Haar, Klaas de (1749-1785)

Klaas de Haar, soldaat in de Compagnie van de Heer Baron van Reede, behorende tot het 2e Bataljon van Luitenant-Generaal De Malparade, onderkuiper en korporaal bij de VOC, zoon van Otto Johannes de Haerdt en Johanna Verhoef, gedoopt 30 november 1749 in de Geertekerk te Utrecht (#), overleden 26 mei 1785 in ’t Bataljon Hospitaal in Oost-Indië

Ondertrouwd op 31 mei 1770 en gehuwd op 17 juni 1770 te Montfoort (#) met

Sara van Welsum, dochter van Leendert van Welsum en Jannigje Jans van de Graaff, gedoopt 16 maart 1752 te Montfoort (get: weduwe Philip Pally) (#), overleden 8 januari 1833 te Utrecht (#)

Gehuwd op 8 april 1788 in de Catharijnekerk te Utrecht met

Johannes Hensbroek, soldaat in ’t regiment van Generaal Leusden (1779), zoon van Johannes Hensbroeck en Johanna van der Stijl, geboren 18 januari 1749 RK Dorstige Hartsteeg te Utrecht, overleden 10 januari 1816 te Utrecht

 

Nicolaas treedt op 19 juli 1778 in dienst van de VOC als hulp van de opperkuiper op het schip de Honkoop naar Batavia. Ze arriveren op 1 mei 1779 in Batavia na een tussenstop op De Kaap. Hij gaat op 12 januari 1780 met het schip de Venus terug naar Amsterdam, waar ze op 30 juni 1780 arriveren (#). Op 23 augustus 1780 wordt hij korporaal op het schip Trompenburg van de VOC op reis naar Indie, waar hij op 26 mei 1785 overlijdt. Op 13 maart 1788 betaalt de VOC f 72.17.15 aan Sara van Welson, zijn weduwe, en gerechtigd tot de helft zijner nalatenschap en nog als door Heeren weesmeesteren deezer stad gequalificeert voor Johanna Maria en Johannes Leendert de Haar, zijn minderjarige kinderen en erffgenamen (#).

Zij wonen in de Geertesteeg (1774) en Agter de Wal (1777). Sara woont met haar tweede man op de Agterweg (1789), in ’t Roosendaal (1793), Achter de Wal wijk B No 416 (1824-1825), aan de Pelomolen wijk B No 445 (1833). Op 9 mei 1833 is in de memorie van successie aangetekend door de wethouder ambtenaar van de burgerlijke stand dat Sara vanm Welsum ‘voor zoo veel hem bekend is, niets heeft nagelaten, en hare alhier wonende erfgenamen bij versterf, zijnde hare zoon Johannes Hensbroek, aan de Pelmolen B 445, in zoodanige behoeftige toestand verkeren, dat de kosten van vervolging, wegens verzuimde aangifte, op haar niet kunnen worden verhaald, en het zegel voor de aangifte niet kan bekostigen’.

 

Uit dit huwelijk:

1  Johanna Maria de Haart, gedoopt 6 juli 1769 te Montfoort (get: Maria van Welsum)

2  Johannes Leendert de Haart

3  Sara de Haart, gedoopt 30 april 1777 in de Domkerk te Utrecht, overleden 2 mei 1777, begraven in de Geertekerk te Utrecht

 

Voor en uit het 2e huwelijk (van Sara van Welsum):

Antonie Hensbroek (gedoopt van Welsum), koopman, gedoopt 12 december 1779 in de Geertekerk te Utrecht (get: Jannigje van Stramrood), overleden 30 augustus 1849 te Utrecht. Ondertrouwd op 12 januari 1800 en gehuwd op 28 januari 1800 te Utrecht met Geertruida Krielen, dochter van Hendrik Krielen en Elisabeth Wabes, gedoopt 10 februari 1776 te Utrecht, overleden 26 december 1825 te Utrecht. Gehuwd op 30 december 1840 te Utrecht met Jannigje Permentier, koopvrouw, dochter van Johannes Permentier en Johanna Klink, gedoopt 8 augustus 1780 te Utrecht, overleden 5 september 1849 te Utrecht

Johanna Hensbroek, gedoopt 2 december 1783 in de Catharijnekerk te Utrecht, overleden 8 maart 1849 te Utrecht. Ondertrouwd op 26 juni 1808 en gehuwd op 19 juli 1808 te Utrecht met Dirk Lamie, venter, zoon van Lodewijk Lamie en Johanna van Rossum, gedoopt 7 mei 1783 te Utrecht

Johannes Hensbroek, tegelbakkersknecht, gedoopt 2 juli 1793 in de Catharijnekerk te Utrecht (get: Agata Hensbroek), overleden 20 november 1864 te Utrecht. Gehuwd op 1 juli 1818 te Utrecht met Cornelia Castrop, dochter van Hermanus Castrop en Maria Leusden, gedoopt 28 december 1794 te Utrecht, overleden 14 februari 1840 te Utrecht. Gehuwd op 19 mei 1841 te Utrecht met Willamina Gerdingh, dochter van Hermannus Gerdingh en Johanna Niemeijer, gedoopt 26 januari 1794 te Groningen, overleden 8 december 1874 te Utrecht