Versteghen, Hendrick (ca. 1580-1661)

Hendrick Versteghen, secretaris van kwartier Veluwe en stad Arnhem (1608-1638), zoon van Peter Versteghen en Christina van Schrieck, geboren ca. 1580, begraven 29 juli 1661 te Arnhem (#).

Ondertrouwd 19 februari 1609 en gehuwd 2 april 1609 te Arnhem (#) met

Hilleken Sluiskens, dochter van Wilhelm Sluijskens en Heesken Tullekens, geboren ca. 1588, overleden 1621-1625

Ondertrouwd te Nieuwkeulen en gehuwd 11 juni 1626 te Arnhem met

Agneta Aeltzen, begraven 14 juli 1636 te Arnhem. Gehuwd met Coop Schrasser

Ondertrouwd 10 november 1639 en gehuwd 28 november 1639 te Nijmegen met

Derrisken van Heteren, geboren te Nijmegen

 

Bron: geldersarchief.nl

Links het wapen van Henrijck Versteeghen, secretaris. Gedeeld A. Verstegen, B. Sluijsken. Helmteken en dekkleden: Verstegen.

Op 14 december 1586 is Peter Versteeghen als secretaris van de stad Arnhem in eed genomen, zonder dat den naam van deszelfs familie voor die tijd, of hij zelve voor of na die tijd, onder de borgeren van deeze Stad is aangeteekent gevonden. Op den 16 October 1608 is, op verzoek van denzelven Peter Versteeghen zijn zoon Hendrik Versteegen in zijn plaats tot secretaris genomineert geworden, en dat deeze secretaris Hendrik Versteegen ruim 29 jaaren daar na, en wel op den 26 Januarij 1638, wegens zijne lange en getrouwe diensten met het Borgerregt door de Magistraat is vereert. Zoo als ook deszelfs broeder, Peter Versteegen, naamgenoot van zijn vader de Secretaris eerstgemeld, op den 27 Januarij 1638 van zijn vader de Secretaris eerstgemeld, op den 27 Januarij 1638, het Borgerregt voor hem en zijne kinderen heeft geobtineert gehad.

Op 22 september 1613 constitueert Christina van Schrieck, weduwe van zaliger Peter Verstegen, secretaris, als momberse van haar onmundige kinderen en Hendrick Verstegen voor zich zelf en zich sterk makende voor zijn broeder en zusters constitueren Mr. Sebastiaen Boon, procureur te Nijmegen, in causa contra Gerrit van Moock als man en momber zijner huisvrouw Hilleken Loeffs ad lites.

Op 3 december 1616 draagt Arntgen van Seller, weduwe van zaliger Johan van Schrijck, geassisteerd met haar neef Henrick Versteghen, voor haar zelf en als moeder en momberse van haar onmundige kinderen, bij haar voornoemde eheman geprocreeerd, over aan Johan van Hetterscheidt en diens huisvrouw een moeshof, gelegen buiten de Velperpoort in de Heijnenhaven, Gerrit Sluijsken ter ener en Johan Hetterscheidt voorzegd ter andere zijde, en zulks boven alzulke ruiming van posessie als haar voornoemde man zaliger in zijn leven gedaan heeft.

Op 19 november 1618 hebben Henrick Verstegen, secretaris, en Hilleken Sluijskens, zijn vrouw, overgedragen aan Mr. Hans Jacob Aenschuts, chirurgijn, en Barbara Hartonghs, zijn vrouw, huis en hofstad, gelegen in de Bakkerstraat, met zijn gemene muren comparanten ter energ en Johan van Elst ter andere zijde met verdere conditie of gebeurde dat huis en hofstad voorzegd bij leven van een van de verkopers of kopers herzij man of vrouw mocht worden verkocht, dat verkopers zullen geniten de preferentie, mits betalende 50 keizers gulden weniger als daarvoor het aan andere zoude mogen verkocht worden, onder verband van huis en hofstad, gelegen in de Bakkerstraat, den vergulden beer ter ener en kopers zelf ter andere zijde.

