Willem Jordensz Karman, schepen van Amersfoort (1419-1444), overleden > 23 februari 1450
Gehuwd met
Margriet Dierck Poijten, dochter van Dierck Poijten en Margriete NN, overleden > 11 september 1482
Bron: archiefeemland.nl
Op 24 oktober 1435 ‘des manendages nae sente Severijns dach’ Johan Jacobs soen met Jacob zijn zoon aan de ene kant en Bertraet die Ghijsbert Jordens soerns wijff was, met Jorden vander Mathe als voogd met Ghijsbert joncfrouw Bertraets dochter aan de andere kant sluiten een huwelijksovereenkomst. Als borgen waren aanwezig voor Johan en Jacob: Willam Henrics soen, Willam Smits Johans soen, Wouter van Hagenouwe en Philips Lubberts soen en voor Bertraet, Jorden en Ghijsbert: Gerijt Borre Johans soen, Pouwels Jacobs soen, Willam Carman Jorden siin soen en Bertout Duwer.
Op 14 mei 1481 ‘secunda post Servacii’ item also dair zeker gescheel geweest heeft ende noch is tusschen Anthonie van Schonenburch alse voicht ende momber van Albert sijn wijf Albert Karmans dochter ende mede gemachticht van Bijatruijs Albert Carmans wijf was, sijns wijfs moeder wegen alse recht is ter eenre ende Margriet Willam Karmans wedue des voirgenoemde Albert Karmans moeder ende Margriet Peter Aeltzoen wedue hair dochter ter andere side, geresen bij also dat hem Anthonis voirgenoemt vermet ende seijt dat Albert sijn wijf Albert Karmans des voirgenoemde Margrieten hoir soen sijn geëchte dochter is ende wesen sall, eijschende dair bij hij als momber van sijn wijf voirgenoemt als een gerechtelicke erfgenaem van hoeren vader alle goeden de Albert voirgenoemt mitz sijnre doet after gelaten heeft ende Margriet voirgenoemt noch ongeschift ende ongesceijden van Albert hoir soen ende van Anthonis wijf Alberts dochter nacomelijngen noch in besittende is also wel hoir soen ende van Anthonis wijf Alberts dochter nacomelijngen noch in besittende is also wel rede als onrede tgeen dair of rueren aencleven ende dair van gecomen wesen mach. Ende Margriet mit Margriet hoire dochter voirgenoemt mit Willam van Isselt hoire beijder momber aen Elijs van Wede ende Claes Jacopzoen welke seggers voirgenoemt dit voirscreven verblijf gerichtelick aen genomen hebben in sulken voirwerden dat sij dese voirscreven saken tot beijden siden overhoeren verstaen sullen ende dair bij besiende ende versuekende of sij devoirgenoemde parthien mit vruntschapen verlijken ende van hoiren geschelen scheijden moegen. Ende en kunnen sij dat mit vrundscapen nijet verlijken noch scheijden so sullen die partien voirgenoemt alsdan hoir bewijs ende tgeen dair sij hem elx recht op vermenen te hebben bij den voirgenoemde seggers to besloten senden in enige stede aen juristen dair de seggers doir hoir bevoelen de saick onbecanste ende die de juristen des on eensidichste weten. Ende laten dair verhalen alze te wachten die sentencie de die juristen na hoire beijder bewijs dair gevende ende weder in scrift oversendende warden op des geens cost, de des in den onrechten bevalt. Ende welkoir van den voirscreven parthien het recht toe gewesen wairt sal recht hebben bij also wairt Anthonis voirscreven in den onrechten gewesen, hij sal Margriet voirscreven in de goeden berusten laten ende wairt hij in den rechten gewesen sal hem Margriet voirgenoemt doen na sijnre eijssche als boven gescreven is. Ende om dit aldus te houden als voirscreven is ende nae te gaen alle tgeen voirscreven is hebben voir geloeft van Thonis ende sijns wijfs moeder wegen Wouter van der Maet ende Rolof van Herdevelt. Ende van Margrieten wegen Willam van Ysselt ende Willam Peter Aeltzoen.
Dair op Margriet voirscreven seijt vermet dat Anthonis wijf Alberts hoir soens geechte dochter niet en is noch wesen en soude ruerende dair bij sij als gerecht erfgenaem van hoeren soen Anthonis of sijn wijf voerscreven geen uutreijkijnge bewijsijnge noch offscheijdijnge van Albert hoirs soins nagelaten goeden sculdich geweest en was, noch oick en wair mit recht te doen dese voirscreven geschelen sijnt sij onder tusschenspraick hoere vrunden tot beijden siden gehelick ende all gerichtelick verbleven alse Anthonis voirscreven ende mede gemachticht als recht is van Bijatruijs, sijns wijfs moeder vorscreven, wegen aen Willam van Herdevelt ende Jan Botter.
Op 11 september 1482 ‘quarta post Marie Nativitatis’ Jan van Westrenen Peterzoen Margriet sijn wijf, Rutger Scaip Geertruijt sijn wijf, Gerijt Scaip Peter sijn wijf ende Margriet Hermans wedue van Westrenen, Scaijck momber, hebben belijt alse wairt zake dat Alijt Dierck Poijten dochter oflivich worde eer Margriet Karmans hoir zuster dat alsdan alle alsulcke goeden heerlick ende onheerlick rede ende onrede Alijt Poijten voirscreven after laet, coemen ende erven sellen deen helft op Margriet Karmans vorscreven ende dander helft op Meijns Poijt hoir brueders kijnder.
Uit dit huwelijk:
1 Albert Karman. Gehuwd met Bijatruijs NN