Evertsz, Gijsbrecht (ca. 1570-1615/16)

Gijsbrecht Evertsz, metselaar, bode van Delft (1609), geboren ca. 1570, overleden 22 december 1615-1 juli 1616

Ondertrouwd op 12 juni 1593 en gehuwd op 27 juni 1593 te Delft (#) met

Machtelt Cornelis, geboren ca. 1570, begraven 8 augustus 1652 te Delft (#)

 

Bron: stadsarchiefdelft.nl

Vanuit zijn beroep als metselaar koopt en verkoopt Gijsbrecht veel huizen en erven:

  • Op 1 juli 1606 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaar, aan Cornelis Dircxsz Brouwersknecht een gedeelte van een brouwerij voor vijffhondert gulden,
  • Op 1 juli 1607 verkopen Dirck Evertsz van der Pol ende Cornelis Barthoutsz, erffgenamen van Ida Willemsdr in haer leven weduwe van Pieter Cornelisz, broutster, aen Gijsbrecht Evertsz en Willem Woutersz, beijde metselaers, ende Harmen Evertsz, timmerman, een huijs, erve ende brouwerije genaempt den aecker staende aen de Brabantsche turffmarckt belast met vier gulden drije stuijvers, voor vijff duijsent gulden groot gelt,
  • Op 18 mei 1608 verkopen Gijsbrecht Evertsz, metselaer wonende in de Pieterstraet, ende Willem Woutersz, mede metselaer, aen Jan Adriaensz een huijsken en erve staende en gelegen ande zuijt sijde vant Rijpervelt,
  • Op 1 juli 1609 verkoopt Gijsbrecht Evertsz aan Rombout Pietersz een huijsken ende erve staende int Rietvelt vrij voor tweehondert gulden,
  • Op 12 februari 1610 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaer, aan Jan Pietersz, corendrager, een huijs ende erve staende ende gelegen ande noortzijde van de Pieterstraet,
  • Op 1 juli 1610 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaer, aan Huijch Huijgensz, pottebacker, een huijs ende erve staende an de noortzijde van de Susterlaen vrij voor eenentwintich hondert gulden. Op dito verkoopt hij aan Jan Pietersz, coorndrager, een huijs ende erve staende ande noortzijde van de Pieterstraet belast met dertich stuijvers twaelff penningen, voor twaelff hondert gulden,
  • Op 1 januari 1611 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaer, aan Claes Marinusz een erffken ende huijsken staende in de Pieterstraet vrij voor driehondert driensestich gulden. Op dito verkoopt Pauwels van Beresteijn aan  Jan Pietersz en Gijsbrecht Evertsz, beijde metselaers, een thuijn ende erve leggende an de Susterlaen vrij voor sevenhondert gulden,
  • Op 1 juli 1611 koopt Gijsbrecht Evertsz van het St. Agnieten Convent vijff erven met een huijsken belast met ses gulden voor vierhondert twintich gulden,
  • Op 1 januari 1613 verkoopt Pieter Gerritsz cum socijs aan Gijsbrecht Evertsz en Coen Cornelisz een erff ende huijsinge staende ande Susterlaen voor negenhondert ende tsestich gulden,
  • Op 6 januari 1614 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaer, aan Thomas Harre, wollecammer, een huijsken ende erve staende ende gelegen aen de noortzijde vande Droncke Steech,
  • Op 22 april 1614 oorkonden Gijsbrecht Evertsen, metselaer, en Coen Cornelisz, timmerman, als copers van een gedeelte vant huijs ende erve eertijds gecomen van Agnieten convent dat zij het hebben vercocht aan de heren Burgemeesteren ende regeerders desen Stede (Delft),
  • Op 1 januari 1615 verkoopt Gijsbrecht Evertsz, metselaer, aan Jan Pietersz, metselaer, een erffken leggende int Rietvelt voor negen ende tsestich gulden gereet gelt,
  • Op 1 juli 1615 verkoopt Willem Woutersz, metselaer, aan Gijsbrecht Evertsz, metselaer, een erffgen leggende inde Hoijtersteech voor vijff ende tseventich gulden gereet gelt.

