Adolf van Merveldt, zoon van Gerhardt van Merveldt en Petronella van Krampe, overleden 1478-1482
Gehuwd met
Agnes van Gemen, dochter van Wilhelm van Gemen en Lutgard NN
Bronnen: 1) www.frebault-genealogy.net, 2) archive.nrw.de
Op 22 januari 1466 verklaren deken en kapittel van de dom van Münster, Bernd, graaf van Bentheim en beheerder van de heerlijkheid Steinfurt, Heinrich, heer van Gemen en Wevelinghofen, Gerd tot Keppel, Gerd Morrien, maarschalk, Goswin Ketteler en Dietrich van der Horts, ridders, Balthasar van Büren tot Davensberg, Hermann Korff gen. Schmising, Dietrich van der Recke, zoon van de overleden ridder Gottfried, Johann Schencking, Rotger Ketteler, Albert Tork, Rudolf van Langen, Lubbert Morrien, Gerd van Barnsfeld, Dietrich van Ascheberg, Rotger Stael, de gebroeders Dietrich en Eberhard Korff, de gebroeders Jasper en Balthasar van Oer, Johann en Heinrich van Hövel tot Geinegge, Lubbert de Went, Dietrich van Langen, de gebroeders Bernd en Dietrich van dem Berge, de gebroeders Heinrich en Hermann van Langen, Serges van der Hege, de zoon van Serges, Serges van der Hege, de zoon van Bernd, Rotger Tork, de gebroeders Wessel, Gerd en Rotger van Galen, Gerd van Galen tot Ermelinghof, Heinrich van Herbern, de gebroeders Sander en Bernd Droste, de gebroeders Gerd en Dietrich van Hövel tot Stockum, Engelbert van Mecheln, Adam van Lintel, Hermann van Münster tot Dahl, Heinrich van Leite, Johann Hake tot Wolfsberg, Bitter van Rasefeld, Goswin van Raesfeld, Goswin van Gemen gen. Provenstinck, Eberhard van Remen, Johann Tencking, Johann van Senden tot Beverger, Lambert van Langen, Lambert’s zoon, Gottfried van Heeck, Ludolf Hake, Heinrich van Asbeck, de gebroeders Hermann en Bernd van Velen, Hermann van Diepenbrock, Rotger’s zoon, Hermann van Diepenbrock, Eberhard’s zoon, Eberhard van Diepenbrock, Johann van Diepenbrock, Rotger van Diepenbrock, Johann van Lembeck, Hermann van Keppel, Heidenrich Pikenbrock, Heindenrich en Jasper Droste tot Vischering, Hermann van Wüllen tot Epe, de gebroeders Bernd en Adolf van Merveldt, Heinrich Valke, zoon van Hermann, Hermann Valke, zoon van Heidenrich, Schotte van Visbeck, Wennemar van Heiden, Dietrich van Billerbeck, Hermann van Marhülsen, Dietrich Wolf van Füchtel, Bernd van Langen, Lambert van Langen, zoon van Egbert en alle Burgmannen tot Nienborg, Vechta, Ahaus, Ottenstein, Dülmen, Rheine, in Emsland, Stromberg, Sassenberg, Telgte, Botzlar, Patzlar en Wolbeck namens de gehele ridderschap van de abdij van Münster alsmede de burgemeesters, raadsheren, gilden en alle gemeenten van de steden Münster, Coesfeld, Bocholt, Borken, Warendorf, Beckum, Ahlen, Dülmen, Rheine, Vechta, Haltern, Werne, Vreden, Haselünne, Meppen en Telgte dat velen – geestelijken en wereldlijken – sinds enige tijd in strijd met de privileges en geloften worden benadeeld en onderdrukt, die de vorsten aan de deken en het kapittel van de kathedraal, de edelen, ridders en bedienden, de stad Münster, alle steden en het land hebben verleend, en dat niemand in staat is geweest hun klachten en geschillen tot een goed einde te brengen, maar dat de heren dat hebben geweigerd en zich soms niet aan hun geloften en privileges hebben gehouden. Daarom willen de exposanten elkaar helpen om ervoor te zorgen dat de respectieve heer en bisschop de geloften en privileges die aan hen en het land zijn gegeven strikt