Witt, Steven Jansz de (ca. 1445-1517/18)

Steven Jansz de Witt, alias die Keijser, leenman te Houten van de hofstede Oostrum, lantgenoot te Houten (1479, 1489), zoon van Jan Stevensz die Witte, geboren ca. 1445, overleden 1517-1518

 

Bronnen: 1) razu.nl, 2) NT00061_20. Nadere Toegang op inv. nr 20 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 3) NT00061_21. Nadere Toegang op inv. nr 21 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 4) NT00061_37. Nadere Toegang op inv. nr 37 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 5) NT00061_50. Nadere Toegang op inv. nr 50 uit de Collectie Digitale Bronnen (61). M.S.F. Kemp, Februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht, 6) onsvoorgeslacht.nl, 7) Repertorium op de lenen van de hofstede Oostrum, 1449-1630, J.C. Kort. In: De Nederlandsche Leeuw, jrg. 114 (1997), 8) Van Oostrum te Houten; aanzetten voor een genealogie, M.S.F. Kemp. In: Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconographisch Bureau, deel 41, 1987

NB: Er zijn meerdere Steven Jansz de Wit. Een is beleend met diverse landerijen in Houten, een andere woonde in Wijk bij Duurstede en was getrouwd met Lijsbeth. Zij is al in 1505 als weduwe vermeld. Daarnaast is een Stevens Jansz de Wit gehuwd met Reijmborch. Zij zijn al vermeld in 1506 (zie hieronder) en worden in 1532 nogmaals vermeld met hun kinderen Fije (overleden 1547), Gouda, Willem en Meijnsgen.

Op 24 november 1469 ‘Catrinenavont’ wordt voor Dirck van Oostrum, als leenheer, beleend Steven die Keijser na dode van Jan Stevenss die Keijser sijn vader met 4 m (in Schalkwijk) als in 1449 omschreven. Op 28 februari 1519 Claes van Oestrum, leenheer, beleent Jan de Wit Stevenss na dode van Steven zijn vader met een viertel te Schalkwijk. Op 5 juni 1538 vernieuwing leeneed door dezelfde met lijftocht voor Janneke, dochter van Jan van Zuilen, zijn huisvrouw, door Dirck van Oestrum als leenheer.

In 1470 morgengeld / oudschildgeld heer Hermans gerecht van Wulven: Steven die Keijser Janss 3½ m, s zelf.
In 1470 morgengeld / oudschildgeld te Schonouwen (Wetering enVuijlcoop): RDO (Duitsche Orde) 5½ m, bet. Steven die Keijser Janss.
In 1470 morgengeld te Werkhoven: Pelgrum Zanness & Jan Zanness 24 m, solvit Henric Cloetinck van 11 hont 1 st 25 wit, solvit Eerst Zanness 7 m ½ hont en 1½ m 2½ h facit 9 st (rest Jan die Beer 8 m en 5 m 1 h), rest Jacob Zanness, Beernt van Scadijck, Steven die Keijser 1½ m en 2½ h.
In 1470 morgengeld / oudschildgeld te Goij en Houten c.a.: 

  • Steven die Keijser Janss 2 m, solvit zelf 2 st,
  • Oude Jan van Rijnese van Wulven 9 m, solvit Steven die Keijser Janss 4 st van 4 m,
  • Nonnen van den Dael 9½ m, solvit Steven die Keijser Jansz 9½ st,
  • 8 m, solvit Dirc Daemss van Scaick 1 m, Steven die Keijser 4 m bet. 4 st, solvit Willam vrsz 8 st en bruken 5 m Gerijt Hermanss, Willam Scadic en Willam van Oestrum; item Eelgis van Oestrum daerof 2 m te betalen,
  • RDO (Duitsche Orde) 8 m, solvit Steven Janss die Keijser 8 st,
  • Tijman Deel en Heijligen Geest 30 m, solvit Steven die Keijser Janss van 14 m 14 st en Marcelijs Hubertss 14 st van 14 m, rest 2m.

In 1471/1473 landerijen te Houten:

  • Steven Keijser Jan de Wittenssoen te Houten, 4 morgen van de 10 morgen die Eelgis Janss van Scadewijck gebruikte,
  • Steven Johan de Wittensoen te Houten 14 morgen waarvan 8 te Houten en 5½ morgen erfpacht te Vuijlcoop.

Op 15 september 1475 Steven die Keijser heeft doen ontwaren Henrick Wolff van ½ hoeve in Schalckwijck.
Op 27 oktober 1475 Maerschalk van het Oversticht versus Steven die Keijser de Witte roerende dat Steven geseijt soude hebben dat hie hem een veerse gestolen hadde.

In 1484/1490 landerijen van de Duitsche Orde in Houten: 

  • Philips Hubertss 4 m van de 10 m die Elias van Scaick te bruken plach en nae Steven die Keijser bruijcte,
  • Steven die Keijser Jan die Wittensoen 13½ m waarvan 8 m te Houten en 5½ m in Vuijlcoop.

