Agterberg, Cornelis Gijsbertsz (ca. 1632-1676)

Cornelis Gijsbertsz Agterberg, hovenier, zoon van Gijsbert Willems Agterberg en Neeltje Coenraad Eersten, geboren ca. 1632, overleden november 1676 (aangetekend 20 november 1676), begraven in de Nicolaikerk te Utrecht (#)

Gehuwd op 14 februari 1663 voor het gerecht te Utrecht (#) met

Marrichje Aalberts van de Lelienburg, dochter van Aalbert Cornelisz van Lelienburg en Maeijcken Cornelis, geboren ca. 1640, overleden 6 mei 1699, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht (#)

 

Bron: hetutrechtsarchief.nl

Op 4 februari 1654 vindt de scheiding plaats van de boedel van Gijsbert Willemss van Achterberch en Grietgen Fredericx, tussen Grietgen Fredericx geassisteerd door Jan Dirckss van Oucoop, en de kinderen van Gijsbert Willemss van Achterberch zijnde Huijch Gijsbertss van Achterberch, Aert Gijsbertss van Achterberch, Cornelis Gijsbertss van Achterberch onmondig en Willem Gijsbertss van Achterberch onmondig. Voogden zijn Acrijn Willemss van Achterberch en Aert Frederickss van Vlooten. Op 12 januari 1661 ontvangt Aert Frederickss van Vloten een kwitantie voor de uitoefening van voogdij van Cornelis Ghijsbertss van Achterberch en Willem Ghijsbertss van Achterberch.

Op 15 oktober 1661 sluiten Huijch Gijsbertsz Achterberch en Cornelis Gijsbertsz Achterberch, broeder, een akkoord over betaling van huurloon dat Cornelis te goed heeft van Huijch. Het akkoord is door meerderen ondertekend, onder andere door hun oom Thonis Stevensen van Bemmel.

Op 20 augustus 1674 huurt Cornelis Gijsbertsz van Achterbergh van Mechtelina van Schaijck, weduwe van Arnoldus Cloetingh, een huijsinge en hoffstede, groot 1 mergen, onder Abstede aan de oostzijde belend door de Crommen Rhijn, met een schuldbekentenis groot f 250 vanwege achterstallige pacht. Op 6 september 1674 wijst Jannichien van Leelienbergh een prelegaat toe, met benoeming van haar zwager Cornelis Gijsbertsz van Achterbergh en Nicolaes van Wenckum, wijnkoper, tot voogden over haar onmondige erven.

Op 22 maart 1677 bekent Mechtelt van Schaijck schuldig te zijn aan Claesie Hendricx f 300 vanwege voor haar zwager Peter Cloetingh gepasseerde borgtocht, met assignatie op pachtpenningen door Maijchie Alberts, weduwe Cornelis Gijsbertss van Achterberch, verschuldigd. Op 19 juli 1683 insitueert Maijchgen Alberts, weduwe Cornelis Achterberch, Cornelis Willemse van eis om beschuldiging in te trekken en schulden te voldoen.

Op 18 juli 1687 bekennen Maijchien van Leelijenborch, weduwe van Cornelis Gijsbertsz Achterbergh, en hun kinderen, schuldig te zijn aan Jannichien van Lelijenborch, zuster, f 700-0-0 die zij aangewend heeft ter aflossing van een plecht en rente op haar huis en moeshof te Abstede ten behoeve van Cornelis Achterbergh, met het aanbod om het zelfde goed opnieuw te verzekeren. Op 10 januari 1689 benoemd Jannichien Aelberts van Lelijenbergh haar zusters Maijchien Alberts van Lelijenbergh en Neeltjen van Lelijenbergh tot erfgenamen. De erfportie van Neeltjen van Lelijenbergh is belast met fidei-commis ten behoeve van Maijchien Alberts van Lelijenbergh bij kinderloos overlijden, met benoeming van Nicolaes van Wenckum tot executeur.

