Brinkman, Klaas Bruinsz (ca. 1730-1782)

Klaas Bruinsz Brinkman, zoon van (?) Bruijn Roelen, geboren ca. 1730 te Vreeland, overleden november 1782 te Wijk aan Duijn, impost 6 november 1782 te Velsen (#)

Impost op 6 juli 1754 (#), huwelijksafkondiging (#) en gehuwd op 28 juli 1754 voor het gerecht (#) te Velsen met

Maartje Jans Kroon, dienstmeid in het regthuijs van Tetterode, geboren te Heemskerk

Op 11 november 1799 gingen Coenraad Graman en Cornelis van der Peet, beiden afkomstig uit Beverwijk, voor rekening van Sijmen Bruijns dorsen op diens boerderij, bewoond en in huur bij Gerrit Duijnhoven. Tijdens een “toeback” pauze werden zij benaderd door een zekere Bruijn Brinkman, in de kost bij Gerrit Duijnhoven, die hen wees op een gedeeltelijk uitgebrande hooischuur. Het bevreemdde de 2 getuigen dat Bruijn dit van grote afstand had kunnen zien, terwijl zij, die daar al 4 dagen hadden gedorst en verscheidene malen in die hooischuur waren geweest, daarvan niets hadden bemerkt. Toe zij dit meldden aan hun opdrachtgever Sijmen Bruijns, besloot deze het voorval aan de schout te vertellen. Na Brinkman’s ondervraging werd besloten een nooit opgeloste moordzaak uit 1795 opnieuw te onderzoeken. Op 24 maart van dat jaar had Arend Munnik uit Assendelft verklaard dat zijn broer Gerrit, die van beroep zeilmaker was, diens huisvrouw Aaltje Brinkman en hun 8-jarige dochter Maartje met bijlslagen om het leven waren gebracht. Na diverse ondervragingen bekende Bruijn Brinkman uiteindelijk de moordenaar te zijn van zijn zuster, nichtje en zwager. Hebzucht was het motief. Hij vermoedde dat zij een aanzienlijk geldsbedrag verstopt hadden. Op de desbetreffende dag, zo tegen 6 uur ’s avonds, vermoordde hij zijn zwager, die buiten stond te urineren, met enkele harde bijlslagen. Daarna ging hij naar hun huis. Hij wachtte tot de buurvrouw die daar nog op de koffie was, vertrokken was. Toen zijn zuster, die aan het koken was, met haar rug naar hem toestond, sloeg hij ook haar de hersenen in. Zijn 8-jarig nichtje Maartje lag nog te slapen. Terwijl hij onder haar bedstee naar geld zocht, ontwaakte zij. Om niet herkend te worden bracht hij Maartje ook om het leven. Twee jongere kinderen liet hij ongemoeid. [Uit de Rekeningen van het Schout Ambt blijkt dat Bruin Brinkman schuldig bevonden was aan moord en bestraft werd met geseling, radbraken en het afhakken van het hoofd met een bijl, gevolgd door tentoonstelling van het hoofd, gestoken op een pen, en van het lichaam. De executie werd uitgevoerd door de Haarlemse scherprechter Jacobus van Aanhout, die daarvoor f 49:12:- in rekening bracht, dwz.: Radbraaken f 6.-, ’t afslaan van het hoofd f 6.-, ’t blinden f 3.-. ’t hangen van een bijl en turf boven ’t hoofd f 6.-, ’t binden f 3.-, ’t hoofd op een pen tezetten f f 3.-, ’t afnemen van ’t ligchaam f 3.-, ’t kisten f 3.-, Adsistentiegeld f 10.- en dag en mijl geld f 6:12-.

Het verhaal van Bruin Brinkman is uitgebreid beschreven in het Biographisch woordenboek van J.A. de Chalmot (#).

 

Uit dit huwelijk:

1  Aaltje Claes Brinkman

2  Bruin Brinkman, tuinder, dagloner, geboren 1767 te Velsen, overleden 1 februari 1800 te Beverwijk (terechtgesteld)

3  Marijtje Claas Brinkman