Hanenborch, Marten van (-1629/39)

Marten van Hanenborch, zoon van Willem van Hanenberch en Lijssen Mertens Smidt, overleden 1629-1639

Gehuwd met

Geesken van Velthuijsen

 

Bronnen: 1) hetutrechtsarchief.nl, 2) boeken.fransenmedia.nl, 3) Rechterlijk archief Stad Oldenzaal. HCO Zwolle toegang 65.1, inventarisnummer 48. Clemens Fransen, November 2022, 4) Rechterlijk archief Stad Oldenzaal. HCO Zwolle toegang 65.1, inventarisnummer 54. Clemens Fransen, Oktober 2001 // September 2020, 5) Rechterlijk Archief Landgericht Oldenzaal. HCO Zwolle toegang 66.1, Inventarisnummer 6. Clemens Fransen, 2007 / 2022

Mertens ten Hanenberge gaerdens zijn als belendend genoemd in akten van Rechterlijk Archief van de Stad Oldenzaal in 1617 en op 11 augustus 1622.

Op 6 juli 1609 Gerrit Smijdt voer sijch selvest, Geerdt Tijthoff van wegen sijner kijnderen bij zaligen Annen Smijdts erwecket, unnd Merten ten Haenenbergh voer sijch, unnd medde van wegen sijnes broders unnd susters, als naeste bloedtzverwanten van zaligen Derick Smijdt, sprecken ahn Heile die nhaegelaetene weduwe van itzg Derick Smijdt, omb vuldoeninge des testaments bij gedachten zaligen Smijdt den 26. Junij Anno 1607 opgerichtet, ende also sie gedachte Heile etliche maelen derenthalven ijn der guide versocht, unnd sie gelicke wall (:neseitur quo spiritu ducta:) ijn der vuldoninge nhachleßigh, unnd daer tho nicht verstaen willen, begeren clegere datt beklachtinne thot sodaener bethalinge dorch rechtzdwanck constringert moge worden de damnis de damnis et interesse protesterende Beklachtinne begert copie unnd 14 daghe ad respondendum.

7 Novembris 1617: Aeltghen unnd Trijngjen tenn Tijthave gesusteren, geassistiert mett haeren neefven, unnd mombaren Merten ten Haenenberch unnd Merten Smijdt, ghaen uth unnd doen vertichnisse, efflich, ewichlich, unnd unwedderloessbar van alsodaenen huisse, have und alinge wehr, liggende ijn der Steinstraete.

Op 22 november 1628 Op gedaene pandthalinge folgens doergaende recht Merten Hanenberges contra Lutter Lucken hefft Merten gien pande bekommen, versocht daromme na landtrechte pandtsterkinge.

Op 11 juli 1629 Merten Hanenbergh hefft na paelrecht verkofft bi viemthall, sall gemeijnt? worden den viem van 4 daler, siende 5 schepel geseijes, thobehorende Lutter Lucken tho Losser welckes Jochem Meiborgh den viem gehoget up 4 daler 10 st. unde Marten Hanebergh up 4 ½ daler vor die viem unde is Marten Hanebergh an den koep verbleven.

Op 19 oktober 1634 procureert Jan Hanenberch, cleermaecker te Utrecht, zijn zuster Geertruijt Hanenberch, wonende te Utrecht, om te vorderen van diegenen die het betreft de penningen die hem resteren van de erfenis, hem aangekomen door overlijden van Willem Hanenberch zijn vader, overleden te Oldenzaal, van welke erfenis hij was uitgekocht door zijn broer Marten Hanenberch, desnoods met gebruik van rechtsmiddelen.

Op 29 december 1639 procureren de mede-kinderen en ervan van Marten van Hanenberch en Geesken van Velthuijsen, Evert Janss, Aelbert Helmijs en NN Roscam, tot verkoop en transport van huis en hofstede hoef Kerkhof binnen Oldenzaal en van landerijen buiten Oldenzaal gelegen. De ouders van de comparanten hebben in Oldenzaal gewoond.

 

Uit dit huwelijk:

Elijsabeth van Hanenberch. Gehuwd < 29 december 1639 met Evert Jansz, coornmater ter Utrecht

Maria Martens van Hanenborch

Henrick Martensz van Hanenberch, bakker, overleden 1666-1675. Gehuwd op 19 oktober 1644 voor het gerecht te Utrecht met Geertgen Aelten de Goijer

Annichgen Martens van Hanenberch