Woutersz, Aelt (ca. 1600-<1675)

Aelt Woutersz, hoedenmaker, zoon van (?) Wouter Reijersz en Rijckgen Aelten, geboren ca. 1600 te Amersfoort, overleden < 25 september 1666

Ondertrouwd op 18 juli 1621 te Amersfoort (#) met

Gijsbertgen Claes, geboren ca. 1600 te Amsterdam, overleden < 19 augustus 1675

 

Bron: archiefeemland.nl

Op 16 juli 1632 kopen Aelt Woutersz en zijn vrouw Gijsbertgen Claes van Peter Jansz van Opporteren en zijn vrouw Lijfgen Loogen, een huis, plaats en halve put, schuur en de vrije drop daarachter aan de Langestraat, op laste van 3 gulden jaarlijks, competerende zekere vicaris gefundeerd in de St Joriskerk, nog 14 stuiver jaarlijks tbv het brouwersgilde.

Aelt Woutersz, hoedemaker, is genoemd als belender in de Langestraat op 21 juli 1634 en 4 oktober 1636, aan de Markt op 29 juni 1647 en in der Varkensmarkt op 7 mei 1650.

Gijsbertgen Niclaes, huisvrouw van Aelt Wouterssen, is op 23 september 1642 vermeld als lidmaat te Amersfoort, adres Rotoorn.

Op 25 september 1666 stelt Evert Wouters van Snorrenhouff, borger en inwoonder van Amersfoort, ‘sijeck van lichame sijnde, evenwell binnenshuijs gaende ende staende’ zijn testament op. Daarbij herroept hij alle voorgaande disposities, uitgezonderd de reciproke lijftocht van hem en zijn huijsvrouw Anna Jansdr, gepasseerd dd 16 januari 1650 voor notaris Nicolaes Verduijn te Utrecht, welke van kracht blijft. Hij legateert aan Willemtgen Aeltsdr, de mundige impotente dochter van zijn broeder Aelt Wouters saliger, hoedenmaker, 600 Carolus gulden, aan Adriaen Harmansz, het onmundig nagelaten zoontje van Claesgen Aelten zaliger, de dochter van zijn overleden broeder, en Harman Adriaenss zaliger, hoedenmaker, 300 Carolus gulden. Mocht Adriaen Harmansz overlijden zonder na te laten geboorte, dan zal dit weder komen en erven op de dan in leven zijnde naaste vrunden van de testateur. Hij legateert voorts aan de kinderen van Neeltgen Everts en haar overleden man Cornelis Reijersz, hoedenmaker, 500 Carolus gulden, mits Neeltgen Everts, de dochter van de oom van de testateur, daarvan levenslang de jaarlijkse renten trekken zal. Hij prelegateert aan Wouter Willemsz, molenaer tot Naerden, de zoon van testateurs zuster, een lap zwart laken van 6 ellen, twee zwarte kleine lakense mantels, een ‘vuijr-roer’ en al de wollen klederen van de testateur en de helft van zijn linnen lijfsklederen, aan Jannitgen Aelts, dochter van Aelt Woutersz, voornoemd en huisvrouw van Jan Jans ‘in de schaepskoij’ de wederhelft van het lijfslinnen, de rouwmantel van de testateur en een lap zwart laken van 3 ellen. Al zijn andere na te laten goederen, inclusief winkelwaren bemaakt hij voor de ene helft aan zijn neve Wouter Willems, of diens nalatende geboorte in egale portien in geval van vooroverlijden en de andere helft aan zijn nicht Jannitgen Aeltsdr, of haar nalatende geboorte. De legaten zullen binnen het jaar na zijn dood betaald moeten worden. Met seclusie van de Weeskamer. In margine opgenomen notities dat op 25 oktober 1666 geleverd is int sterfhuijs aan de erfgenamen en ontvangen 3-12-0, en dat dd 6 november 1666 extract is geschreven voor het weeshuijs van Naerden, vanwege de kinderen van Wouter Wilems, molenaer, zaliger en betaald is 1-16-0 door Willem Jans, binnenvader van het weeshuijs aldaar, en aan het gezonden. En 8 stuivers betaald aan Cornelis Caen, voor ’t extract van de codicile door Wouter Willems, gepasseerd dd 2 november 1666, en meegezonden aan de binnenvader.

Op 19 augustus 1675 compareert Jannitgen Aelten, weduwe en boedelharste van Jan Borssier. Zij is mede-erfgename van Aelt Wouters en Ghijsbertgen Claes, haar ouders saliger. Uit dien hoofde draagt zij over aan en ten behoeve van Cornelis Boelhouwer, mede-comparant, de helft van een kapitaal van 200 gulden ten laste van Henrick Jans tot Emenes, onder borgtocht van Henrick Gerrits plus de helft van 1900 gulden, in meerdere kapitalen, ten laste van Jacobus de Ferreris. De wederhelft van deze kapitalen behoort toe aan haar zuster zoon Adriaen Hermans. Diens obligaties, hem aanbestorven door het overlijden van de moeder, berusten bij Daniel van Esch, mede-momber van Adriaen Hermans. Op 20 augustus verkoopt Jannitgen voor 100 Carolus gulden van 20 stuivers het stuk een huis, hof en hofstede aan de Langstraat, omtrent de Varkensmarkt.

 

Uit dit huwelijk:

Claesgen Aelten, overleden < 25 september 1666. Ondertrouwd op 12 maart en gehuwd op 31 maart 1657 te Amersfoort (get: vader Adriaan Hermans, moeder Gijsbertien Claes) met Harman Adriaensz, hoedenmaker, zoon van Adriaen Hermensen en Maeiken Oliviers, gedoopt 30 maart 1628 te Amersfoort

Willemtgen Aelten

Jannetje Aelten

Rijckgen Aelten, gedoopt 24 februari 1633 te Amersfoort

Geertgen Aelten, gedoopt 9 oktober 1636 te Amersfoort