Aerts, Jacop (-<1561)

Jacop Aerts, zoon van (?) Aert Willems en Katarina NN, overleden < 27 augustus 1561

Gehuwd met

Dimpna Jacob Hermans, dochter van Jacop Hermans en Jenneken NN, overleden < 18 februari 1564

 

Bronnen: 1) vpnd.nl, 2) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1538-1542. Jan Toirkens, 3) St. Michielsgestel, transcriptie transporten en vernaderingen 1557-1566. Jan Toirkens, 4) bhic.nl

In 1525-1526 betaalt Dingen Jacop Hermansdochter intredegeld voor toetreding tot de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap. In 1540-1541 betaalt Dingen Jacops Hermansdr uit Gestel doodschuld tijdens leven.

Op 14 augustus 1538 verklaren Willem Goerts van de Merendonck en Henrick van Weert, schepenen in Gestel bij Herlaer, dat verschenen is Jan zoon wijlen Aert Willems, en verkoopt aan zijn broer Jacop Aert Willems, het 1/4e deel van een derde deel in een huis, erf, tuin etc. met akker, hooiland weide en heide met houtopstand, gelegen te Oirschot, ter plaatse die Vloete genoemd (= de Vleut onder Best), b.p,. Frederick van Gunterslaer, de gemeijnte. Dat 1/4e deel in het 1/3e deel had Jan geerfd na dood van Katarina weduwe van Aert Willems, zijnde zijn wettige moeder. Jan bekent dat Jacob aan hem de ´beterschap´van deze verkoop heeft betaald en Jan belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant hierin af te handelen.
Op 5 oktober 1538 verklaren Willen Henricks en Henrick van Weert, Mathijs van Beeck, Willem Goerst van de Merendonck, schepenen in Gestel bij Herlaer dat zijn verschenen Hubert en Ariaen, gebroeders en Anthonis Bernaert Wijtten (?) als man van Heijlken, kinderen van wijlen Willem Bolants en van diens vrouw Mechteld dochter van wijlen Jan Haeck en verkopen nu aan Jacop Aert Willems, samen met de lasten erop, een huis, erf, tuin en akkerland, gelegen in Gestel, ter plaatse genoemde Haenwijck, groot ca. een zesterzaad en 11 roedes, b.p. Goossen Peter Goossens, Henrick Claessen, de gemeenschappelijke weg, de gemeenschappelijke straat. De koper moet hieruit jaarlijks een pacht van
een zester rogge betalen aan Henrick Claessen, een pacht van 1 lopen rogge aan de kapel van Rumel, een cijns van 2 pond aan de erfgenamen van Huijbert van de Broeck die aflosbaar is maar men weet niet met hoeveel, een pacht van 1/3e van 2 zesters rogge aan …. Gerit Gijben die aflosbaar is met 8 peters te Oirschot, een grondchijns van 1 stuiver 1 oort jaarlijks in het dorp Gestel te betalen. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten van hun kant af te handelen. Voetnoot 1 : Jacop Aert Willems verkoopt dit huis etc. aan Yken weduwe van Adriaen van Dort, dochter van Ricard Gijben. Datum 13 december 1540, schepenen waren Willem Henricks, Willem Goerts. Voetnoot 2 : Nog belooft Jacob Aerts aan Jenneken vrouw van Henrick Claessen 8 gulden, elke gulden van 20 stuivers, en wel nu alhier direct voor schepenen. Aantekening : Iken van Dort ….

Op 13 december 1540 verklaren Willem Henricks van Weert, Willem Goerts van Merendonck, Joest Gerits van de Venne, schepenen van Gestel bij Herlaer, dat is verschenen Jacop Aert Willems en verkoopt nu aan Iken dochter van wijlen Rijckaert Gijben weduwe van Andries Janssen van Dort, een huis, tuin en akkerland groot ca. een zesterzaad, gelegen in de parochie van Gestel ter plaatse Haenwijck genoemd, b.p. Goessen Peter Goessens, Henrick Claessen, de gemeenschappelijke weg, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft de verkoop gestand te doen en alle lasten van zijn kant af te handelen, behalve een erfpacht van 1 zester rogge per jaar aan Henrick Clesssen, een erfpacht van 1 lopen rogge aan de kapel van Rumel, een cijns van 2 pond aan de erfgenamen van Hubert van de Broeck die aflosbaar is maar men weet niet met hoeveel, een erfpacht van 1/3e deel van 2 zesters rogge aan de erfgenamen van Gerit Gijben aflosbaar met 8 peters, een grondchijns van 1 stuiver en 1 oort te Oirschot (!) en de bijdrage vanwege door het dorp Gestel opgenomen geld samen met de inwoners af te lossen.
Op dito verklaren Willem Henricks en Henrick van Weert, Willem Goerts en Joest Gerits van de Venne, schepenen van Gestel bij Nheraler dat is verschenen Jacop zoon wijlen Aert Willems, en verkoopt nu aan Iken dochter wijlen Rijckaert Gijben, weduwe van Andries van Dort een huis, erf etc. met akkerland groot ca. 1 zesterzaad, gelegen in de parochie
Gestel te Haenwijck, b.p. Goessen Peter Goessens, Henrick Claes, de gemeenschappelijke weg, de gemeenschappelijke straat. De verkoper belooft de verkoop gestand te zullen doen en alle lasten hierin van zijn kant af te handelen, behalve een pacht van 1 zester rogge aan Henrick Claessen, een pacht van 1 lopen rogge aan de kapel van Rumel, een cijns van 2 pond aan de erfgenamen van Hubert van de Broeck aflosbaar maar men weet niet met hoeveel, nog een erfpacht van 1/3 e van 2 zseters rogge die aflosbaar is met 8 peters aan de erfgenamen van Gerit Gijben, verder een stuiver een oort als grondchijns te Oirschot, nog de bijdrage van door het dorp Gestel opgenomen geld die met de inwoners moet worden afgelost. 