Op 9 maart 1693 leent Maijchien van Lelijenbergh f 700-0-0 van de kinderen en erfgenamen van Aert Coetingh en Mechtelt van Schaijck met Jannichien van Lelijenbergh als borg. Op 9 maart 1693 huurt Maeijchien van Lelienbargh, weduwe van Cornelis Gijsbertz van Achterbargh, een huijsinge, hoff en hofsteedde, groot 1 morgen lants in Abstede, aan de oostzijde belend door de Crommenrijn, van de kinderen en erfgenamen van Arnoldus Cloetingh en Mechtelina van Schaijck in leven echtelieden, met de notitie dat de schuldbekentenis van f 700-0-0 op 24 augustus 1699 is voldaan. Op 17 augustus 1699 gaat de huur over op haar zoon Aelbert Cornelissen van Achterbergh.

Op 24 juni 1695 verhuurt Maechien Aelberts van Lelienbergh aan Jacob Jansz van Roijen een ‘huijsinge met hof groot omtrent een half mergen’ liggende te Abstede met oostwaarts ’t Cranen Gasthuijs en noordwaarts Matheus Versteech (#).

Op 23 augustus 1699 verkopen de kinderen en erfgenamen van Cornelis Gijsberts van Achterbergh en Maijchien van Lelijenergh, in leven echtelieden, een huijsinge, erve, hoff, groot 252 roeden aan de Absteederwegh aan Jacob van Roijen. De genoemde kinderen zijn Cornelia van Achterbergh, Aelbert van Achterbergh, Andries van Achterbergh, Cornelia van Achterbergh en Johanna van Achterbergh, allen wonende te Schalckwijck.

Op 11 januari 1700 assisteert Aelbert Achterbergh zijn tante Neeltije Aelberts van Lelienbergh bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden voor het huwelijk met Adriaen Goijertss van Maerschalckerweerd. Op 17 september 1702 stelt Jannighien Aelberts van Leelijenbergh haar testament op en benoemd haar zuster Neeltjen van Leijenbergh en de kinderen van haar zuster Maijghien Alberts van Leijenbergh, verwerkt bij Cornelis van Achterbergh, tot erfgenamen. De erfportie van Neeltjen van Leijenbergh gaat na haar dood vrij en onbelast naar de kinderen van Maijghien Alberts van Leijenbergh. Op 28 november 1706 draagt Neeltje van Lelienburg haar helft in de nalatenschap van haar zuster Jannichien Aelberts van Lelienbergh over aan de kinderen van haar zuster Maeijchien Aelberts van Lelienbergh in ruil voor kost en woning (#). Op 23 mei 1709 vindt de scheiding plaats van de erven van Jannichje van Lelijenbergh, tussen Neeltje van Lelijenbergh en de kinderen van Maeghje Aelberts van Lelijenbergh. Het betreft de helft van een huijsinge aan de Twijstraet welke in twee wooningen wordt gesepareert en de helfte van een caemertje aan de ABC straet. De kamere aan de ABC straat wordt op 25 mei 1725 door de erven verkocht. Als erven zijn genoemd Cornelia en Wijnanda van Rossum, Cornelis Coert, en Cornelia de oude, Aalbert en Andries van Achterberg. Cornelia van Achterberg de oude is blind en doof.

 

Uit dit huwelijk:

Johanna van Achterberg, begraven 25 mei 1701 in de Jacobikerk te Utrecht

Cornelia de oude van Achterbergh, overleden > 25 mei 1725

Albertus Agterberg

Gijsbert Agterberg, geboren ca. 1667. Gehuwd op 16 september 1699 te Utrecht met Cornelia Caan, overleden 25 januari 1709, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Andries Agterberg, geboren ca. 1668, overleden 2 juli 1743, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 4 november 1699 voor het gerecht te Utrecht met Gijsbertje Stoffelsen van Woudenbergh, overleden 12 april 1704, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 25 oktober 1704 met Hendrijntje Jacobs Spies, overleden 25 november 1770, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Huijgh Agterberg, overleden 4 oktober 1704, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht

Cornelia de jonge van Achterbergh, overleden 5 december 1751, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 17 januari 1711 voor het gerecht te Utrecht met Cornelis Coert, overleden 18 november 1737, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht