Hardevelt, Willem van (ca. 1500-1560/68)

Willem van Hardevelt, schepen (1541) en raad (1551-1553) van Amersfoort , geboren ca. 1500, overleden 1560-1568

Gehuwd met

Geertruijt NN, overleden < 26 april 1560

 

Bron: archiefeemland.nl

Op 25 augustus 1540 quarta eodem die sero sluiten Willem van Herdevelt en zijn wijf Geertruijt een tegoedschelding van een huis en hofstede gelegen op de Camp met Gosen Rumeler en zijn wijf Engell. Op dezelfde datum sluiten beiden een leenovereenkomst waarbij Willem van Herdefelt drie gulden en 5 stuivers leent, te betalen op 1 mei aanstaande.

Op 4 januari 1541 vindt de benoemingen plaats van schout, burgemeesters en schepenen, waarbij Willem van Herdefelt genoemd wordt als een van de schepenen. In 1542, op manendach post Judica, koopt Willem Henricsz op Herdefelt burgerrechten van de stad Amersfoort.

Op 14 april 1552 is een leenovereenkomst opgesteld tussen Dirck Vos Ariszn en Evert Willemszn tegen 1 keizersgulden te renten uit twaalde deel van drie vierdelen land, gemeenschappelijk met Willem van Herdevelt en zijn medewerkers, gelegen op de Meent in het Zwarte Land. Hetzelfde land is genoemd in een leenovereenkomst tussen Cornelis Vos Dircxzn en Claes Goertszn op 6 mei 1556.

Op 18 juli 1554 is Willem van Herdevelt is genoemd als gebruiker van een lege hofstede, belendend aan een halve hof in de Pothoff.
Op 4 november 1554 is Willem van Hardevelt met zijn kinderen genoemd als belender van een huis staande in de Kamper Vijpoort (Kamerbinnenpoort). Op 21 oktober 1556 is Willem van Herdevelt genoemd als belender van land gelegen in het Zwarte Land buiten de Campoort (Kamperbinnenpoort).

Op 21 november 1556 verkoopt Willem van Hardevelt een vierdel land zoals dat gelegen is binnen de vrijheid van Amersfoort, genoemd Den Doorncamp, strekkende van de Laege Wech aan de Groone Steech toe, aan zijn zoon Gerijt Willemss en zijn dochter Jannitgen. Als een van hun beide overlijdt zonder nakomelingen, dan zal hun broeder Jacob of hun zuster Gerberich erven.

Op 3 maart 1558 en 16 april 1558 is Willem van Herdevelt genoemd als belender van een huis in de Langestraat in de Muerhuijsen.
Op 22 november 1558 verkopen Jannitgen, Willem van Wede weduwe, Willem Willemszn, Davidt Willemss, Gerijt Corneliszn als man van Petertgen, Cornelis Ariaenss als man van Gerberich, allen kinderen van genoemde Jannitgen met haar gekozen voogden Willem van Herdevelt en Ghijsbert Rijcxzn en met de gestelde curateurs, aan Sander Pouwelszn en zijn vrouw Willemtgen, een erf en goed geheten Calveen dat genoemde Sander nu gebruikt, gelegen onder het gerecht van het Hoogelandt en ook behorende onder de heerlijkheid van de domproost te Utrecht voor 1775 karolusgulden. Het goed is belast met twee gouden guldens van 28 stuver per stuk aan de vicaris van de Sint Annavicarie, ook nog 10 schepel rogge, Amersfoortse maat, die Jannitgen aan haar behoudt te lossen met 100 karolusgulden. Er loopt nog een rechtvordering voor het Hof van Utrecht tussen Jannitgen van Weede ter ene en Weijmtgen van Daveler ter andere zijde. Verder nog belast met 27,5 karolus gulden aan genoemde Jannitgen en 17,5 gulden aan Willem van Herdenvelt.

Op 26 april 1560 lenen mr Anthonis Quijnt en zijn vrouw Margrijet, Willem van Hardevelts dochter, aan Willem van Hardevelt, weduwenaar, een bedrag met een losrente van 5 keizersgulden sjaars met als onderpand een huis, hof en hofstede waar hij tegenwoordig in woont. Op 10 oktober 1607 stilo veteri verschijnt Daem Foeijt en verklaart dat deze plecht is afgelost door Thomas ter Berch, als bezitter van de hypotheek.
In 1560 wordt Willem Henricksz van Hardevelt beleend door opdracht van Otto van Wolffswijnckel, namens zijn neef Eelgis van Wolffwijnckel, schout van Scherpenzeel, ’tezer tijt vuijtlandich wezende’ en zijn broers en zuster, zo mondig als onmondig, om de boedel van hun vader Marten van Wolffswijnckel te vrijen en ‘den meesten schaeden te schutten’ met een rente van 30 Carolus gulden uit Groit Oirloch en Breeschoeten. In 1560 wordt Willem Henricksz van Hardevelt tevens beleend door opdracht van Gerrit Willemsz, momber van Feuse, weduwe Martens van Wolffswijnckel, met een rente van 30 Carolus guldens per jaar. 

Op 13 april 1568 verkopen Jacob Botter van Herdevelt en zijn echtgenote joffrouw Alijdt en Gerrit Botter van Herdevelt en zijn echtgenote joffrouw Geesken een Henrick Evertzoon van Soudenbalch en zijn vrouw Anna een schuur, hof en hofstede met twee bergen daarachter, met de steeg en grond en alles wat aard- en nagelvast is. Gelegen bij de Sint Johanskerk en nagelaten door hun overleden vader Willem van Hardevelt.

 

Uit dit huwelijk:

Margriet Willems van Hardevelt

Gerrit Botter van Herdevelt, cameraar, kerkmeester (1577), raad van Amersfoort (1578), dispensier (1577) en rentmeester (1584) van de Armen de Poth te Amersfoort, schepen (1590, 1593) en burgemeester (1594) van Amersfoort, ontvanger der imposten (1590-1592), overleden 1595-1596. Gehuwd met Geesken Hoeffs Korsen

Jannitgen Willems van Hardevelt, overleden > 17 juni 1587. Gehuwd < 3 juli 1560 met Cornelis Evertsz van Schaijck, overleden > 17 juni 1587

Jacob Botter van Herdevelt, leenman (1567), dispensier (1566-1567) en rentmeester (1571) van de Armen de Poth te Amersfoort, schepen van Amersfoort (1566-1568), dispenseur van de Heilige Geestschool (1569-1570), kerkmeester van de St. Janskerk te Amersfoort (1570), overleden > 30 januari 1588. Gehuwd met Margriet Evert Jans, overleden < 22 november 1566. Gehuwd met Alijdt NN

Gerberich Willems van Herdenveldt, overleden > 9 juli 1581. Gehuwd < 18 februari 1557 met Ammel Ghijsbertsz van Schaijck, deken van de Onze Lieve Vrouwekapel, zoon van Gijsbert Ammelsz en Margrijet NN, overleden 1593-1597

Gerrijtgen Willems van Herdevelt. Gehuwd met Jan Jacobsz van Westrheenen, zoon van Jacop van Westrenen en Marie NN