St Agathaklooster te Amersfoort land op de Wetering. Hij woont op de Pangelaar daarnaast. In het overzicht van Huisgezinnen uit 1675 staat vermeld dat Gerrit Hendriksz pachter is van het land van het voormalige St. Agatha Klooster te Amersfoort.
Gerrit Hendriksz van Overeem is van 1672 tot 1684 procurator van de Sint Anna Broederschap van Woudenberg samen met Hendrik Gerritsz van Geijtenbeek en Hendrik Gerritsz de Kruijff. Hij geeft de functie in 1685 over aan zijn zoon Hendrik. De broederschap dateert van voor 1450 en richt zich op het zieleheil van de leden van de Broederschap, door er voor te zorgen dat voor gestorven leden een aantal requiem- of zielemissen worden opgedragen. Hiervoor waren individuele regelingen waarbij nauwkeurig is omschreven wat de belanghebbende wenst voor de door hem beschikbaar gestelde gelden. Daarnaast worden de gelden van de Broederschap besteed aan de verstrekking van voedsel aan de armen. In de regel worden de procuratoren belast met de juiste uitvoering van de getroffen regeling.
In het overzicht familiegeld uit 1675 is onder Woudenberg opgenomen ‘Gerrit Henricksz bouwman met sijn vrouw ende acht kinderen waervan twee mundic sijn, te betalen 18 guldens’. Gerrit en zijn vrouw Lijsje zijn in 1684 vermeld als lidmaat in Woudenberg. In 1686 in het overzicht van het Oudschildgeld is beschreven ‘Gerrit Hendricksz is bewoner en gebruiker van de Pangelaarshoef op de Wetering met 16 mergen lands, bij eede die mergen om 30 stuijvers’. De Pangelaarshoeve lag aan de Maarsbergseweg ter hoogte van het huidige Pangelaar. Het land is leenroerig aan het huis Scherpenzeel. Gerrit is eigenaar en gebruiker van diverse landerijen in de directe omgeving ‘een halve hoef lants op de Wetering, s’jaars om 10 Carolij guldens’, ‘een halve hoef lants op de Wetering, s’jaars om 3 Carolij guldens en 5 stuijvers’, ‘1 mergen lands op de Wetering, s’jaers om 25 stuivers’, ‘1¼ mergen op de Wetering’, 2¼ mergen op de Wetering’, ‘2½ mergen en een hond lands, s’jaers om 3 Karolij guldens 4 stuivers’. Het land was onderdeel van 12 mergen op de Wetering, genaamd het Verloren land, tijnsplichtig aan Renswoude. Daarnaast is Gerrit eigenaar van 2 mergen op ’t erf Nieuwenhuisen (in bruikleen bij Hendrick Dircksz) en 1¾ mergen op de Lockhorster Campen (in bruikleen bij Gerrit Raijmaker) en gebruiker van ¼ part van 7 mergen lands van de Broederschap van St Anna op de Grift aan de zuidzijde van de Steenen Brug.
In 1688 is in het uitzettingsoverzicht familiegeld van Woudenberg opgenomen ‘Gerrit Hendricksz, op de Wetering, heffing 17 guldens’. In het overzicht van 1689-1694 is vermeld ‘Lijsje, Gerrit Hendicksz weduwe, te betalen heffing gedurende die jaren minimaal 13 guldens 5 stuivers en maximaal 19 guldens’. In 1690 is Lijsje Dirks vermeld als lidmaat te Woudenberg. In 1693 in het register van het Haarstedengeld, een door de Staten van Utrecht opgelegde belasting op het aantal haarsteden, is vermeld ‘Gerrit Hendricksz weduwe bruijckster en den Edele Heer van Geresteijn eijgenaar en bij de soon opgegeven, 2 haarsteden’. De belasting bedraagt 1 gulden per haarstede.
Uit het 1e huwelijk:
1 Hendrick Gerritsz van Overeem, waard te Maarn, buurmeester van Maarn, geboren ca. 1640, overleden 1700-1708. Gehuwd met Hendrikje van Wijk. Gehuwd op 1 maart 1674 te Doorn met Trijntje Frederiks, dochter van Frederik Robbertsz
2 Willem Gerritsz van Overeem, overleden < 1690
3 Trijntje Gerrits van Overeem, overleden < 1690
4 Jan Gerritsz van Overeem, boer te Zeist, geboren ca. 1645, overleden 1721 te Zeist. Gehuwd op 27 juli 1681 te Zeist met Evertje Cornelissen, overleden 1685-1689. Gehuwd op 21 april 1689 te Zeist met Annigje Peters van Dijk
Uit het 2e huwelijk:
5 Dirk Gerritsen van Overeem, geboren ca. 1648, overleden 1690-1695
6 (Groote) Gijsbert Gerritsen van Overeem, geboren ca. 1650, overleden 1690-1695
7 Heijltje Gerrits van Overeem, geboren ca. 1652, overleden 1735-1743. Gehuwd met Jan Petersz Blotenburg, smid, geboren ca. 1645, overleden 1728-1735
8 Dirkje Gerrits van Overeem, geboren ca. 1654, overleden < 14 februari 1718. Gehuwd met Hendrick Gerritsz van Geijtenbeek, schepen van Woudenberg, procurator van de Sint Anna Broederschap, zoon van Gerrit Aertsz van Geitenbeek en Emmigje Gerrits van Blootenburg, geboren ca. 1655 te Scherpenzeel, overleden 1725-1726
9 Jacobus Gerritsen van Overeem, geboren ca. 1656, overleden < 11 juni 1725
10 Merritje Gerrits van Overeem
11 (Kleine) Gijsbert Gerritsen van Overeem, geboren ca. 1660, overleden 1690-1695