Kruijff, Gerrit Hendriksz de (1666/67-1725/35)

Gerrit Hendriksz de Kruijff, boer, procurator van de Sint Anna Broederschap, zoon van Hendrik Gerritsz de Cruijff en Gerritje Adriaans, geboren 1666-1667 te Leusden, overleden 1725-1735 te Woudenberg

Ondertrouwd op 1 februari 1691 en gehuwd op 15 februari 1691 te Woudenberg (#) met

Merritje Gerrits van Overeem, dochter van Gerrit Hendriksz van Overeem en Lijsje Dirks, geboren ca. 1662, overleden > 1745

Gehuwd op 20 oktober 1683 te Barneveld met

Wolfert Wulffertsen, zoon van Wulfert Franken, geboren ca. 1655 te Woudenberg, overleden 1689-1690

Uit dit huwelijk:

Maria Wulferssen, gedoopt 10 april 1687 te Woudenberg

Gerrit Wulfersen, gedoopt 30 juni 1688 te Woudenberg

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) archiefeemland.nl, 3) oudscherpenzeel.nl, 4) De Kruijff, Henk van Woudenberg, herzien september 2022, 5) Overeem, Henk van Woudenberg, november 2022, 6) Familiegeld 1675 (-1724) in Eemland. Eemlandse klappers 29, 1998, 7) De Sint Anna Broederschap van Woudenberg. A. van Gent, 1987, 8) Oudschildgeld Woudenberg en Geerestein 1536-1775. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 13. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1993, 9) Haardstedengeld gerecht Woudenberg 1693. Historische toegangen van de gelderse vallei, deel 12. Bureau voor Familie Historie, Woudenberg, 1990, 10) razu.nl, 11) NT00061_58. Nadere Toegang op inv. nr 58 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Gerrit Hendriksz is van 1685-1693, 1700-1705 en 1708 procurator van de Sint Anna Broederschap van Woudenberg. Hij neemt de functie in 1685 over van zijn vader Hendrik Gerritsz. De broederschap dateert van voor 1450 en richtte zich op het zieleheil van de leden van de Broederschap, door ervoor te zorgen dat voor gestorven leden een aantal requiem- of zielmissen werden opgedragen. Hiervoor waren individuele regelingen, waarbij nauwkeurig werd omschreven wat de belanghebbende wenste voor de door hem beschikbaar gestelde gelden. Daarnaast werden de gelden van de Broederschap besteed aan de verstrekking van voedsel aan de armen. In de regel werden de procuratoren belast met de juiste uitvoering van de getroffen regeling. De kerk probeert door de eeuwen heen invloed op de Broederschap te krijgen. Dit blijkt onder andere uit een verzoekschrift van de procuratoren aan de Staten van Utrecht, waarin wordt gevraagd de resolutie van 20 november 1666 niet in te trekken. Aanleiding daartoe gaf een door de Heer van Geerestein, Steven van Lynden, afgedwongen verklaring, afgelegd door een der procuratoren, Gerrit Hendricksz de Kruijff, inhoudende dat hij zijn toestemming geeft tot de overgang van het bezit der Broederschap naar de Diaconie. Na enige tijd komt Gerrit tot bezinning en trekt de afgedwongen verklaring weer in. Gedeputeerden ontbieden hierop de partijen en nemen vervolgens op 20 april 1708 het besluit dat voortaan de rekeningen van de Broederschap elk jaar in de kerkekamer te Woudenberg ten overstaan van de predikant moet worden gedaan, dat de landerijen voortaan om de zes jaar in het openbaar en ten overstaan van de predikant moeten worden verhuurd, dat de uitdeling van de penningen aan de armen voortaan in de kerk en ten overstaan van de predikant moet plaatsvinden en dat bij overlijden van een der drie procuratoren de overigen de vacante plaats moeten aanvullen binnen een termijn van zes weken, terwijl van de verkiezing behoorlijke aantekeningen moet worden gehouden, en ten slotte broeders of zwagers voortaan geen procurator mogen zijn.

Op 26 februari 1700 verklaren Gerrit Hendricksz de Cruijff, gehuwd met Marritie Gerrits Overeem, mitsgaders de voogden over de kinderen van Marritien Gerrits Overeem bij Wulphert Wolberts, dat supplianten op 29 januari 1700 publiek verkocht hebben een huijs, hofstede, berch, schuijr met gerechticheijt van 3 schaer weijdens op de gemeente van Woudenbergh aan Jan Willems voor 790 gulden, item aan Jacob Lamberts ca vijff vierendeel mergen lands op de Weteringh genaaemt Knoppers kampie voor 492 gulden en aan Aeltgen Claes mede ontrent vijff vierendeel mergen lands op de Weteringh, genaampt Jan Jacobs kampie voor 315 gulden, gelegen onder Woudenberg; verzoek om approbatie
door Hof. Op 1 maart 1700 Hendrick van Geijtenbeeck gehuwd met Dirkje Gerrits van Overeem, suster van de moeder van de onmondige kinderen als oom en enige momber; verwijzing naar magescheid d.d. 14 maart 1695, kinderen krijgen 1/4 portie in de 3 verkochte percelen, plus nog enkele bepalingen.

