Dijk, Arij Huijbertse van (ca. 1690-1738/51)

Arij Huijbertse van Dijk, zoon van Huijbert Jansz van Dijk en Gijsbertgen Teuwis, geboren ca. 1690, overleden 1738-1751

Gehuwd op 24 maart 1715 te De Bilt (#) met

Fijtje Hendriks van Corlaar, dochter van Hendrik Maessen van Corlaar en Mariegje Ariens van den Hoeve, gedoopt 16 juli 1693 te Driebergen (#), overleden > 24 augustus 1771

 

Op 17 juni 1715 schenkt Hendrik Maessen van Corlaer een hoffstede mette huijsinge c.a. en landerijen in de Leijen onder De Bilt, met vee, gereedschap en inboedel, aan Melchior Cornelisz van den Broek, gehuwd met Hillichie Hendriks van Corlaer, dochter, onder conditie van huisvesting en verzorging. Dit gebeurt met approbatie van Arien Huijbertsz van Dijck en Fijchie Hendriks van Corlaer, schoonzoon en dochter. De begunstigden nemen alle schulden over.

Op 29 december 1720 huurt Arij ‘zekere twee en een half mergen weijland’ gelegen ‘agter de Huijzinge en Hoffstede Arensbergh’ voor de tijd van zes jaren ‘jaarlijx en alle jaar om de somme van agt ent sestigh caroli guldens tot twintigh stuijvers ’t stuk eensgelts’ (#). Op 29 maart 1727 wordt de huur voor nogmaals zes jaar verlengd (#). Een maand later huurt hij nog 2 mergen land aan de Blauwkapelseweg voor het jaarlijkse bedrag van 48 Caroli guldens tot 20 stuijvers ’t stuk (#).

Op 26 oktober 1737 huren Arij en Fijtje ‘des selfs hofstede genaemt Beuckenborch met de boere woninge, carnhuijs, bergen en schuur, mitsgaders het schaapshok met de landerijen daar aan behorende so bou als wijlanden allen gelegen onder de gerechten van Oostveen, groot omtrent drie en veertigh mergen en dan noch de schaapsdriften of wijden onder de gerechte van de Bilt, in de landen genaemt het Ridderdorp’ voor de duur van zes jaar met ‘voor het eerste jaer huur voor ende omme de somme van twee hondert en tien gulden en de vijf daar aan volgende jaren jaerlijx ende alle jaer omme de somme van vier hondert en twintigh guldens’ (#). Op 15 februari 1738 huurt Arij ‘zekere huijzinge en hoffstede gelegen onder den Gerechte van de Bilt, groot omtrent twintigh mergen’ en dat ‘jaarlijkx en alle jaar voor en de somme van drie honderd en vijftigh guldens eens gelds’ (#). Op 16 januari 1745 wordt de huur verlengd.

Fijtje huurt op 26 augustus 1758 ‘seker stuk land genaamt de groote perck, gelegen voor de hoffstede de Steenkamer, onder den geregte van de Bilt’ (#). Op 24 augustus 1771 huurt Fijtje ‘4 mergen weijland in 2 kampen’ en ‘6 mergen 262 roeden bouwland in 2 kampen’ gelegen aan de Blauwkapelseweg achter de Groenekanseweg onder het gerecht van Oostveen (#).

 

Uit dit huwelijk:

1  Marrigje van Dijk, gedoopt 9 februari 1716 te De Bilt, overleden 1716-1719

2  Marigje van Dijk, gedoopt 15 januari 1719 te De Bilt, overleden > 18 april 1769. Gehuwd op 12 november 1741 te Blauwkapel met Hendrik Teunisz Dompselaar, geboren ca. 1715 te Maartensdijk, overleden 1758-1763. Gehuwd op 13 maart 1763 te Blauwkapel met Peter Evertsz van der Schras, geboren te Lunteren, overleden > 18 april 1769

3  Gerrigje van Dijk

4  Huijbert van Dijk, gedoopt 8 april 1725 te De Bilt, begraven 14 februari 1804 te De Bilt. Gehuwd op 1 maart 1772 te De Bilt met Hilligje Versteegh, dochter van Tijmen Aartsz Versteeg en Gerrigje van de Broek, gedoopt 16 december 1742 te De Bilt, begraven 14 februari 1810 te De Bilt

5  Maria van Dijk, gedoopt 29 mei 1729 te Blauwkapel, overleden < 20 mei 1805. Gehuwd op 31 januari 1751 te De Bilt met IJsbrand Kol, zoon van Tijmen IJsbrandsz Kol en Maria Jacob Ariens van Maurick, gedoopt 25 december 1726 te Lexmond, begraven 22 februari 1799 te Lexmond

6  Hendrik van Dijk, gedoopt 4 januari 1733 te Blauwkapel, overleden 3 augustus 1812 en begraven 9 augustus 1812 te De Bilt. Ondertrouwd op 3 december 1784 en gehuwd op 26 december 1784 te De Bilt met Neeltje van Voorst, dochter van Hendrik van Voorst en Hendrikje Baars, gedoopt 12 augustus 1753 te De Bilt, overleden < 20 mei 1805