Frederich van Windelen, burger van Warburg (D), overleden 1421-1429
Gehuwd met
Hilleberge NN
Bronnen: 1) Windelen (Adelsgeslecht). Op: de.wikipedia.org, 2) archive.nrw.de, 3) Internet-Portal “Westphälische Geschichte” (lwl.org)
Op 13 december 1394 ‘ipso die beate Lucie virginis’ draagt Bertolt van Nedere zijn leenrecht over vijf hoeven over aan Wedekinde van Falkenberg. Van deze vijf hoeven liggen er twee bij Hofgeismar (Geijsmer), één is verpand aan Wernhere van Casle (Cassele), de andere is door Evereke voor het poortgebouw in achterleen gegeven. Twee hoeven liggen te Holthusen bij Warburg (Holzhausen bij Warburg), en één te Wepelde (Hohenwepel), die van mij in leen heeft Ffrederek Verwindelen, burger van Warburg. De eerste vier genoemde hoeven zijn leenplichtig aan de hertog van Brunswijk, de vijfde aan de jonker van Eversteijn. Ook de helft van het gerecht te Sielen (Sylon) is door Bertolt met instemming overgedragen aan van Falkenberg.
Op 28 oktober 1407 ‘ips0 die beate apost. Symonis et Jude’ verkopen de broers Ffrederich en Servus van Windelen, burgers van Warburg, en Hildeborg, de echtgenote van Ffrederich, aan hun nicht Wijndelen van Rotwordessen een jaarlijkse geldrente van vijf mark en een graanrente van 34 malder, afkomstig uit hun halve hof te Molhusen, die op dat moment wordt bewerkt door Henne Gijgelen, en uit hun aandeel in de tienden te Bodelstorpe en Osthem.
Op 29 maart 1421 ‘sabbato in ebdomada Paschali’ verkopen de broers Cort en Raven, zonen van Volchard van Kansteijne, knapen, Volchard — zoon van genoemde Cort — en hun neef Herbold, zoon van Dreckraven, aan Frederich van Windelen, burger van Warburg, en diens echtgenote Hilleberge hun aandeel in de Schaphof en de schapendrift in het dorp Menne.
Op 6 december 1429 ‘ipso die beate Nicolai’ verklaren Herman van Sunrike en de gebroeders Johan en Frederich, genaamd de Richtere van Borchholte, dat op het moment dat Frederich van der Windelen was overleden, de broers Johan en Hinrich — zonen van de overleden Hinrich — en hun neven Herman, Johan en Balthazar — zonen van de overleden Johan — allen genaamd Spegele van de Desenberg, met Servese van der Windelen zijn overeengekomen dat deze zal erkennen van hen te hebben ontvangen zeven hoeven te Dalhem met de kapel aldaar, de hof te Wetesingen, de halve tiende te Hiddessen en een vijfde deel van de tiende te Groten Bune.
Uit dit huwelijk: