Duijvesteijn, Joost Leendertsz (ca. 1670-1724)

Joost Leendertsz Duijvesteijn, zoon van Leendert Jansz Duijvesteijn en Maria Hendricks van Noorden, geboren ca. 1665, begraven 23 april 1724 te Wateringen (#)

Gehuwd met

Marijtje Pieters van der Burgh, dochter van Pieter Arentsz van der Burch en Gerritje Dircks de Seeuw, geboren ca. 1665 te Delfgauw, overleden 30 augustus 1729 te Wateringen (#)

 

Bronnen: 1) stadsarchiefdelft.nl, 2) K.J. Slijkerman – De oudste generaties van Zuid-Hollandse geslachten Duivestein. De rooms-katholieke / gereformeerde familie (Van) Duijvesteijn uit Wateringen. In: Ons Voorgeslacht, jrg 38 (1983), blz 7-29.

Op 20 november 1692 attesteert Joost Leenderts Duijvesteijn als getuige bij de uitvoering van het testament van Leendert Teunis van der Cruck. Op 26 november 1692 treedt hij op als voogd over Teunis Leenderts van der Kruck bij de uitkoop van de erfenis.

Op 24 mei 1696 staan Jan Leenderts Duijvesteijn, Engeltge Leenderts Duijvesteijn, Heijndrick Leenderts Duijvesteijn en Joost Leenderts Duijvesteijn borg voor Maria Heijndrixse van Noorden, weduwe van Leendert Jans Duijvesteijn.

Op 23 oktober 1707 attesteren Hendrick Duijvesteijn, Joost Duijvesteijn en Engeltje Duijvesteijn als erfgenamen van wijlen hun moeder Marijtje Hendricxs.

Op 28 september 1719 stelt Pietertje Pieters van der Burg, weduwe van Jan Paulusse van der Tak, en thans huisvrouw van Cornelis van Schooten, ‘coorn brandewijn brander tot Schiedam’, haar testament op waarin zij haar erfgenamen benoemt. Zij legateert aan:
1) Marijtje Pietersen van der Burg, gehuwd met Joost Duijvesteijn, de somme van tweehonderd gulden,
2) Abraham Leendertse van der Burg, zoon van haar overleden broeder Leendert Pieterse van der Burg, de somme van honderd gulden,
3) Willem Arentse van der Burg en Gerrit Arents van der Burg, beiden kinderen van haar overleden broeder Arent Pieterse van der Burg, tezamen de somme van vijfentwintig gulden,
4) Gerritje Janse Overwater, dochter van haar zuster Leuntje Pieterse van der Burg, de somme van twaalfhonderd gulden,
5) Jan Cornelisse van Coppen en Thonia Cornelisse van Coppen, beiden kinderen van Maria Jans Overwater, die een dochter is van haar zuster Theuntje Pieters van der Burg, tezamen de somme van tienhonderd gulden.
Op 27 februari 1724, 2 januari 1727 en 12 januari 1728 stelt Pietertje Pieters het testament bij. Op 3 mei 1731 wordt het testament uitgevoerd.

Op 1 maart 1719 is Joost Leendertsz Duijvesteijn genoemd als erfgenaam van Bastiaen Cornelisz van der Tack.

Joost krijgt het heilig oliesel toegediend te Wateringen op 31 oktober 1719 en op 1 april 1724. Marijtje krijgt het heilig oliesel toegediend te Wateringen op 29 augustus 1729.

Op 27 april 1725 verhuurt Marijtje Pietersdr van der Burgh, weduwe van Joost Duijvesteijn, aan Jan Daamen van Dijk een ’thuin ende erve groot veerthien hond, heemels breete, geleegen in den Ambachte van Monster’.

 

Uit dit huwelijk:

1  Gerritje Joosten Duijvesteijn

2  Leendert Joosten Duijvesteijn, geboren ca. 1692, overleden 26 augustus 1762 te Monster, begraven 31 augustus 1762 te Wateringen. Gehuwd op 9 januari 1720 RK te Wateringen (get: Arent Bastiaens Swaeneveld, Lijsbeth Maertens van Dixhoorn, Maria Cornelisse Perveen) met Lijsbeth Jans Overvest, begraven 6 september 1763 te Wateringen

3  Maria Joosten Duijvesteijn, gedoopt 9 augustus 1694 RK te Wateringen (get: Hendrik Duijvesteijn, Engeltje Duijvesteijn), overleden 1694-1695

4  Maria Joosten Duijvesteijn, gedoopt 30 september 1695 RK te Wateringen (get: Hendrik Duijvesteijn, Engeltie Leenderts Duijvestijn)

5  Elisabeth Joosten Duijvesteijn, gedoopt 30 mei 1700 RK te Wateringen (get: Jan Engelen, Pitertie Pieters), begraven 17 september 1719 te Wateringen