Triest, Adriaen Petersz van (ca. 1527-1577/79)

Adriaen Petersz van Triest, herbergier, schout van Woudenberg, zoon van Peter Adriaensz van Triest, geboren ca. 1527, overleden 1577-1579

 

Bronnen: 1) oudscherpenzeel.nl, 2) Triest, van, Henk van Woudenberg, april 2018, herzien januari 2023, 3) De Van Triests en het schotambt van Woudenberg, W.H.M. Nieuwenhuis. In: Scarpenzele jaargang 4 nr. 2 (1996), blz. 54-56, 4) razu.nl, 5) NT00061_57. Nadere Toegang op inv. nr 57 uit de Collectie Digitale Bronnen (61), M.S.F. Kemp, februari 2018. Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht

Op 13 juli 1566 Tienden te Woudenberg: Cleijn Landaes: Ariaen van Triest scout in Woudenberg, borgen Jacob Gijsbertsz en Jan Hermens beijde int Oudschildgeld.

Op 12 juli 1567 Tienden te Woudenberg: Cleijn Landaes: Ariaen Petersz Triest scoit te Woudenberg, borgen Jacob Gijsbertsz en Jorden Willemsz beijde int Oudschildgeld.

Op 23 juli 1569 Tien te Scherpenzeel: Vlastuin: Jan Cornelisz te Scherpenzeel, borgen: Ariaen Petersz van Treest scholt te Woudenberg en Jan Gijsbertsz baumeijster te Woudenberg.

Op 19 mei 1576 Adriaen van Triest, schout te Woudenberg, constitueert Verweij, Bergeijck, Jacob van Eck en Jerefaes van Triest.

Op 9 maart 1577 attesteert Adriaen van Triest, omtrent 50 jaar, schout van Woudenberg, op verzoek van hopman Herman van Losecoot en een vendrig, dat in november 1576 de hopman en de vaandrig respectievelijk een paard en 14 daalders geschonken hebben aan de buurtgenoten van Woudenberg en omdat dit schenkingen waren weigeren zij een korting op de rekening te accepteren.
Op 24 september 1577 Adriaen van Triest, schout te Woudenberg, constitueert Aelbert Verweij.
Op 14 november 1577 decreet van 3 morgen oft de helft van 7 morgen geheten Brouchuijsen gelegen in Woudenberg op Eeckeris toebehoord hebbend Tijman Gijsbertsz en gekocht bij Jan Hermensz die geld schuldig was aan Jan Goossensz opt Hoochlant als x huisvrouw die dochter is van zaliger Meus Dirckx voor hemzelf en als mede-erfg. van Meus vrsz, die het recht vercregen had van Willem Buijs Mathijsz; gen. gerechtsbrief van Jannegie Claes van Garderens weduwe die transporteert aan Willem Buijs. Adriaen van Triest schout, de secretaris etc; helft van 7 morgen op Eeckeris. Gerrit Meusz was leste verhoger. Opposanten o.a.: Gerrit Willemsz van Woudenberg, Jan Hermansz vrsz x huisvrouw, mede voor Jan Gijsbertsz Baumeijster die stellen dat gedaagde maar 3 morgen had, de andere 3 morgen was van Jan Hermansz; genoemd de vijf voorkinderen van de gecondemneerde [Tijman Gijsbertsz] bij zaliger Juda Jan Ottendr.

Op 13 april 1579 wordt Louff van Waveren wonend Eembrugge na dode van Adriaen van Triest schout van Woudenberg en Frans Cornelisz “vermits de promotie” van Louff naar Woudenberg, schout van Eembrugge op 19 mei 1579.

Op 16 mei 1589 Frans Adriaensz van Triest schout te Woudenberg voor hemzelf en vervangende zijn zuster, beiden enige erfg. van zaliger Adriaen van Triest hun vader – versus Gerrit Matheusz, Cornelis Morren, Cornelis Henrickx, Jacob Cornelisz en Evert Goertss inwoners van Rijnswoude, mede voor de andere inwoners aldaar. Zaliger Adriaen van Triest was schout en herbergier te Woudenberg. Zaliger Jan Willemsz en zaliger Bart Gosensz woonden ook Rijnswoude; Gerrit de Cruijff was secretaris te Woudenberg. 

 

Kinderen:

Frans Adriaansz van Triest

Petertje Adriaens van Triest, geboren ca. 1565, overleden < 5 juni 1631. Gehuwd op 7 mei 1594 voor het gerecht te Amersfoort met Rijck Cornelisz van Diest, waard in de Doelen te Amersfoort, overleden > 5 juni 1631