Op 2 februari 1620 heeft Henrick Engelen verklaard dat secretaris Henrick Verstegen hem de laatste penning met de eerste voldaan heeft ter somme van 100 gulden als hem, comparant, nog aankwam van een rentebrief, houdende 225 gulden kapitaals, jaarlijks te verrenten met 13 gulden 10 stuiver, gevestigd op 29 februarij 1608 uit huis en hofstede, staande in de Bakkerstraat allernaast de huizing van gemelde secretaris ter ener en Johan van der Elsten huis aan den andere zijde luid zegel en brief, voor Egbert van Wetthen en Joost van Reidt, schepenen, gepasseerd, die mits deze voldaan, gecasseerd en vernietgid wordt, waarvan Magdalena Peters in 2 verscheidene reizen, eens Anno 1608 den lesten novmeber, en anderdeels den 12 juli 1619, vermogens respectieve kwitantien in dorso des rentenbriefs gesteld ontvangen heeft.

Op 1 december 1624 hebben Johan Schuth en Merriken Reijnders echtelieden verklaard schuldig te zijn de secretaris Henrick Verstegen de somme van 400 gulden, herkomende van geleende en voorgestrekte penningen, belovende dezelve te restitueren op 1 december 1625 met de interesse van dien tegen 6 van de honderd, verbindende daarvoor speciaal hun behuizing, gelegen in de Turfstraat, weduwe Philips van de Graeff ab uno en Warner van Lennep ab altero latere.

Op 2 maart 1627 heeft Daniel Richolts als gemachtigde van Willem Richolts, der rechten Doctor en schepen der stad Emmerik, voor hem zelf en als volmacht hebbende van zijn huisvrouw Christina Bitters vermogen 2 procuraties, de ene door gemelde Dor. Richolts voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Arnhem op 27/17 februari 1627 en de andere door deszelven huisvrouw voornoemd voor Diederick van den Bongart en Bernhard van den Briell, schepenen der stad Emmerik, op 25/15 februari 1627 gepasseerd, voriger kwalitiet opgedragen en met zijn vrije wil vertegen Henrick Verstegen, secretaris des kwartiers en der stad Arnhem, en Agneta Aeltzen, zijn vrouw, de huizing en hofstede met de schuur, van voren gelegen in de Weverstraat en achter uitgaande in de Bakkerstraat, Jan Janss ter ener en Geerlich van Lennep ter andere zijde, met de losgerechtigheid van een morgen lands, gelegen in Barrevoetsslach, tot de voorzegde huizing gehorende, stellende comparant daarvoor tot speciale waarborg zijner principalen huis en hof, buiten St. Janspoort bij Emaus gelegen tussen Dirck van Dans ter ener en Jacob Vheren ter andere zijde.

Op 25 juli 1627 hebben Henrick Verstegen, secretaris des kwartiers en de stad Arnhem, en Agneta Aeltzen echtelieden, overgedragen aan Henrick Wilbrenninck en Agneta van Dulcken, zijn vrouw, een achterhuiske of kamer, gelegen achter aan hun, transportanten, behuizing, staande in de Oeverstraat tussen Hans Janss ter energ en Geerlich van Lennep ter andere zijde, en dit volgens het contract en de koopvoorwaarden, op 28 februarij 1627 daarvan opgericht.

Op 5 juli 1630 dragen Henrick Verstegen, secretaris, en Agneta Aeltzen echtelieden, over aan Johan Wijnants en Gijsbertgen Heskens, zijn vrouw, huis en hofstede staande en gelegen aan den kleinen Oort tussen erfenissen van Johan Morleth ter ener en van Dirck Enssinck tinnegieter ter andere zijde, met de losgerechtigheid van een halve schaar weiden, in het Arnhemmer broek gelegen, die de weduwe Olthoffs tegenwooridg in pacht heeft.

Op 31 mei 1634 draagt Anneke van Oerlo, weduwe zaliger Engelbert Bouman, over aan Henrick Verstegen, secretaris, en Agneta Aeltzen, zijn vrouw, een rente van 37 gulden en 10 stuiver jaarlijks uit haar vijfachte delen van huis en hofstede, den gulden Beer genoemd, gelegen in de Bakkerstraat tussen erfenissen van gemelde secretaris ter ener en van Hans Timmermans sadelmaecker ter andere zijde, te verschijnen heden over een jaar eerstaan en zo vervolgens en te lossen met 600 gulden kapitaal.

Op 8 juli 1636 hebben Henrick Verstegen, secretaris, en Agneta Aeltss echtelieden malkander wederzijds gelijftochtet in hun behuizing, waarin zij, echtelieden, tegenwoordig wonen, gelegen in de Bakkerstraat, naast den vergulden Beer ter ener en het huis van Mr. Hans Anschut ter andere zijde, strekkende van voren tot achter van de Bakkerstraat tot in de Weverstraat, alsmede in ’t Hoornwerk of de hof, door hunlieden daarin aangemaakt, gelegen buiten de Sabelspoort in de Vischerweijde.

