Zeben, Coel (-1514/19)

Coel Zeben, schepen van Berlicum (1514), overleden 1514-1519

 

Bron: bhic.nl

Op 9 mei 1519 zijn voor Henrick Evertss ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Jan, Zeeb ende Willem kijnder Arien Colen ende Hees Col Zeben dochter ende kijnder Mette Col Zeben dochter dije sijn veruecht heeft bij Henrick Mannertss te weten Zeeb, Art, Griet, Luijt, Heijl ende Peter Colen ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue kijnder Coel Zeben. Dezen maken een erfdeijlenghe op allen alsolken ghoet als hem aen verstorven is van Coel Zebenss horen vader.

  • Inden iersten soe sellen Jan, Zeeb ende Willem kijnderen Arien Colen hebben enen ecker gheleghen in Berlcium aen die vest 12 lopense lans, belendingen: erffenisse dat convent van Ulenborch; Thomas Lambertss; Rut Jacopss; die ghemeijnt; ende wt dese ecker sellen dese drie ghebruederen gheven alle jaer 7 pont dat closter van dat Cauwater; noch 6 pont een ghasthuijs ten Bosch gheheijten den block. Noch soe sellen dese drie ghebroederen voorscreven hebben een mudde erf rogge aen Jorden Martens dat Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepenbrief vanden Bosch.
  • Ende Hees Thonis Gerits huijsfrau was een dochter Coel Zeben sal hebben alle jaer 14 pont aen kijnderen Rut Simons dat Coel Zebenss vercreghen heeft in scepenen brieven van Berlicum ende noch 5 pont aen Jan Ghijbenss vercregen in scepen brieven vanden Bosch.
  • Item kijnder Henrick Mannertss die hij verueckt heeft bij Metten een dochter Coel Zebenss 6½ gulden op Heeswick dat Coel Zebenss vercreghen in enen scepen brief vanden Bosch.
  • En noch soe sal Peter Colen hebben 2 mudde rogge ghaende wt erffenisse Henrick Mannerts wel eer Seel Josten.
  • Item Marij Coel Zeben dochter die sal hebben 6½ gulden alle wel op Heswick die Coel Zebenss vercreghen heeft in enen scepen brief vanden Bosch.
  • Item Matheus Janss als man van Luijt sijnder huijsfraue sal hebben een stuck lans gheleghen inden hoeven gheheijten den block 7½ hont groot ghelick als Coel Zebenss voorscreven heeft in enen scepen brief vanden Bosch.

Eveneens op 9 mei 1519 zijn voor Simon van Heel ende Gherit Colenss, schepenen in Berlicum, verschenen Hees Thonis Geritss huijsfrau was ende kijnderen Henrick Mannerts te weten Zeeb, Aert, Gerit, Luijt, Heijl ende Peter Colenss ende Marij Coel Zeben dochter ende Matheus Janss als man van Luijten sijnder huijsfrau. Dezen vesten Jan, Zeebe, Willen kijnder Arien Coelnss enen ecker 5 lopensse lans met enen bemden daer bij gheleghen in Berlicum gheheijten muijsse velt; noch enen camp gheleghen daer neven 2½ schaer weijden groet; noch enen camp gheleghen aldaer 2½ schaer weijden groet, die Coel Zebenss beheijllickt hadde met sijnder huijsfraue, belendingen: Jan Hermenss; die weterinck; Peter Colen; belast met 7½ pont en 2 sester rogge der cappelle vander Donghen; noch 27 st. alle jaer.

 

Kinderen:

Hees Col Zebens, overleden 1526-1527. Gehuwd met Anthonis Gheritsz, overleden < 9 mei 1519

Arien Col Zeben

Mette Col Zeben, overleden > 26 februari 1526. Gehuwd met Henrick Mannertsz, overleden 1523-1526

Peter Coel Zebens, schepen van Berlicum (1551-1552), overleden 1554-1560

Marij Coel Zeben

Luijten Coel Zeben. Gehuwd met Matheus Jansz