Nobel, Jacob Hendricksz (1497-1573)

Jacob Hendricksz Nobel, kunstschilder, kerkmeester van de Nicolaikerk te Utrecht (1570), zoon van Hendrick Gerritsz Nobel en Geertruijdt Jacob Eelgis van Luttichenhuijs, geboren maart 1497, overleden 13 januari 1573 te Utrecht, begraven in de Catharijnekerk te Utrecht

Gehuwd met

Catharina Peters, dochter van Peter van der Mooije, geboren te Brussel (B), overleden 1585-1586 te Utrecht, begraven in de Catharijnekerk te Utrecht

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) De leven en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd, Christiaan Kramm. Amsterdam, Gebroeder Diederichs, 1857, 3) Fragment-genealogie van het uitgestorven geslacht van Voorst (Utrecht), M. G. Wildeman. In: Maandblad van Genealogisch-Historisch Genootschap De Nederlandsche Leeuw, 44e jaargang, 1926, pag. 55-56, 4) Utrechtse schilderkunst in de tweede helft van de 16e eeuw, J.A.L. de Meyere. In: Jaarboek Oud-Utrecht 1978, pag. 106-190. Vereniging Oud-Utrecht, 5) De religieuze gedrevenheid van Dirck Weyman in het licht van de lotgevallen van een Utrechtse glasmakersfamilie in de zestiende eeuw, Llewellyn Bogaers. In: Jaarboek Oud-Utrecht 1993, Vereniging Oud-Utrecht, 6) Recepta ex pulsatione campanarum in funeribus defunctorum. Archief domkapittel no 651 (fabrieksrekeningen) en 702, Simon den Daas. Utrecht, 2012, 7) razu.nl, 8) NT00061_45. Nadere Toegang op inv. nr 45 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Volgens Kramm (1857) is Jacob geboren op Lieve Vrouwendag in Meert. Niet duidelijk is welke dag dat is, Lieve Vrouwendag valt namelijk op 2 februari.
Eveneens volgens Kramm zou Jacob zichzelf geschilderd hebben via een metalen spiegel, ’ten halve lijve met een groote baert en een doodshooft, daar sijn linkerhandt op rust’. Tevens zou hij al in 1516, op 19-jarige leeftijd, de 16-jarige keizer Karel V geschilderd hebben of er een gekopieerd hebben.

In 1529 erft Jacob de helft van het huis, genaamd “groot Schouwenburch” te Utrecht en het aangrenzende huis. Zijn zuster Lauwens erft de andere helft.

In de Utrechtse kameraarsrekeningen uit 1534-1535 is vermeld dat aan ‘Ja. Nobel, schilder, is betaelt 3 L., wt seke hij anno XVc XXXV in Sept., gewrocht heeft aenden toorn, gelegen achter dat Bagijn-hoff, te weten aenden leuw, buijten inde voorsz. toorne staende, ende heeft die geschildert ende mit gout ende olijverwe beleijt ende oick die epitaphije ende scrifturen, daeronden staende, beloopt van ’t gout, olij ende verven ..’. Later wordt ook Ja. Nobel betaald voor werkzaamheden ‘aende nijewe leeuwentoirn after die lauwers’.

Op 9 oktober 1541 heeft Marijcken Aert Neijen weduwe met Niesken Henrick Melisdr kijffelicke woorden gehad ter cause van een rinck die Jacob Nobel verloren had en waarvan Niesken zei dat Jan Neijen hem had.

Jacob wordt op 18 januari 1546 genoemd in het raadsboek, waarbij hij verlof geeft aan B. Uuijten Eng om den arbiters in hun geschil aan te zeggen binnen acht dagen uitspraak te doen.

Op 26 augustus 1547 wordt een, door Jacob Nobel, afgegeven koopmansbrief in handen van den raad gesteld.
Op 23 december 1547 krijgt hij machtiging tot behandeling van zijn zaken voor de raad.

Op 22 september 1550 worden Cornelis Nobel, Laurijs Nobel, Aert Nobel, Hieronijmus Nobel, Geritgen, Haesgen en Geertruijt Nobel, al kinderen van Jacob Nobel, gezuiverd voor roerende gewelt gedaan aan Lijsken Jacobsdr Nobel.

Op 3 maart 1570 wordt Jacob Nobel aangesteld als kerkmeester van St. Nicolaas. 

Op 21 oktober 1583 scheldt Catharina, weduwe Jacob Nobell, erfgename van haar zoon Aert Nobell, f 400-0-0, f 300-0-0 en van schuld ingevolge akkoord vrij ten behoeve van haar dochter Geertruijt Jacob Nobelsdr, gehuwd met Jan van der Burch, eerdere weduwe van Jan Noijon.

Op 24 november 1585 passeert de acte van ratificatie, waarbij Willemtgen Jansdr van Nijkerck eigenaar wordt van (een deel van) de boedel van de overleden Catharina Petersdr, weduwe van Jacob Nobel, tegen betaling van een plecht van f 200 met 6¼ % rente.

Op 20 januari 1586 gaat de boedel van de overleden Jacob Nobel en Catharina Petersdr naar de ‘armen noothulp van de drie gasthuijzen Barbara, Bartholomeus en ’t Heijlig Cruijs’. De boedel betreft een huis met de naam Nobel of Clein Schonenburg, aan de Oude Gracht oostzijde bij de St. Geertruijdenbrug, een plecht van f 60 met 5% rente en een plecht van fl 200,- ten behoeve van Willemtge Jansdr van den Nijkerck.

 

Uit dit huwelijk:

Cornelis Nobel, schilder. Gehuwd met Jannichgen Lamberts

Laureijs Nobel

Aert Nobel, overleden < 21 oktober 1583

Hieronijmus Nobel

Gerarda Nobel, overleden november 1610 (overluid 18 november 1610 te Utrecht). Gehuwd in 1563 (huwelijkse voorwaarden 6 januari 1563) met Martinus Scheperius, medicus, zoon van Cornelis Duplicius Schepperius en Aeltjen Claes Willems Kromstrijen, overleden februari 1603 (overluid 19 februari 1603 te Utrecht)

Haesgen Nobel

Geertruijt Nobel. Gehuwd met Jan van Noijon. Gehuwd met Jan van der Burgh, glasschrijver

Lijske Jacobs Nobel

Marrichgen Jacobs Nobel

10  Anneke Jacobs Nobel, overleden 1595-1599. Gehuwd met Jan de Bruijn, schepen van Leerdam (1551). Gehuwd met Jan ter Leck van Boecholt, snijder, overleden > 1 september 1573