Adriaansz, Saar (ca. 1620-1667/68)

Saar Adriaansz, buurmeester van Maarn (benoemd mei 1667), zoon van Adriaan Saren en Maijke Berents, geboren ca. 1620, overleden 1667-1668

Gehuwd met

Dirckje Gerrits de Cruijf, dochter van Gerrit Hendriksz de Cruijff en Willemtgen Hendriks, geboren ca. 1625, overleden > 1708

Gehuwd ca. 1668 met

Henrick Aertsz van de Wetering, pachter van een boerderij op het Heetveld onder Leusden, overleden 1705-1708

Uit dit huwelijk:

Aeltje Hendricks van de Wetering

Saar Hendricks van de Wetering, waard in de Swarten Arent buijten de Slijkpoort, overleden < 10 januari 1735. Ondertrouwd op 1 november 1709 en gehuwd op 17 november 1709 te Amersfoort met Jannetje Pieters

Jan Hendricksz van de Wetering, overleden > 1754. Gehuwd 18 februari 1720 te Woudenberg met Trijntje Meessen van Breeschoten, dochter van Meeuws Willemsz van Breeschoten en Grietje Wouters, gedoopt 30 september 1694 te Scherpenzeel, overleden 1730-1732. Gehuwd op 13 juli 1732 te Woudenberg met Neeltje Everts

 

Bronnen: 1) rhczuidoostutrecht.com, 2) hetutrechtsarchief.nl, 3) oudscherpenzeel.nl

Op 12 mei 1667 wordt bekend gemaakt dat Gerrit Rijcksz, Peter Meusz, Saer Adriaensz en Jan Thonisz genomineerd zijn als buurmeesters van Maarn.

Saar koopt op 20 juli 1667 schapen uit het boelhuis van de weduwe van zijn oom Gerrit Rijksz. Dirckje Gerrits de Cruijf, weduwe van Saar Adriaensz, maakt inventaris 20 april 1668, er is twee jaar pacht verschuldigd aan Willem Lommetsum. Voor elk van de kinderen wordt 50 gulden gereserveerd, te weten de zoons Arien en Gerrit en de dochters Merritgen, Gerritgen, Jannitgen en Maria. Bovendien krijgt de jongste zoon Gerrit een rij zilveren knopen. Dirkje Gerrits wordt geassisteerd door haar stiefvader Bart Cornelisz, de kinderen met hun ooms Cornelis en Beernd Adriaansz. Dirckje wordt omtrent 1700 lidmaat van de kerk van Woudenberg. In 1700 en 1705 wordt in de Woudenbergse naamlijsten Hendrik Aertsz op de Wetering vermeld als eigenaar en bewoner van de Woudenbergse boerderij De Kleine Wetering, in 1708 is dat diens weduwe en haar zonen.

Op 10 januari 1735 verkopen Gerrit van Saaren van Kleijnvelt, Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Mandersloot, Maria Saaren weduwe van Dirk Aelten van de Wetering, Aeltje Henriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn en Jan Hendriksen van de Wetering, mitsgaders Jan Arissen van Ravenhorst voor sijn selve ende sig sterk makende voor sijne broeders en susters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren, door Aalt Jacobsen van Rutten bij haar in echte verwekt, tezamen erfgenamen ab intestato van hun broeder en oom Zaar Hendriksen van de Wetering, aan Jacob van Beek en zijn vrouw Anna van de Pol, (1) twee vijfde portien in de herberg genaamd ‘de Swarte Arend’ met zijn schuren en omtrent een dammaat of halve morgen tabaksland, en (2) drie vijfde portien door de genoemde Saar Henriksen van de Wetering op 4 januari 1729 van de erfgenamen Justus Hooft van Huijsduijnen ende Johanna Henrica de Leerus, in hun leven echtelieden, publijcq gekocht en aan welke kooppenningen nog resteert een som van 800 gulden.

Op 26 maart 1735 verkopen Gerrit Saaren van Kleijnveld, Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Mandersloot, Maria Saaren weduwe van Dirk Aalten van de Wetering, Aaltje Hendriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn, en Jan Hendriksen van de Wetering en zijn vrouw Neeltje Everts, ieder voor een zevende part, Jan Arissen van Ravensloot en zijn vrouw Jannitje Frans, Saar Arissen van Ravensloot en zijn vrouw Teuntje Dirks, Gerrit Arissen van Ravensloot meerderjarige jongeman, Jan Jacobsen van de Haer en zijn vrouw Rikje Aris van Ravensloot, Cornelis Hendriksen Bosch en zijn vrouw Willemijntje Aris van Ravensloot, Teunis Jacobsen van de Haar en zijn vrouw Dirkje Aris van Ravensloot, Marritje Aris van Ravensloot en Ariaantje Aris van Ravensloot, meerderjarige dochters, tezamen nagelaten kinderen van Arien Saren van Ravensloot, ook voor een zevende part, en eindelijk Jacob Aalten Putten zijn vrouw Heijltje Hendriks, Saar Aalten van Putten en zijn vrouw Neeltje Teunis, Cornelis Willemsen en zijn vrouw Marritje Aalten van Putten, Aletta Aalten van Putten en Maijtje Aalten van Putten, meerderjarige dochters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren, door Aalt Jacobsen van Putten bij haar in echte verwekt, voor laatste zevende part, alle tezamen erfgenamen ab intestato van hun broeder en oom Zaer Hendriksen van de Wetering, in zijn leven gewoond hebbende in den Swarte Arend buiten de Slijkpoort, aan Hendrik van Huijsen en zijn vrouw Petronella van de Pol, een huis staande aan den Cingel tussen de Calandermolen en Varkensmarkt met den hof daarvoor lijnrecht van de gevelmuur door den koper van de schuur door een vredinge af te schieten, alsmede het kleine huisje daarachter onder een afdak van de schuur getimmerd.

