Lippe, Simon (IV) van (ca. 1404-1429)

Simon (IV) van Lippe, heer van Lippe (1415-1429), zoon van Bernhard (VI) van Lippe en Elisabeth van Moers, geboren ca. 1404, overleden 11 augustus 1429 te Wilbasen (D)

Gehuwd op 30 juli 1426 te Salzderhelden (D) met

Margaretha van Braunschweig-Grubenhagen, dochter van Erich van Braunschweig-Grubenhagen en Elisabeth van Braunschweig-Göttingen, geboren ca. 1411, overleden 31 oktober 1456-28 april 1457

 

Bronnen: 1) Stammliste des Hauses Lippe. Op: de.wikipedia.org, 2) Simon IV. (Lippe). Op: de.wikipedia.org, 3) Simon III. (Paderborn). Op: de.wikipedia.org, 4)  arcinsys.niedersachsen.de, 5) archive.nrw.de, 6) Lippische Mitteilungen und Geschichte und Landeskunde, 81. Band, 2012. Verlag für Regionalgeschichte Bielefeld 2012, 7) lippelex.de

Op 13 november 1415 sluit aartsbisschop Dietrich van Keulen namens zichzelf, het sticht Corvey en de heerschappij Lippe een verbond met de hertogen Heinrich en Wilhelm van Braunschweig-Lüneburg, inclusief afspraken ter beslechting van geschilpunten tussen hen.

Op 29 maart 1420 bekrachtigt graaf Simon van Lippe het verdrag van zijn vader, graaf Bernhard van Lippe, met graaf Adolf IX van Holstein-Schaumburg betreffende de heerschappij over Sternberg, een gebied dat sinds 1400 aan de edelheren van Lippe is verpand. Op 1 april 1421 oorkondt edelheer Simon van Lippe het akkoord met de graven van Schaumburg inzake de heerschappij over Sternberg. In 1424 probeert Adolf IX van Schaumburg het graafschap Sternberg echter terug te winnen. Tijdens deze zogeheten Sternbergse twisten richten de troepen van Schaumburg verwoestingen aan in het Extertal en worden de steden Barntrup en Bösingfeld, evenals het slot Alverdissen, verwoest. Simon weet echter het gebied te behouden.
Op onbekende datum klaagt edelheer Simon van Lippe bij hertog Otto dat enkele van diens dienaren zich hebben betrokken bij de twisten van de graaf van Spiegelberg tegen hem en zijn land hebben geplunderd; dat bovendien diens ambtenaar in Ohsen de Lippische achtervolgers heeft tegengehouden en de Spiegelbergers heeft gesteund, waarbij Friedrich Post gevangen werd genomen. Hij eist diens vrijlating en de bestraffing van de betrokkenen.
Simon’s zoon Bernhard (VII) trouwt later met de kleindochter van Adolf IX van Schaumburg.

Op 30 juli 1426 schenkt Erich van Braunschweig-Grubenhagen zijn dochter en haar bruidegom een bruidsschat van 2.000 gulden. 

Op 27 september 1427 lijftocht edelheer Simon van Lippe zijn echtgenote, hertogin Margaretha van Brunswijk-Lüneburg, met de burcht Brake, inclusief alle bijbehoren. Na de dood van Simon IV verkoopt Margaretha haar lijftocht — de burcht en het ambt Brake — aan haar zwager Otto van Lippe en verwerft het ambt Barntrup als pandbezit.

Op 25 december 1442 probeert pastoor Johannes de Lippia om, tegenover de door het kapittel gekozen abdis Margaretha van Gleichen, Margarete — weduwe van Simon van Lippe en hertogin van Brauschweig — tot abdis te verheffen. In 31 juli 1443 erkent aartsbisschop Dietrich van Keulen Margaretha van Gleichen, en niet Margaretha van Braunschweig, weduwe van van Lippe, als abdis.
Op 30 september 1443 sluiten abdis Margaretha van Herford en Margarete van Braunschweig, vrouw van Lippe, een akkoord waarin laatstgenoemde de eerstgenoemde als abdis erkent en in ruil daarvoor wordt gecompenseerd met diverse inkomsten uit de bezittingen van het stift. Op 4 november 1443 verklaart Margarethe van Braunschweig, vrouw van Lippe, dat haar een toelage is toegezegd en in het vooruitzicht gesteld door abdis Margaretha van Herford, waarbij zij zich tegelijk verplicht om in geval van hertrouwen alles weer op te geven.

Op 18 mei 1455 verklaart Margarethe van Braunschweig, vrouw van Lippe, een schuld te hebben ten gunste van het kapittel van het stift Herford, betreffende een hof, ter waarde van 24 mark, welke de schuldenares belooft binnen vier jaar af te lossen.

Op 31 oktober 1456 verklaart Margaretha van Brauschweig, vrouw van Lippe, dat zij aan St. Marien te Lemgo een bedrag van 24 Mark Bielefelder penningen schuldig is, met het recht tot terugkoop, en stelt daarvoor 2 Mark uit haar hof te Müssen als zekerheid.

 

Uit dit huwelijk:

Bernhard (VII) van Lippe

Simon (III) van Paderborn, student aan de Universiteit van Keulen (1445) en Erfurt (1446), domheer van Keulen en Paderborn (1450), thesaurier van het domkapittel te Paderborn, bisschop van Paderborn (1463-1498), geboren 1430 in Burg Brake bij Lemgo (D), overleden 7 maart 1498 in Burg Dringenberg (D), bijgezet in de Dom te Paderborn (zie links afbeelding van grafplaat)