Op 4 april 1637 dragen Gerrit Mercx voor zich zelf en als vader en momber zijner onmundige kinderen, ehelijk geprocreeerd bij zaliger Geertge van Kell, mitsgaders Brant Mercx en Hilleke Mercx weduwe van zaliger Evert Henricks, over aan Henrick Verstegen, secretaris, huis en hofstede staande en gelegen in de Bakkerstraat, den gulden Beer genaamd, tussen erfenissen van hem, secretaris, ter ener en van Mr. Hans Timmer sadelmaecker ter andere zijde, stellende daarvoor tot speciale waarschap hun, comparanten helft van de behuizing, buiten de Rijnpoort gelegen, genaamd de Swaen, waarvan Roeloff Gijsberts de wederhelft toebehoort.

Op 14 april 1642 dragen de secretaris Henrick Verstegen en Derrisken van Heteren echtelieden over aan Lubbert Umbgrove en zijn huisvrouw Willemke Berntss hun moeshoff, gelegen in het hoornwerk buiten de Velperpoort, oostwaarts Jacob Keup, west de gemene gang, Peter Verstegen zuidwaarts en noordwaarts de buitengraft.

Op 25 januari 1643 heeft Henrick Verstegen, secretaris van de Heren Gedeputeerden des Kwartiers en van de Magistraat van Arnhem, als in deze specialijk geauthoriseerd bij acte van voorzegde heren Gedeputeerden dd 1 oktober 1642, uit kracht van dien aan de Erentveste Henrick van Eck, burgemeester der stad Arnhem, en Joffr. Roelandina van Hattum, zijn L. huisvrouw, tot eeuwige waarschap gesteld generaalijk al dezes kwartiers geestelijke goederen, in het schependom van Arnhem en in Veluwezoom liggende, en speciaal het Mariendaelsche grote erf, het Cloostererff genoemd, waaronder gehoren 17 morgen weilands, 17 morgen bouwlands en een stukske land achter de boomgaard met het heetveld, zoals eertijds door Brant Roeloffs als pachter gebruikt is en nu door Henrick Janssen gebruikt wordt, en zulks voor des Kapittels van St. Walburgen groeve en smalle tiend, onder de stad en het schependom Tiel en mede onder Wadenoijen gelegen, gelijk dezelve door gemelde burgemeester Eck op 9 junij 1640 in het openbaar gekocht is.

Op 2 april 1660 dragen Johannes van den Acker en Trijneken Brouwers echtelieden over aan Hendrick Versteghen, secretaris, zeker achterhuisken staande en gelegen achter hun, comparanten, behuizing in de Weverstraat, voornoemde secretaris Versteghen ter eenre en commissaris Huijghens ter andere zijde.

Op 4 april 1666 heeft Otto van Rijswijck zijn huis, staande op de Beek tussen de erfenis van zaliger Rijck Derckss en …. belast met een kapitaal van 2550 gulden, te verrrenten tegen 5 ten honderd jaarlijks, ten behoeve van de gezamenlijke erfgenamen van de secretaris Henrick Verstegen.

 

Uit het 1e huwelijk:

Hilleken Verstegen

Willemken Verstegen, begraven december 1653 te Arnhem. Ondertrouwd 20 november 1636 en gehuwd 21 december 1636 te Arnhem met Hendrick Coets, secretaris van Arnhem

Catharina Versteghen, gedoopt 14 juni 1618 te Arnhem. Ondertrouwd 10 december 1653 en gehuwd 18 januari 1654 te Arnhem met Johan Casaber

Ermgardt Verstegen, gedoopt 24 februari 1619 te Arnhem (get: Peter Verstegen, Ermtgen …, Hendrickxjen van Dael). Ondertrouwd 8 juli 1648 en gehuwd met Josias van Hern, doctor in de Rechten, secretaris van Arnhem, zoon van Willem van Hern, gedoopt 9 januari 1620 te Arnhem, begraven 26 juli 1688 te Arnhem

Naeleken Verstegen, gedoopt 2 april 1620 te Arnhem. Gehuwd < 30 januari 1655 met Dirck Lamberts van Heessel, richter te Lobith

Jenneken Verstegen, gedoopt 6 mei 1621 te Arnhem