In 1691 en 1694 is in het uitzettingsoverzicht familiegeld van Woudenberg (ingesteld door de Staten van Utrecht ten behoeve van de financiering van de vele oorlogen en conflichten in die tijd) opgenomen ‘Gerrit Hendricksz de Kruijff of zijn vrouw, te betalen heffing gedurende die jaren bedroeg minimaal  5 guldens en maximaal 7 guldens en 5 stuivers’. In het overzicht van 1701 en 1705 is opgenomen ‘Gerrit Hendricksz de Cruyff, aan de Brinckant, te betalen heffing gedurend die jaren bedroeg minimaal 4 guldens en maximaal 7 guldens’. In 1693 is in het register van het Haarstedengeld van Woudenberg door de Staten van Utrecht opgelegde belasting op het aantal haardsteden) vermeld ‘Gerrit de Kruijf bruijcker en de weduwe Lambert Dirksz eijgenaar en bij de meijt opgegeven, 2 haardsteden’. De belasting bedroeg 1 gulden per haardstede.

In de registers van het Oudschildgeld van 1686, 1696 en 1706 is Gerrit vermeld als eigenaar van 1¼ mergen op de Wetering. In 1686 en 1696 was Gerrit Hendriksz zelf gebruiker van het land. In 1706 was Gerrit Lambertsz gebruiker. In 1696 Gerrit tevens gebruiker van 8 mergen op de Wetering (eigenaar is Lambert Dircksse weduwe) en in 1696 en 1706 eigenaar van 1/3 part of 1 mergen 1 hond en van 3½ mergen lands gemengder vooren, op de Wetering. In 1716 is het land in handen van Gijsbert Lambartsz van Lambalgen. Tussen 1696 en 1706 koopt Gerrit Hendriksz de helft van ‘een erf geheten Groot Davelaar groot wesende 35 mergen, s’jaers om 50 Caroly guldens en 3 mudde boeckweijt Amersfoorts’. Hij gaat er met zijn familie wonen (zie foto). De eerste vermelding van deze boerderij is van 1536. Het erf viel toen onder het goed Groot Davelaar. In 1599 vindt er een erfscheiding plaats en is de hoeve in bezit van Gerrit Davelaar Clementsz en Christoffel van Blokland. De in de voorgevel aanwezige muurankers duiden aan dat er in 1649 een oudere boerderij vervangen is door nieuwbouw. Tussen 1725 en 1735 is Gerrit overleden en in 1735 en 1745 staat zijn weduwe als eigenaar en Arien de Kruijff als gebruiker. In 1716 blijkt Gerrit 3 mergen doorverkocht te hebben aan Wouter Peelen. Diens weduwe was in 1716 eigenaar. De boerderij ligt momenteel aan de Brinkkanterweg 24 in Woudenberg. In 1725 is Gerrit Hendricksz nog in het register van Oudschildgeld vermeld als gebruiker van twee stukken land op de Wetering van Hendrik van Geytenbeek van respectievelijk 13 mergen en 2 mergen 4 hond.

Op 11 juni 1725 Willem en Gerrit Hendriksen Overeem, voor zichzelf en namens Arien Bekum getrouwd met Willemijntje Overeem, Jan Willemz Koudijs getrouwd met Maijgjen Overeem, Hendrik Melissen van Otterloo getrouwd met Jannitje Overeem voor een staak, Cornelis Gerritz de Waal getrouwd met Heijltje Jans Overeem, Willem Overeem voor zichzelf en namens Arien van Dijk getrouwd met Evertje Jans Overeem, Gerrit Enkelaar getrouwd met Lijsbet Jans Overeem voor een staak, Jan Pieterz Smith getrouwd met Heijltje Gerrits Overeem voor een staak, Gerardus van Geijtenbeek predikant tot Hoevelaken voor zichzelf en namens Evert Hopman getrouwd met Gerritje van Geijtenbeek, Willem van Geijtenbeek mr chirurgijn, Willem Lagerweij schout en gadermeester van Geerestein getrouwd met Elisabeth van Geijtenbeek, Arnoldus van Geijtenbeek notaris, Berent Willemsz van Eede getrouwd met Maria van Geijtenbeek, Emmetje van Geijtenbeek voor een staak, Gerrit de Cruijff getrouwd met Merritje Gerrits Overeem voor een staak. Allen erfgenamen van Jacobus Gerritz Overeem. Zij verkopen aan Hendrik van Geijtenbeek ca. 5½ morgen land op de Wetering.

 

Uit dit huwelijk:

Wolbert Gerritsz de Kruijf, gedoopt 13 december 1691 te Woudenberg (get: Ariaentje Gerrits)

Lijsje Gerritz de Kruijf

Hendrik Gerritsz de Kruijf, gedoopt 11 december 1698 te Woudenberg (get: Geertje Everts)

Gerritjen Gerrits de Kruijf, gedoopt 9 januari 1701 te Woudenberg (get: Petertje Cornelis), begraven 29 januari 1773 te Woudenberg. Gehuwd met Jan Teunissen van Gooswilligen, zoon van Teunis Evertsz en Jacobjen Jansen, gedoopt 27 april 1684 te Scherpenzeel, overleden 1741-1754

5  (?) Arien Gerrits de Kruijf, geboren ca. 1705, begraven 22 mei 1772 te Woudenberg. Gehuwd op 2 januari 1746 te Woudenberg met Weijntje Elberts, ca. 1720, begraven 1 oktober 1796 te Woudenberg

Dirkje Gerrits de Kruijf, gedoopt 13 februari 1707 te Scherpenzeel, overleden 1746-1748. Gehuwd op 13 maart 1735 te Woudenberg met Gijsbert Cornelisz, zoon van Cornelis Huijbertsen en Jantje Cornelissen, gedoopt 2 mei 1697 te Scherpenzeel, overleden > 1748