Krampe, Bernt (->1437)

Bernt Krampe, overleden > 22 maart 1437

 

Bronnen: 1) Das Geslecht von Merveldt zu Merfeld. Ein beitrag zur Familien- und Standesgeschichte der Münsterschen Ritterschaft, Heinrich Glasmeier. In: Westfälisches Adelsblatt. Monatsblatt der Vereinigten westfälischen Adelsarchive. Achter Jahrgang 1931, Nr 1-12, p 1-84, 2) archive.nrw.de, 3) lwl.org

Op 1 mei 1390 ‘die beatorum Philippi et Jacobi apostolorum’ sluiten de bisschoppen Heijdenrich van Münster en Dietrich van Osnabrück, met instemming van hun kapittels en steden, een verdrag met Bernd, Sander, Hinrik, broers Droste Heijdenrik Droste, Heijdenrik Sasse, Johann Morrijen de Oude, Israel en Bernd, broers Krampe, Hinrik van Wijschele, Bertold Herte, Lubbert van Rechede, genaamd de Bijtere, Bernd van Merveld, Herman van Sconenbeke en Dietrich van Hameren, betreffende wederzijdse steun in de twisten met graaf Engelbert van der Mark. Zij doen afstand van afzonderlijke vredesverdragen en stellen Hinrick Bucke, Hermann Korve (zoon van Everd), en Bernd Droste van Kakersbeke aan als scheidsrechters, en Herman Fransoijs, domdeken van Münster, als hoofdarbiter.

Op 25 april 1408 getuigen Bernd Krampe en Bertold de Hert tegenover de heren van Cappenberg dat zij hun uit de nalatenschap van Sivert de Hert een kist met brieven en kleinoden hebben overhandigd.

Op 13 januari 1415 ‘octava Epiphanie’ heeft abt Adolf Heinrich van Münster in dienstmannenrecht beleend met het goed Bensinck in de parochie Nordkirchen, het goed Geistbeck in het kerspel Südkirchen, en de goederen Uphus en Sandershus te Altendorf in het kerspel Selm. Heinrich heeft trouw gezworen. Aanwezig waren Heinrich Droste, Bernhard Krampe, Schotte van Visbeck, Heinrich Marten en Johann Xanten.
Op 25 januari 1415 ‘die conversionis b. Pauli apostoli’ maakt Bernd Krampe bekend dat abt Adolf van Spiegelberg hem heeft beleend met het Hinrichsgut (Hinrichs Hus) te Ostendorf (to Oijstorpe), met toebehoren, gelegen in het kerspel Nordkirchen.

Op 13 augustus 1423 voor Johan Roderdinck, genaamd “de Zwarte”, zoon van wijlen Gotschalck, vrijgraaf te Merveld, en de schepenbare personen Bernt Krampe, Gerd Merrijen, Hinrick van Mechelen, Diderick van Hameren, Costen Kolves en Engelbert Smellinck verklaren Herman van Merveld met zijn kinderen Johan, Hinrick en Hille, en Gerd van Merveld met zijn kinderen Bernt en Herman, dat zij de vrijstoel te Flamschen in de parochies Lamberti en Jacobi aan de stad Coesfeld hebben verpand voor 300 gouden schilden. Indien Johan Amethoern, die momenteel door de hertog van Berg met de vrijstoel is beleend, komt te overlijden, heeft de stad het recht op terugname.

In 1425 bevestigt Ernst van Werne, rechter te Werne, dat Godeke van Hovele zijn dochter Ida van Hovele heeft gelijftocht met het goed Hove te Cokeldorpe, en haar tegelijkertijd gemachtigd heeft om de daarop aan Bernd Krampe verschreven rente van 18 schillingen af te lossen met 15 mark.

 

Kinderen:

Petronella Krampe