Evert Gaijmans, zoon van Johan Gaijmans en Catharina van Silvolden, overleden > 1485
Gehuwd met
Luijte Sluijsken, dochter van Derick Sluijsken en Hille NN, overleden > 1505
Gehuwd met
Evert Gaijmans, zoon van Evert Gaijmans, overleden 1504-1505
Bronnen: 1) geldersarchief.nl, 2) gaijmans-gaymans.nl
NB: Een onderscheid tussen de verschillende Evert Gaijmans-en is lastig te maken. Ik volg hierin de interpretatie van Reinoud Gaijmans.
Hij koopt in 1474 van zijn broeder Lubbert twee uitgangen uit huizen in de Rijnstraat en Oldemerkt en broer van Lubbert, gelijk hij die van hun broeder heer Gaert zijn aanbestorven. Bovendien koopt hij het goed Ten Veen in het Kerspel van Ede.
In 1474 leent Evert Gaijmans de stad Arnhem 10 Rijksgulden.
Op 28 augustus 1475 oorkondt Zeijne van Brockhusen, stadhouder en richter van den landdrost van Veluwen, dat heer Herman Brant, prior van Molenbeek, verkocht heeft aan Evert Gaijmans zoon en diens vrouw Luijte een rente van 4 oude schilden ’s jaars, gaande uit het goed Ten Veen. Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert vijff ende tsoeventich op tSente Johans avondt decollationis.
In 1476 compareert Evert samen met zijn broer Lubbert in de verdeling van een erfenis van hun broeder Gadert zaliger.
In 1482 geeft Evert, ter vervanging van een rente van 4 oude schilden, een hypotheek op een huis in de Rijnstraat genaamd ‘den Grijp’ over aan Henricus Ceelman en Theodora.
In 1485 wonen zij in een huis in de Konijnckstraat te Arnhem met als buur zijn neef Gadert Gaijmans. Hij heeft mogelijk ook gewoond in de Kerkstraat.
Op feria quarta post Remigii 1485 Hermen Woerm en Luijtte, zijn echte wijf, en Evert Gaymenss en Luijtte, zijn echte wijf, dragen op Reijner van den Sande een huis en hofstad, wilner toegehorende Else Brienen, gelegen in de straat bij de Oude markt tussen huis en hofstad van Reijner voorzegd aan de ene zijde en huis en hofstad van broeder Peter van [Ponth] aan de andere zijde, achter uitgaande op de beek, met een schaarweide, daartoe gehorende, gelegen in het Altmerckssche slach te boschwart aan enz.; et si defectus fuerit, dat te mogen verhalen aan huis en hof van Hermen Woerm en Luijtte, gelegen in het land Vermerck en aan huis en hofstad van Evert Gaijmenss en Luijtte voorzegd, gelegen in de Kerkstraat, Johannes van Hulse ab una en N.ab alia, en voorts uit alle andere erven en goederen, niet daarvan uitgescheiden.
In festo martini 1486 Hermen en Peter Woerm, fratres, Alijt Doess dochter, Evert Gaijmenss vanwege en als een momber van Luijtte, zijn huisvrouw, Gadert van Thoenen als een momber van Grijete, zijn huisvrouw, Lambert van Katen als een momber van Stijne, zijn vrouw, hebben gezamenderhand volkomen machtig gemaakt Gerijt Hubertss als een momber van N., zijn vrouw, alzo dat zich Gerijt voorzegd van hun aller wegen en een iegelijk tot zijn gerechtigdheid zal mogen laten inleiden als haar erfgenamen, als zij zeiden, in alle nagelaten goederen van zal. Joffr. Geertruijt van der IJmpell, roerende en onroerende, rede en onrede, niet daarvan uitgescheiden enz.
Op 8 april 1490 dragen Evert Gaijmans zoon en zijne vrouw Luijt aan Henrick Zeelmans zoon en diens vrouw Derixken over een rente van 4 oude schilden ’s jaars, gaande uit het goed Then Vene, gelegen in het kerspel van Ede in de maalschap van Benthenem, met de daartoe strekkende overdrachtsbrieven. Gegeven in den jaeren onss Heren duisent vierhundert ind tnegentich des Donresdages post Palmarum.
In 1504 compareren Evert Gaijmens en zijn vrouw Luijte en dragen over aan Gadert Gaijmans ab een “toevenger” ten behoeve van Hille, Cornelus Johan Hendrik en Beatrix, nagelaten kinderen van hun zoon Johan een huis en hofstad in de Koningstraat met 5 schaar weiden in Arnhemmerbroek enz.
Uit dit huwelijk:
1 Johanna Gaijmans, overleden ca. 1478. Gehuwd met Evert Gaijmans, zoon van Jacob Gaijmans en Fije NN, overleden 1478
3 Johan Gaijmans