nakomen. Elke overtreding hiervan moet gemeld worden aan de deken en het kapittel van de kathedraal, die de bisschop moeten instrueren om dit binnen een maand – maar maximaal binnen zes weken – te verhelpen. Als dit niet gebeurt, zullen twee leden van het domkapittel en acht leden van de adel, de ridderschap en de bedienden – namelijk twee uit elk van de vier hoeken van het land, die qua macht en rijkdom zo geplaatst zijn dat ze werken voor de eer en de wil van het land voor het algemeen welzijn, namelijk graaf Bernd van Bentheim als rentmeester van Steinfurt, heer Heinrich van Gemen en de volgende uit de vier hoeken van het land: uit Nienborg de heer Gerd van Keppel, uit Stevern de heer Gerd Morrien, uit Bever Hermann Schmising, uit Drein Dietrich van der Recke, uit Emsland Rudolf van Langen en uit Bram Goswin van Raesfeld – alsmede twee afgevaardigden van Münster dringen er bij de bisschop op aan om binnen een maand na het verzoek daartoe van de benadeelde partij, de aanklachtpunten weg te nemen. Als ook dit niet lukt, moeten de deken en het kapittel van de kathedraal en de stad Münster onmiddellijk een bijeenkomst organiseren om te beslissen hoe de vorst ertoe gebracht kan worden het privilege en zijn gelofte na te komen, de klacht te verhelpen en eventuele schade te vergoeden. De deken en het kapittel van de kathedraal moeten hun klachten ook voorleggen aan de bovengenoemde commissie; als dit niets oplevert voor de vorst, moet de Diet worden bijeengeroepen zoals hierboven beschreven. Klachten van de vorst tegen zijn onderdanen moeten worden voorgelegd aan het kapittel en – als dit de beklaagde niet bereikt – aan de commissie; dan moet de hierboven beschreven procedure worden voortgezet. Als de verweerder lid is van de commissie, wordt de zaak voorgelegd aan de andere leden van de commissie en verloopt de procedure zoals hierboven beschreven. Verder zal de vorst alleen zijn raadsleden uit het land verwijderen. Als iemand zich terugtrekt, moet hij zichzelf kandidaat stellen.
Op 18 december 1471 belooft Aleff van Mervelde om Johanne tot Munster schadeloos te stellen voor de garantie die hij en Sander Drosten tot Hermene Herden hebben gegeven.
Op 13 juli 1478 verkopen Alef van Mervelde, zijn vrouw Nese en hun kinderen Hijnrick, Nelleke, Margarete en Katerina, ten overstaan van Hijnrick Langenesch gograaf van Dulmen in de Greenkulen van de bisschop van Münster, een weiland bij Huesdulmen in de Borcholte, voorheen toebehorend aan Aleije van Wullen, aan Rotgher van Besten en zijn vrouw Aleit.
Op 27 juli 1478 ‘maendach neist sunte Jacobs dage’ verschijnt Derich Roeije, als procurator van Henrich Heer tot Ghemen, voor Henrich van Haessel, rechter in en rond Bocholt van Gerit van Berntfelde, maarschalk van de heer van Münster en baljuw van Bocholt. Hij eist beschuldigt dat, nadat op Michaelsavond 1455 een vrede was gesloten tussen Henrich Heer van Gemen en ridder Goese van Raesfelde, de Raesfelder Aleff, als helper van de ridder Goese Stekke, deze vrede niet te hebben bewaard en hem voor duizend Rijnse gulden te hebben benadeeld, wat de laatste ontkent en zweert.
Op 28 augustus 1478 benoemen Bernd en Adolf van Merveld Johan Kampen tot vrijgraaf.
Uit dit huwelijk:
1 Hijnrick van Merveldt. Gehuwd met Catharina van Langen, dochter van Engelbert van Langen en Adelheid van Düvel
2 Nelleke van Merveldt
4 Katerina van Merveldt