Calveen, Evert Jansz van (ca. 1645-<1703)

Evert Jansz van Calveen, beenhacker, borger van Amersfoort, zoon van Jan Claesz van Calveen en Nellitgen Everts, geboren ca. 1645, overleden < 19 oktober 1703

Gehuwd ca. 1670 met

Cornelia Jans van Raalt, dochter van Jan Sweersz van Raelt, geboren ca. 1650, overleden > 27 november 1716

 

Bron: archiefeemland.nl

Op 17 augustus 1650 sluiten Jan Claesz Vleijschouwer, zijn vrouw en erven en lening af van 250 gulden aan Geertgen Lourens met Tonis Lamberts, deurwaarder en haar voogd, met een losrente van 12 gulden en 10 stuivers. Als onderpand dient een huis aan ’t St Joriskerk. In 1683 verklaren Evert Jansz van Calveen, Arien Jansz van Calveen en Aert Henricx, man van Aeltie Jans van Calveen, erfgenamen en kinderen van Jan Claess, uit handen van Jan Willemsz van Raelt de schuldsom ontvangen en voldaan.

Op 1 maart 1670 sluiten Cornelis Hooff van Huijsduijnen en Evert Janss van Calveen een overeenkomst over de levering door de laatste van al zijn messie van koeien, paarden, schapen en varkens voor vier morgen tabaksland gelegen onder Hamersveld. Op 16 april 1672 sluiten Marten Martenss, schoorsteenveger, en Evert Janss van Calveen een overeenkomst over het optrekken en onderhouden van een muur tussen beider woningen gelegen. Op 24 april 1673 stellen Evert Janss van Calveen en Cornelia Jansdr, echtelieden, hun mutueel testament op.

Op 26 mei 1674 erkennen Evert Janss van Calveen en Cornelia Janss, echtelieden, schuldig te zijn aan Jan Evertss Driftharder, wonende te Soest, een som van 141 guldens 8 stuivers 8 penningen, voor geleverde schapen en lammeren. Op 24 november 1674 erkent Evert Janss van Calveen, borger en inwoner van Amersfoort, schuldig te zijn aan Weijmtje Wouters, weduwe Wouter Wouterss wonende in Callenbroeck, de somma van 270 gulden.

Op 2 maart 1675 sluiten Evert Jansz van Calveen ende Cornelia Jans van Raalt, echtgenoten en borgers, vier leningen af:

1) 300 Carolus gulden tot 20 stuijvers het stuck van Steven Albertsz Versteegh. Als onderpand dient een huis in de Langestraat op de hoeck van de Stovestraat en een schuijr staende in de Stovestraat. Anthonia van Bemmel, weduwe van Anthonij Brickensteijn, die het recht van de erfgenamen van Jannitgen Jans, in haar leven huijsvrouw van Steven Versteegh, tot nevenstaende plegte van drie hondert gulden ende bekende de comparanten door handen van Arnoldus van de Weteringh en Paulus Hovert, als in huwelijk hebbende Petronella van de Weteringh, van Henrick RIjcksz van Stuijvenbergh, als in huwelijk hebbende Elberta van de Weteringh, mitsgaders van de mombers overige kinderen van Jan van de Weteingh. Welcke Arnoldus, Petronella, Elberta en Jan van de Weteringh, nagelaten kinderen en erfgenamen zijn van Aaltje Jans van Calveen, vrouw van Aert Hendricksen, grutter. Voldaan 3 november 1712;

2) 200 Carolus gulden tot 20 stuijvers ’t stuck van Dirck Breecker, tot seeckeringe van een borgtocht van 200 gulden ten behoeve van Willemtgen Marchelis. De lening is doorgehaald en geroijeerd op 5 juli 1683;

3) 850 Carolus gulden tot 20 stuijvers het stuck van Aert Hendriksen en zijn vrouw Aeltgen Jans van Calveen, als seeckeringe van sodanige borchtoct van twee honderd gulden ten behoeve van Willemtgen Marchelis, vijfhonderd gulden ten behoeve van Juffrouw Hogeveen en een hondert en twintig gulden ten behoeve van Muijlwuijckh bij de voornoemde Aaltgen Jans de eerste man zaliger gepasseerd;

4) 250 Carolus gulden tot 20 stuijvers het stuck van Thomas Thomaszen en zijn vrouw Sara Willems met als onderpand een huis aan de Langestraat op de hoek van de Stooffstraat en een schuur staende in de Stooffstraat.

