Everdingen, Jan Dircxssen van (ca. 1645-1691)

Jan Dircxssen van Everdingen, hoefsmid, zoon van Dirck van Everdingen en Neeltgen Pauwels, geboren ca. 1645, overleden 20 april 1691, begraven in de Jacobikerk te Utrecht (#)

Gehuwd op 29 mei 1669 voor het gerecht te Utrecht (#) met

Josina Sem, dochter van Gerrit Sem en Nicolaa Both, geboren ca. 1645, overleden 21 april 1690, begraven in de Jacobikerk te Utrecht (#)

 

Bron: hetutrechtsarchief.nl

Op 12 mei 1669 worden de huwelijkse voorwaarden opgesteld voor het huwelijk tussen Johannes van Everdingen en Josina Sem. Johannes wordt geassisteerd door zijn moeder Neeltgen Pauwels, zijn oom Adriaen Marceliss van Blotelingen, en Jan Janss van Groeningen. Josina wordt geassisteerd door haar moeder Nicolaij Both, laatst weduwe van Cornelis van de Water, en haar neef Cornelis Both, doctor medicine. Johannes brengt zijn hoefsmederij in.

Op 29 maart 1676 sluiten Emanuel van Montfoort en Jan Dirckss van Everdingen, zoon en erfgenaam van Neeltge Paulus, een akkoord voer een plecht van f 2000 gevestigd op 4 morgen land op Rietveld, vanwege de waardedaling van deze grond als onderpand. De plecht is afgesloten op 22 oktober 1667 voor het leenhof van de grafelijkheid van Culemborg.

Op 3 maart 1695 benoemen de onmondige kinderen van Jan van Everdingen en Josina Zem hun broer Dirck van Everdingen tot het verzoeken van leenverlei aan het leenhof van Culemborg voor land onder Culemborg ten behoeve van de aldaar wonende kopers Claes Geurtss en Cornelis van der Lee. Op 5 september 1695 stellen Cornelia van Everdingen, Maria van Everdingen, Gerardus van Everdingen, Anna van Everdingen en Jacoba van Everdingen hun broer Dirk van Everdingen aan om vorderingen te innen. De kinderen worden bijgestaan door hun voogden Arien Blotelingh en Cornelis Sem.

Op 19 mei 1696 vindt de scheiding plaats van de nalatenschap van Jan van Everdingen en Josina Sem. De erfgenamen zijn hun kinderen Dirk van Everdingen, zoon, wonende aan de noorzijde van het Vredenburgh, en de onmondige kinderen Cornelia van Everdingen, Maria van Everdingen, Gerardus van Everdingen, Anna van Everdingen en Jacoba van Everdingen. De huijsinge aan de noordzijde van het Vredenburgh gaat naar Dirk van Everdingen.

 

Uit dit huwelijk:

Dirk van Everdingen, meester hoefsmid, geboren ca. 1670, overleden 2 mei 1715, begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd op 10 september 1698 voor het gerecht te Utrecht met Theresa Spruijt, dochter van (?) Gijsbert Spruijt en Maria van Bammel, overleden 25 januari 1749, begraven in de Buurkerk te Utrecht

NN van Everdingen, overleden oktober 1671 (aangetekend 16 oktober 1671), begraven in de Jacobikerk te Utrecht

Cornelia van Everdingen

Maria van Everdingen, geboren ca. 1675, overleden 16 juli 1730, begraven in de Buurkerk te Utrecht. Gehuwd op 13 februari 1697 voor het gerecht te Utrecht met Niclaes Lakeman, overleden 6 juni 1705, begraven in de Nicolaikerk te Utrecht. Gehuwd op 29 december 1706 voor het gerecht te Utrecht met Henrik van Deventer, overleden 2 april 1740, begraven in de Buurkerk te Utrecht

NN van Everdingen, overleden maart 1676 (aangetekend 20 maart 1676), begraven in de Jacobikerk te Utrecht

Gerard van Everdingen, bosschieter bij de VOC, geboren ca. 1678, overleden 30 oktober 1705 te Batavia (Indonesië)

Anna van Everdingen, geboren ca. 1680, begraven 6 juli 1765 te Amersfoort. Gehuwd op 28 april 1703 voor het gerecht te Utrecht met Egbartus de Wilde, begraven 3 januari 1756 te Amersfoort

NN van Everdingen, overleden 21 maart 1683, begraven in de Jacobikerk te Utrecht

Jacoba van Everdingen, geboren ca. 1685, overleden 27 december 1737, begraven in de Jacobikerk te Utrecht. Gehuwd op 17 oktober 1711 voor het gerecht te Utrecht met Abraham Spruijt, zoon van Gijsbert Spruijt en Maria van Bammel, gedoopt 4 oktober 1683 RK te Utrecht, overleden 9 januari 1738, begraven in de Jacobikerk te Utrecht