Op 16 november 1615 compareren Gijsbrecht Evertsz, metselaer, wonende int Brielsche hooft inde Pieterstraet binnen der voorschreven stadt Delft als principael, ende Michiel Joosten, cuijper, mede als principael, en verclaerden schuldich te wesen aan Jan Heijndricxsz de somme van driehondert car. guldens. Op 22 december 1615 staat Gijsbert Evertsz borg.

Vanaf 1 juli 1616 behartigt de weduwe van Gijsbrecht Evertsz de zaken:

  • Op 1 juli 1616 verkoopt de weduwe van Gijsbrecht Evertsz metselaer aan de weduwe van Jacob Matheusz een huijsken staende bij Agnieten convent voor vijerhondert ende vijftich gulden gereet,
  • Op 1 juli 1617 verkoopt de weduwe van Gijsbrecht Evertsz metselaer aan Jan Maertensz Schotmaneen huijsken  in de Dronckesteech voor hondert ende tseventich gulden,
  • Op 1 januari 1619 verkoopt Machtelt Cornelis, weduwe van Gijsbrecht Evertsz metselaer, aan Pieter Jeroenen een huijs ende erve staende in de Pieterstraet voor derthien hondert gulden gereet gelt,
  • Op 1 januari 1620 verkoopt Machtelt Cornelisdr, weduwe van Gijsbrecht Evertsz metselaer, aan Jan Gerritsz bouman een huijsken aende Susterlaen voor tweehondert ses gulden gereet gelt,
  • Op 1 januari 1628 verkoopt Machtelt Cornelis, weduwe van Gijsbrecht Evertsen metselaer, aan Eduaert Everwijn twee huijsgens in de Nieuwersteech voor tweentseventich gulden.

Op 26 februari 1630 compareert voor de weeskamer te Delft Machtelt Cornelisdr, weduwe van Gijsbrecht Evertsz metselaer, als moeder van haer twee alsnoch onmondige kinderen gewonnen bij haeren voorgenoemde man, bij name Pouwels out xxii jaren ende Harmen xvi jaren, ende levere over ten overstaen van Evert Gijsbrechtsz timmerman, Pieter Willemsz varentgesel ende Bortel Cornelisz lijndraijer als voogden vande selve kinderen, inventaris van alle de goederen die sij jegenwoordich is bezittende.

Uit 1641 dateert een inventaris van de boedel van Machtelt Cornelisdr, weduwe van Gijsbrecht Evertsz Duijsthouck, grootmoeder en erflater.

 

Uit dit huwelijk:

Seger Gijsbrechtsz, timmerman, geboren ca. 1594. Ondertrouwd op 29 november 1615 en gehuwd op 6 december 1615 te Delft met Maritgen Willems

Cornelis Gijsbrechts Duijsthouck, metselaar, geboren ca. 1596, begraven 30 september 1650 te Delft. Ondertrouwd op 16 oktober 1616 te Delft met Aeltge Barents, begraven 4 januari 1636 te Delft. Ondertrouwd op 3 mei 1636 en gehuwd op 18 mei 1636 te Delft met Stijntgen Corstiaens, begraven 18 september 1650 te Delft

Leendert Gijsbrechtsz, varensgezel, geboren ca. 1598, overleden 1619-1624. Ondertrouwd op 23 november 1619 en gehuwd op 8 december 1619 te Delft met Geertje Barents

Evert Gijsbrechtsz, timmerman, geboren ca. 1600. Ondertrouwd op 21 augustus 1621 en gehuwd op 5 september 1621 te Delft met Teuntge Willems

Aeffgen Gijsbrechts, geboren ca. 1602. Ondertrouwd op 27 november 1627 en gehuwd op 12 december 1627 te Delft met Pieter Willemsz, varensgezel

Willempge Gijsbrechts Duijsthouck, geboren ca. 1605, begraven 24 februari 1648 te Delft. Ondertrouwd op 27 augustus 1639 en gehuwd op 11 september 1639 te Delft met Jacob Pouwelsz van der Schoote, decorateur schilder, zoon van Pouwels Jansz van der Schoote en Jannetje Anthonis Pijpers, geboren ca. 1610 te Leiden, begraven 3 november 1664 te Delft

NN Gijsbrechts, begraven 29 augustus 1607 te Delft

Pauwels Gijsbrechtsz, geboren 1607-1608, overleden > 26 februari 1630

Harmen Gijsbrechtsz Duijsthoeck