Op 18 februari 1564 verklaren wij Henrick van Beeck en Goijaert Willems, schepenen, dat voor ons zijn verschenen Jacop zoon wijlen Jacop Aerts oud ca. 20 jaar die ons te kennen heeft gegeven dat zijn vader Jacop en zijn moeder Dimpna dochter wijlen Jacop Hermans zijn komen te overlijden en dat hij hun enig kind is en daarom bezit heeft geerfd na dood van Jenneken weduwe van Jacop Hermans zijnde zijn grootmoeder, en wel een perceel deels heide en deels weide en akkerland, groot ca. 9 morgens, gelegen te Gestel in het Moerschot, b.p. de erfgenamen van Willem Arnts Loijen, Coel Gerits en meer anderen, de gemeijnte daar, Jacop Hermans. Genoemde Jacop zou dat perceel graag verkopen omdat er daarop diverse schulden drukken en wil het verkopen om er van te kunnen leven. Daarover is hij vastgenomen op de poort van Den Bosch en aldaar nog steeds verblijvend en het is hem onmogelijk om die schulden te voldoen omdat hij verder geen bezit heeft. Omdat hij nog minderjarig is kan hij het perceel niet verkopen niet voordat er voogden zijn benoemd. Nadat wij schepenen daarover hebben beraadslaagd en we daarvoor zijn gemachtigd volgens het keizerlijk octrooi als hertog van Brabant, met instemming hierbij van onze stadhouder Aert van der Ameijden, benoemen wij als voogden van Jacop de personen van Adriaen zoon wijlen Aert Peters wonend onder Den Dungen, die daarvoor door de stadhouder is gearresteerd, verder meester Peter van Middegael wonend te Gestel die daarvoor is opgeroepen, Jacop Rutten wonend onder Den Dungen daarvoor gearresteerd zijnde en Lauwrens Paridaens wonend te Gestel die daarvoor is opgeroepen. Wij geven hen volmacht om ten behoeve van Jacop dat perceel in het openbaar te verkopen, na 3 zondagee aankondigingen en de overdracht ervan behoorlijk te laten vastleggen in de stad Den Bosch of elders. Met het geld ervan dienen de schulden te worden afbetaald en het restant door de voogden aan te wenden voor genoemde Jacop, diens vrouw en het kind van zijn vrouw, zoals voogen dat behoren te doen. Verder dienen de voogden daar later rekenschap over af te leggen, voor schepenen van Gestel, hetgeen die voogden hier ook onder ede beloven te doen. Akte is voorzien van het schependomszegel.
Op 3 maart 1564 verklaren wij Peter Schuermans en Goijaert Willems van de Merendonck, schepenen, dat voor ons is verschenen Adriaen zoon wijlen Aernt Peters en meester Peter van Middegael, Jan Jacop Rutten Rutten en Lauwrens Paridaans als aangestelde voogden over Jacop zoon wijlen Jacop Arnts die nog minderjarig is, door wijlen Jacop verwekt bij diens vrouw Dimpna dochter wijlen Jacop Hermans, en verkopen aan Goijaert en Antonis zoons wijlen Anthonis Goijaerts ten hunnen behoeve en ten behoeve van hun broer Adriaen, een stuk land, deels heide en deels akkerland, alhier gelegen in het Moerschot, b.p. Coel Gerits en meer anderen, de gemeenschappelijke straat. De voogden zijn hiervoor gemachtigd volgens de voogdijbrief d.d. 18 februaru 1564. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten daarin af te handelen, behalve aan de heer van Herlaer op St. Michielsdag als grondchijns 2 oude groten. Akte is voorzien van het schependomszegel.
Op 13 maart 1564 verklaren wij Peter Schuermans en Goijaert Willems van de Merendonck, schepenen, dat voor ons is verschenen Adriaen zoon wijlen Aernt Peters en meester Peter van Midedegael, Jan Jacop Rutten en Lauwrens Paridaans als aangestelde voogden over Jacop zoon wijlen Jacop Arnts die nog minderjarig is, door wijlen Jacop verwekt bij diens vrouw Dimpna dochter wijlen Jacop Hermans, en verkopen aan Jan zoon wijlen Danck Dancken een stuk land, deels weiland en heide, gelegen te Gestel dat eigendom van deze Jacop is, b.p. Willem Aerts Loijen, Coel Gerits en meer anderen, Jacop Hermans, een heiveld van genoemde Jacop Jacop Aerts. De voogden zijn voor de verkoop gemachtigd volgens de voogdijbrief d.d. 18 februari 1564 en ze beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten daarin af te handelen. Akte is voorzien van het schependomszegel. 

 

Uit dit huwelijk:

Jacob Jacob Aerts