Op 10 maart 1675 machtigen Evert en Cornelia de deurwaarders van Amersfoort om voor het gerecht aldaar de schulden te erkennen aan Steven Alberts Versteech van 300 Carolus gulden tegen 5%, aan Dirck Breeckers van 200 gulden ter verzekeringe van een borgtocht door hem ten behoeve van Willemtgen Machelis a 5% en aan Aert Hendricks en Aeltgen Jans van Calveen van 850 gulden ter zekeringe van een borgtocht van 200 gulden ten behoeve van Willemtgen Marcelus, 500 gulden ten behoeve van Joff Hogeveen, 120 gulden ten behoeve van Muijlwijck bij de voornoemde Aeltgen Jans en haar eerste man salioger, en 30 gulden voor de notaris voor het passeren deses. Als onderpand dient de huijsinge van de comparanten aan de Langestraat, op de hoek van de Stovestraat waar aan de ene zijde de Stoofstraat en aan de andere zijde ’t Blocklandse Gasthuijs gelegen zijn, een schuur in de Stooffstraat met aan de ene zijde de kinderen van heer Cameraers Elingh saliger, met Merthen schoorsteenvegers erfgenamen naastgelegen, en alle hun verdere goederen. Verder compareerde Adriaen Jans van Calveen, die verklaart dat deze goederen aan zijn broeder zijn toegescheiden als mede-erfgenaam van zijn ouders.

Op 13 juni 1675 verkoopt Evert Janss van Calveen aan Jacobus van Voorthuijsen, een partij rogge groot a morgen gelegen in de Molenbroeck onder Bloemendaal. Op 7 augustus 1675 verkoopt Evert Jansen van Calveen aan notaris Gerard van Swijnevoort, een stuk boekwijt groot halve morgen gelegen buiten de Bloemendaalsche poort te Amersfoort. Op 12 september 1675 verhuurt Evert Janss van Calveen voor een periode van drie jaar een schuur gelegen in de Stooffstraat te Amersfoort aan Claes Reijniertss, beenhakker. Op 9 oktober 1675 geeft Evert Janss van Calveen, beenhakker te Amersfoort, volmacht aan notaris mr. Swanenburgch te Amsterdam, om van de weduwe Peter Janss Vuijlbaert, gewezen beenhakker te Amsterdam, een som geld groot 14 gulden te innen wegens levering van lammeren.

Op de uitzettingslijst van Amersfoort uit 1675 is vermeld ‘Evert Jansen van Calveen, Langestraat, te betalen heffing nihil’.

Op 7 maart 1676 verkoopt Evert Janss, vleeshouwer, aan notaris Cornelis Caen, zijn aandeel in de boedel van zijn niet genoemde ouders. Op 14 augustus 1679 verhuurt Evert Janss van Calveen een schuur voor de tijd van twee jaar aan Jacobus Vermeulen. Op 30 november 1676 en op 13 december 1680 is Evert Jansen van Calveen genoemd als belender in de Stovestraat.

Op het register van autorisaten op de deurwaarders om verschuldigde gelden te innen is op 12 november 1677 vermeld de namen van eijgendommen contribuerende tot de Sprengel, trappen ende heulen aen de Vischmerckt, Langestraat aan de sijde van de Nieuwestraat (onder andere) Evert Jans van Calveen 1 gulden. In hetzelfde register op 2 december 1678 en 12 januari 1680 is vermeld een cedulle van eigendommen aen de pomp bij het exhijs binnen dese stad Amersfoort, namen van de possesseurs onder andere Evert Jansz van Calveen 1 gulden. Op 20 oktober 1684 is in het register vermeld ‘specificatie van oncosten gevallen over het repareren van de Sprengell aen de Vismerckt ende het maecken van de heull van de Crommestraet aff tot in de Langegracht … ende dat sedert den jare 1678 tot den jare 1683 incluijs Eijgendommen dewelcke ijder eijgendom moet betalen sestien stuijvers, alse (onder andere) Evert Janssen van Calveen 1 gulden.