Op 27 februari 1736 verkopen Gerrit Saaren van Kleijnvelt, Jannitje Saaren weduwe van Jacob Lambertsen van Mandersloot, Maria Saaren weduwe van Dirk Aalten van de Wetering, Aeltje Henriks van de Wetering weduwe van Johannes Elissen van Doorn, en Jan Hendriksen van de Wetering en zijn vrouw Neeltje Everts, ieder voor een zevende part, Jan Arissen van Ravensloot en zijn vrouw Jannitje Frans, Saar Arissen van Ravensloot en zijn vrouw Theuntje Dirks, Gerrit Arissen van Ravensloot, Jan Jacobsen van de Haar en zijn vrouw Rijkje Aris van Ravensloot, Cornelis Hendriks Bosch en zijn vrouw Willemijntje Aris van Ravensloot, Theunis Jacobs van de Haar en zijn vrouw Dirkje Aris van Ravensloot, Marritje Aris van Ravensloot en Ariaantje Aris van Ravensloot, nagelaten kinderen van Arien Saren van Ravensloot, ook voor een zevende part, en eijndelijk Jacob Aelten van Putten zijn vrouw Heijltje Henriks, Saar Aelten van Putten en zijn vrouw Neeltje Theunis, Cornelis Willemsen en zijn vrouw Marritje Aelten van Putten, Aletta Aelten van Putten en Maijtje Aelten van Putten, meerderjarige dochters, nagelaten kinderen van Gerritje Saaren, door Aelt Jacobsen van Putten bij haar in echte verwekt, voor laatste zevende part, alle tezamen erfgenamen ab intestato van hun broeder en oom Zaar Hendriksen van de Wetering, in zijn leven gewoond hebbende in de Swarte Arend buiten de Slijkpoort, aan Jonas Cohen ende Samuel Cohen gebroeders, kooplieden in tabak, een gelatte tabaksschuur zonder het afdakje aan de zijde van het huis met een uitgang op de Cingel, mitsgaders den hof daarachter tot aan de Cingel, “lijnrecht af te schieten met de muuren vant selver huijs met een vredinge tot der acceptanten lasten, staande de schuer in de Koeijsteeg”. Op dezelfde dag, 27 februari 1736, verkopen zij aan Aleijda van Speuijenburg, weduwe van Anthonij Hoogland, twee vlakken tabaksland, groot omtrent zeven vierel morgen “edog voetstoots ende soo groot ende kleijn deselve gelegen zijnde buijten de Slijkpoort ende Utrechtsepoort, tussen de twee straaten over de herberge den Swarten Arent”.

 

Uit dit huwelijk:

Marritgen Saren, geboren ca 1655, overleden 1683. Ondertrouwd 5 mei 1676 voor het gerecht te Leusden met Aert Hendricksz van Ginkel. Gehuwd op 1 januari 1683 te Scherpenzeel met Willem Jansz

Jannetje Saren Ravesloot

Gerritje Saren, geboren ca. 1660 te Leusbroek, overleden < 10 januari 1735. Gehuwd op 15 februari 1684 voor het gerecht te Leusden met Aelt Jacobsz van Putten, buurmeester van Leusden (1701-1720), zoon van Jacob Hendricksz van Putten en Willempje Willems, geboren ca. 1660, overleden 1720-1735

Maria Saren, geboren ca. 1665, overleden > 27 februari 1736. Ondertrouwd op 2 juni 1688 en gehuwd op 19 juni 1688 te Amersfoort met Dirck Aelten van de Wetering, waard in De Mof, zoon van (?) Aelt Jansz van de Wetering en Grietje Gerrits de Cruijff, overleden 1704. Gehuwd op 19 oktober 1704 te Scherpenzeel met Peter Otten, waard in De Mof, zoon van Ot Woutersz en Evertje Hendricks, gedoopt 16 januari 1676 te Scherpenzeel

Arien Saaren van Ravesloot, landbouwer op Blotenburg (1693-1702), overleden < 27 februari 1736. Ondertrouwd op 2 februari 1689 en gehuwd op 17 februari 1689 te Woudenberg met Ariaantje Jans van Blootenburgh, dochter van Jan Gerritsz van Blotenburg en Rijckje Jansen de Loos, geboren ca. 1665

Gerrit Saren Kleinveld, geboren ca. 1670, overleden > 27 februari 1736. Gehuwd op 16 november 1694 voor het gerecht te Leusden met Jannitje Aris, dochter van Aris Jansz en Hendrickje Buijs, geboren ca. 1670