Jacobsz, Claes (ca. 1480-1553/55)

Claes Jacobsz, substituut-schout en ontvanger van Monsterambacht, kerkmeester en Heilige Geestmeester van Monster, leenman van de Lek en Polanen (1529), zoon van Jacob Dirck Jansz, geboren ca. 1480, overleden 1553-1555

Gehuwd met

Stijntgen Pieters, overleden < 19 mei 1562

 

Bronnen: 1) Westlandse Valcken en de jacht, W. Wijnaendts van Resandt. In: Liber amicorum Jhr. Mr. C.C. van Valkenburg, ‘s-Gravenhage 1985, 2) jacobs-schumacher.eu, 3) Westlandse Valcken en de jacht. In: De Nederlandsche Leeuw, jg. 105 (1988), 4) erfgoedwestland.nl, 5) hogenda.nl, 6) Repertorium op de lenen van de hofstad te Hontshol, 1253-1770, C. Hoek. In: Ons Voorgeslacht, jrg. 27 (1972), 7) Acten betreffende Schieland en Oost-Delfland c.a., J.C. Hoek. In: Ons Voorgeslcaht, jrg. 43 (1988)

Op 9 augustus 1505 verkoopt Maritgen Jacob Dircksz weduwe, met haar voogd Claes Jacobsz, een rente verzekerd op 5 morgen land, genaamd Renen, in het ambacht van Pijnacker.

Op 19 februari 1525 leent Claes Jacobsz een woning met 16 morgen land in Monster, dat later zijn zoon Jacob Claesz leent.

Op 31 oktober 1526 draag hij 5 hont land op aan de Heilige Geest krachtens testament van zijn ouders voor hun zieleheil.

Op 8 september 1527 oorkonden schepenen te Monster dat Claes Jacobsz en Aernt Jacobsz uit de nalatenschap van hun ouders ontvangen 7 morgen land aldaar in de woning van hun ouders. Claes krijgt de 1½ morgen, omdat de 7 morgen van Aernt belast zijn met 4% pond hollands per jaar, die zijn deel aan Claes verkoopt.

Op 4 februari 1529 is Tonis Jacobsz beleend met 8 hond land belast met 11 schelling per jaar ten behoeve van de hof van Voirne, na overdracht door Euwout Jacobsz en draagt het leen over aan zijn broer Claes Jacobsz. Op 19 januari 1555 Pieter Claesz te Rijswijck bij dode van zijn vader Claes Jacobsz en draagt het leen over aan zijn zuster Maritgen Claesdochter, gehuwd met Dirck Vranckez te Wateringe.

Hij ontvang op 7 december 1549 van keizer Karel V een wapen ‘vooral in aanmerking nemende deugden en zielsbegaafdheid, zuiverheid van zeden en braafheid’ (zie afbeelding links).

Op 12 juni 1557 oorkonden schepenen te Monster dat Baerthout Cornelisz en Baertgen Cornelisdochter, gehuwd met Jan Ghijsbrechtsz, beiden te Delff, verkopen aan Herper Adriaensz. de helft van 15 morgen land te Monster, dat deze in pacht had, in diens woning, namelijk 7 morgen in een kamp van 27, gemeen met de koper, het klooster ter Lee en de erfgenamen van Claes Jacobsz. Borgen Dirck Willemsz, schout te Pijnacker, en Henrick Jansz Brabander te Delff. De koper ontvangt van de verkopers tevens een jaarrente van 50 st. 10 p. hollands,
verzekerd op het land, dat hij gebruikt van de kinderen van Jacob Dircxz.

Een familieregister vermeldt: Maria van der Valck is gedoopt den 9 november 1642 in de kerk te ’s Gravenzande en is gestorven 1726. Zij is een dochter van Cornelis Jansz van der Valck, wiens overgrootvader is geweest Nicolaes Jacobsz, welke een wapen van keizer Karel heeft verkregen, hebbende Maria van der Valck door overlevering van hare oude lijden wel verteld dat de voornoemde Nicolaes Jacobsz de keizer uitgeleide hadde gedaan met zes schone hengsten van zijn stal.

 

Uit dit huwelijk:

(Jonge) Pieter Claesz

Jacob Claesz Valck, alias Jonge Meijssens, geboren ca. 1512, overleden > 12 december 1595 te Naaldwijk

Maritgen Claes, overleden < 12 mei 1561. Gehuwd met Dirck Vrancken

Nijesgen Claes, overleden > 29 juni 1600. Gehuwd met Cornelis Jacobsz, alias Cornelis Jonge Japen of Jonge Nelen, zoon van Jacob Jacobsz, overleden 1558-1561

Joost Claesz, overleden < 10 september 1552. Gehuwd met Maritgen Gerrits, overleden 1552-1554

Gerrit Claesz, overleden < 13 maart 1562