Johan Sluijsken, lid van het St. Nicolaas Broederschap (1476), zoon van Derick Sluijsken en Hille NN, overleden 1483-1486
Gehuwd met
Mette NN, overleden > 1486
Bronnen: 1) geldersarchief.nl, 2) gaijmans-gaymans.nl
Op ‘feria quinta post Reminiscere’ 1452 Derick Sluijsken en Gosen Sluijsken en Aleit, zijn vrouw, en Johan Sluijsken, zijn zoon, sub et re Rutger van Huesselinck hurt deel van huis en hofstede, gelegen in platea Pistoris tussen de gemene steeg ab una en huis en hofstede van Wijer van Brakell ab alid, strekkende met de einde aan erfenis van Henrick van Dorsten, met een schaarweide, tot de alinge huis en hofstede gehorende, gelegen in Arnhemmerbroek ter Merssch wart, te weten Derick Sluijsken voorzegd de helft van het voorgemelde huis en hofstede met de helft van de schaarweide voorzegd en 2 kindsdeel daarvan, die op hem gestorven zijn, als hij zei, en Johan voorzegd zijn aandeel van het voorzegde huis met de schaarweide, op 8 oude schilden ’s jaars en 4 pond kleiner penningen, die uit het voorzegde huis en hofstede jaarlijks gaan; voorts zo hebben Derick en Johan voorzegd beloofd voor Elberigen, hun dochter en zuster, die in een begijnenhuis is, dat zij aan het voorzegde huis en hofstede met de schaarweide geen aanspraak recht of toezeggen hebben zal, sub expandatione omnium bonorum.
Op ‘feria quinta post Katherine’ 1471 vendidit Jelis Bor predictum pignus pandatum Johan Sluijsken.
Op ‘Sabbato post Passche’ 1474 Jan van Hanensloe en Johan Sluijsken professi sunt dat zij als huwelijksluiden in rechte huwelijksvoorwaarden tussen Wolter van Delen en Aleiden, zijn echte wijve, te goeder tijd, eer zij tezamen kwamen, bededingd hebben dat Wolter en Aleit malkander tuchtigen mogen te allen tijde als zij willen.
Op ‘in festo Jacobi apostoli’ 1482 Gadert en Rutger van Randwijck, gebroeders, en Bartholomeuss van Eck Bartholomeuss en Alart van Bemmell Willemss als mannen en mombers van hun vrouwen, de voorzegde Gaderts en Rutgers zusters, kinderen van zal. Gijsbert van Randwijck Gijsbertss, hebben een voorvank gedaan naar erfhuisrecht en naar recht en gewoonte der stad Arnhem aan het versterf en nagelaten goed, hun aangekomen door de dood van hun vader Gijsbert en voor hen hebben beloofd één voor al Johan Sluijsken en Jeliss Barre; si defectus expandare ex omnibus bonis suis mobilibus et immobilibus.
Op ‘in festo Circumcisionis’ 1483 Johan van Brienen heeft een voorvank gedaan naar erfhuisrecht en naar recht en gewoonte der stad Arnhem aan versterf en nagelaten goed, hem aangekomen door de dood van Jonffr. Aleid Gruterss, vrouw van Johan van Moirze, zijn nicht, en hiervoor hebben beloofd één voor al Thijss van der Plancken en Johan Sluijsken; si defectus expandare ex omnibus eorum bonis mobilibus et immobilibus.
Op ‘feria 3a post Vitiet Modesti’ 1486 Mette, wilner echte wijf van zal. Johan Sluijsken, heeft opgedragen Arnt van Pannerden de helft van huis en hofstad, gelegen in de straat bij de Oude markt tussen huis en hofstad van Johan Leijendecker ab una en van nu ter tijd heer Peter Pont van Gelre ab alia, achter uitgaande aan de beek, zoals haar dat toegescheiden is door de erfgenamen van zal. Johan Sluijsken enz.
Uit dit huwelijk:
2 Belija Sluijsken, overleden 1514-1518. Gehuwd met Johan Gaijmans, zoon van Jacob Gaijmans en Fija NN, overleden < 1493
3 Hendrick Sluijsken
4 Johanna Sluijsken, overleden < 1504. Gehuwd met Johan Gaijmans, zoon van Evert Gaijmans, leenman van Middachten, gerichtsman van de Veluwe, overleden 1504