Op 28 juli 1681 getuigt Evert Jans van Calveen over het rumoer in de herberg van het Valckie waar hij met zijn zwager Aert Hendricksz een glas bier dronk. Op 27 oktober 1681 draagt Evert Jansen van Calveen, borger en beenhakker te Amersfoort, als erfgenaam van Jan Claassen van Calveen, mede beenhakker, over aan Hester Cetelius weduwe van Herman van Diest, een schuldbrief groot 200 carolus gulden ten laste van kapitein Adeldorp.

Evert Jans van Calveen en Cornelia Jans van Raelt geven op 18 december 1682 een volmacht aan Aert Henricks, grutter, en Dirck Breecker, tinnegieter, borgers van Amersfoort, mede-crediteuren, om hun huijsinge, gelegen aan de Langestraat op de hoek van de Stovestraat, en hun schuur, hof en hofstede aan de Stovestraat, te verkopen. Op 12 januari 1683 stelt Ever Janss van Calveen de verkoopconditien op van een huis staande in de Langestraat op de hoek Stovestraat te Amersfoort, genaamd het Fortuin.

Op 25 maart 1686 verkopen zij het schuurtje, hof en hofstede ‘met zijn aencleven vandien’ staande in de Stovestraat aan Jacobus Vermeulen en zijn vrouw Hendrina Wachtmeester. Op 7 februari 1687 compareren acht beenhackers te Amersfoort, waaronder Evert Jans van Calveen en zijn broer Adriaen Jans van Calveen, om negen artikelen vast te stellen als reglement voor de beenhackers, om zo onenigheid te voorkomen met betrekking tot de pachting van ’t zout- en hoorngeld.

 

Uit dit huwelijk:

Hendrina van Calveen, gedoopt 2 juli 1672 RK Muurhuizen te Amersfoort (get: Henrica Henricks), overleden > 22 april 1715. Gehuwd op 11 juli 1704 voor het gerecht te Amersfoort (get: moeder Cornelia van Raelt weduwe Evert Jansz van Calveen) met Gerrit Dickmans, marktschipper van ’s Gravenhage op Utrecht, geboren te Den Haag

Angela Everts van Calveen, gedoopt 21 juni 1674 RK Muurhuizen te Amersfoort (get: Henrica Hendricks)

Joannes Everts van Calveen, gedoopt 31 december 1676 RK Muurhuizen te Amersfoort (get: Aleida Calveen)

Pieternella Everts van Calveen, geboren ca. 1678, begraven 16 april 1742 te Amersfoort. Gehuwd op 2 november 1703 RK Kromme Elleboog en voor het gerecht te Amersfoort (get: moeder Maria Gerrits weduwe Seger Swarthoff, moeder Cornelia van Raelt weduwe Evert Jansz van Calveen) met Henrick Segertsz Swarthoff, zoon van Seger Swarthoff en Maria Gerrits

Elisabetha Everts van Calveen, gedoopt 23 september 1680 RK Muurhuizen te Amersfoort (get: Joanna Adriaans)

Assuerus Everts van Calveen, gedoopt 19 november 1682 RK Muurhuizen te Amersfoort (get: Aleijda van Calveen), overleden 25 juni 1745 te ’t Veen onder Renswoude. Gehuwd op 5 februari 1705 te Amersfoort met Teuntje Jans van de Mellem. Ondertrouwd op 29 augustus 1728 en gehuwd te Veenendaal en 1728 RK te Renswoude met Helena Gerrits

Cornelia Evers van Calveen, geboren ca. 1685. Gehuwd op 3 februari 1708 RK te Oud-Zevenaar (get: Theodora Heijdendaal, Joannes Engel Onstein) met Derck van Laer

Jannitje Everts van Calveen