Op 27 september 1486 en 8 november 1487 Steven die Witte heeft doen ontwaren Joest Gerijtss 4 m in Schalckwijck.

Op 5 november 1489 Willem van Oestrum, Steven de Witte, Johan Derickx, Gerijt Hermanss en Eerst Beerntss als sij bij den Maerschalck voir ene boet gepandt waren omme dat sij int Goij op mijns heren molen nijet gemailt en hebben ‘soe die van Houten ende tGoij aldaer schuldich sijn te malen hebben dese voerss geloeft voertaen te malen int Goij en daer af te doen als van tijden mijns heren Jonckers van Gaesbeke gewoenlijcke is sonder innevallen ende daerop heeft hem die Maerschalck die rechtvorderingen op dese tijt verdragen’.

In 1491/1493 landerijen te Houten en Vuijlcoop: Steven die Keijser Jan de Wittensoen te Houten 13½ m, te weten 8 m in Houten en 5½m in Vuijlcoop.

In 1492 tienden Goij / Houten: Kijckenesse: Steven Janss de Wit.

Op 7 februari 1493 Cloester ten Daell buijten Utrecht doet ontwaren Steven die Witte tot Houten 12 m geheten dat Zuderlant.

In 149. is Steven de Wit beleend met 2 morgen land in Houten met huis en toebehoren. Op 28 februari 1519 ‘leste februarij’ Claes van Oestrum beleent na dode van Steven Janss, Jan Stevenss de Wit sijn soen, met 2 morgen en huijs te Houten. Op 5 juni 1538 Jan de Wit Stevensz met ledige hand. Op 23 mei 1542 na dode van Jan de Wit wordt verlijd Dirck de Wit, zijn broeder. Zelfde datum na dode van Dirck de Wit wordt verlijd Steven de Wit zijn broeder. Op 19 mei 1572 na dode van Steven de Wit wordt verlijt Jan de Wit zijn enige en onmondige zoon, 2 morgen te Houten.

In 1499 tienden Goij / Houten: Loerickerhofstad: Steven Janss.

Morgengeld Goij / Houten 1501: Steven die Witt 33m , bet. zelf 23 m; die 10 m horen de Nonnen ten Dael ende leijt leech.
Morgengeld Schonauwen 1501: Steven Janss 15 m, bet. Steven de Wit.
Morgengeld Wulven 1501: Steven die Wijt 20 m 4½h en 1 m, bet. zelf 26½ m.

(?) Op 26 oktober 1506 voor Joost Gerijtss, schout van Schalckwijck, comparern Frederick Hack x Reijm Dirck Jansdr, Steven Jansz die Wit x Reijm, Oude Johan Gerijt Hermansz voor hemzelf en als x Hilligont, Herman Gerijtsz x Elizabeth, Egbert Gerijtsz x Fije, Jonghe Jan Gerijtsz x Marij, Reijer Gerijtsz x Elizabeth, Alvaraet van Vijelensteijn wedue van Gerijt Hermansz, Willem die Keijser x Reijm Gerijt Hermansdr, Gerijt Dirckx x Elijsabeth Gerijt Hermansdr, Alijdt Gerijt Hermansdr wedue van Eerst Goijertsz, Claes Gerijtsz x Crijstijn, en transporteren al tesamen ½ hoeve hen aanbestorven bij dode van Heijnrickgen Herman Egbertsdr, wedue Willem Gerijtsz, omschreven als 11 april 1507, op het Convent van Bethlehem. Over waren Anthonis Eerstss, Willem Akrijnss en Johannes Jansz.

Morgengeld Goij / Houten 1511: Steven die Witt 33 m, bet Jan die Wit zijn soen 21½ m; noch van de nonnen van Vredendaell 9 m, bruijckt Henrick Beerntss 2½ goede merghen.
Morgengeld Schonauwen 1511: Steven Janss de Wit 15 morgen, betaalt bij sin soen.
Morgengeld Wulven 1511: Steven die Wit 20 m 4½h 1 m, bet. zijn zoon Jan 21 m.

In 1517 huisgeld Houten: Steven Janss 3 gu.

Op 25 oktober 1518 is Johan die Wit Stevensz na dode zijns vaders Johan de Witten Stevenszoon (?), beleend met vier merghen lants also als die gelegen sijn in Hermans gerichte van Wulven in den Meren, dair baven ende beneden naest gelant is Gerrit van Voern mit lande, dat hij holdende is van den Gesticht van Utrecht. Op 5 februari 1527 en 30 juli 1529 is Johan opnieuw beleend. Op 2 juni 1541 is Johan die Wit Stevensz beleend na dode zijns broeder Johan die Wit Stevensz.

 

Uit dit huwelijk:

Jan Stevensz de Wit, leenman van de hofstede Oostum, overman (1529), overleden 1538-1541

2  Jan Stevensz de Witt ‘de jonge’

Fije Steven Jans de Wit. Gehuwd met Jan Willemsz van Oistrum, zoon van Willam Snoijensz van Oistrum en (?) Adriana NN, overleden 1546